Opstaan voor een rechter is mij nog steeds niet gelukt. Bij elke nieuwe zitting hoop ik op een lege zaal, geladen met de span-ning van afwezige rechters die in een belendend zaaltje 
staan opgesteld en die na enkele minuten tevoorschijn komen. Maar nee hoor, de dames (soms zitten er heren tussen) zitten er al.
En we willen zo graag. Vooral sinds confrère Enait, de opstandige zitactivist, onze magistraten voor het hoofd heeft gestoten, grijpen advocaten alles aan om hun grote achting te tonen. Voor het recht, jaja, maar vooral voor de rechter in de eigen zaak, van wie je het moet hebben.

Het is me al een paar keer overkomen. Heeft de bode ons net genodigd de zittingszaal te betreden, of de advocaat van de wederpartij wurmt zich voor mij in de deuropening, 
buigt naar het zittende college, stijf, als kneep hij een euro tussen zijn billen, de armen strak omlaag, luid groetend en oogst de welwillende glimlach van de zittende rechters. 
En daarna stap ik binnen. Wat rest mij nog? Alleen de spontane, ongedwongen buiging heeft effect. Ik kan slechts knikken en mompel mijn groet.
Op elke rechtbank waar ik kom lijken de rechters de hele dag aan hun zetels te kleven. 
Geen advocaat kan vertellen hoe rechters geschoeid gaan. Dragen ze broeken met hoog water? Zijn er rechters met witte sportsokken, of geitenwol? Wie is er slecht ter been of zwanger? Feiten die dringend tot aanpassing van een pleidooi kunnen nopen. 
De statische magistratuur maakt eerbetoon en gedienstigheden verdraaide lastig. Een stoel aanschuiven, deur openhouden, glaasje water inschenken is er allemaal niet bij.
Binnen de kleine ruimte die ons is gegeven ontstaat verkrampt en overdreven gedrag. 
Ik heb advocaten meegemaakt die als een baltsende woerd voor de rechter te keer gingen. Wiegend met hun bovenlijf, knikkend met hun hoofd. Flemende confrères ter comparitie, ‘meneer de voorzitter dit’, ‘meneer de voorzitter dat’. Vrouwelijke tegenvoeters toga’s omhoog zien schuiven. Steeds als eerbetoon.
Nee, ik juich het van harte toe dat de wetswijziging van Albayrak hier een nieuwe orde gaat scheppen. Met één kantte-kening. Dat advocaten niet worden verplicht om op te staan, maar rechters worden verplicht na elke zitting hun stoel te verlaten. Laat ze dat loopje maar maken naar de tafel. Gun de advocaat zijn lege zaal. De advocaten gaan dolgraag staan. Sterker nog, 
de meesten zullen zich inspannen nog sneller op te springen en dieper te buigen dan hun confrère. Schreeuwend in door toga gesmoorde lichaamstaal: 
‘Hier sta ik, uw ootmoedigste dienaar’.

Advertentie