De code bestaat uit zes beginselen waaraan stichtingen, die zich inzetten voor collectieve belangenbehartiging van gedupeerden, zich zouden moeten conformeren. Het doel van de code is de vastlegging van hoofdlijnen van enkele breed gedragen opvattingen over goede governance voor stichtingen op basis van art. 3:305a BW (‘claimstichtingen’). Zo houdt de governance structuur van de stichting ten minste in dat naast het bestuur een raad van toezicht wordt ingesteld; beide organen zijn verantwoordelijk voor naleving van de code. De raad van toezicht heeft bovendien tot taak om toe te zien op het beleid en de strategie van het bestuur.
Het bestuur dient op grond van de code uit ten minste drie personen te bestaan en zodanig te zijn samengesteld dat alle noodzakelijke specifieke deskundigheid voor adequate belangenbehartiging aanwezig is. Zo zou minimaal één bestuurslid jurist moeten zijn met relevante ervaring en juridische expertise. Ook moet voorkomen worden dat er tussen bestuursleden, de raad van toezicht en de belanghebbenden familie- of vergelijkbare relaties of verwantschap bestaan; zo moet elke schijn van belangenverstrengeling tussen stichting en bestuurders moet worden vermeden. Het uitgangspunt van een meerkoppig en onafhankelijk bestuur stelt volgens de initiatiefnemers grenzen aan door avonturiers bemande eenpersoonsstichtingen en onderlinge initiatieven van echtelieden of vriendenclubs. Het sterk juridische gehalte van collectieve acties maakt de vereiste inbreng van juristen immers onmisbaar.
Aan de nodige transparantie wordt bijgedragen door de publicatie van relevante informatie over de stichting op een openbaar toegankelijke website, zoals de bijdrage die eventueel aan de deelnemers van de stichting wordt gevraagd, de c.v.’s van bestuursleden en de leden van de raad van toezicht en de stand van zaken in eventuele gerechtelijke procedures. Tot slot dient de boekhouding van de stichting jaarlijks door een externe accountant (of andere deskundige) te worden onderzocht.
Naar de betrokken ministers
Gezien de paneldiscussie en de reacties uit de zaal lijkt het erop dat de code in een behoefte zal voorzien. Door vertegenwoordigers van consumentenorganisaties wordt de kwaliteitstoets voor claimstichtingen toegejuicht. De initiatiefnemers stellen nu een commissie samen die de conceptcode verder zal uitwerken tot een breed gedragen document, dat in de tweede helft van het jaar overhandigd zou kunnen worden aan de betrokken bewindspersonen.
Robert Sanders, Beleidsadviseur Orde