Den Haag, 9 juni 2010. Verblind door ijdelheid, altruïsme of een banale drang naar macht lijken lijsttrekkers zoals Cohen en Wilders niet in staat om de ad-hoc-teneur van polemiek, defaitisme of sektarisch optimisme te kunnen ontstijgen zonder in nietszeggende algemeenheden te vervallen. De hofstad barst dezer dagen uit haar voegen van de naïeve bruggenbouwers die, verenigd onder hun vaandeldrager Cohen, in de opmaat naar de verkiezingen ‘de kloof met de burger gaan slechten’. Velen hebben echter allang het sociaal contract, zoals omschreven door de rechtsfilosofen Rousseau en Rawls, met de overheid opgezegd. Grote groepen burgers zijn op drift. Gevolg is dat ons een ernstige sociale loutering – banlieuisme – staat te wachten. Onvermijdelijk, volgens Nietzsche en Von Creveld.
De crux wordt gevormd door de groep lagere en middeninkomens bestaande uit bescheiden neringdoenden die een salaris tot anderhalf keer modaal verdienen. Deze groep belastingbetalers wordt verhoudingsgewijs steeds kleiner en alsmaar militanter omdat zij ingeklemd zit tussen grosso modo twee parasiterende groepen. Aan de bovenzijde door zichzelf exorbitant belonende dienstverleners zoals bankiers, makelaars, zelfstandig gevestigde huisartsen, gerechtsdeurwaarders en advocaten (voornamelijk partners): de upperclass. Aan de onderzijde door een steeds grotere groep inactieve ‘kwetsbare’ uitkeringsgerechtigden en andere afhankelijken, de underclass. De lagere en middeninkomens betalen dus in feite twee rekeningen: die van de economische crisis veroorzaakt door delen van de upperclass en het steeds grotere appèl op de sociale voorzieningen door de underclass.
De lagere en middeninkomens accepteren dit steeds minder en de latente onvrede zoekt aanleidingen waarbij iedere vorm van solidariteit is ingeruild voor rauw de facto eigenbelang. Omdat Balkenende niet langer beklijft, zijn velen daarom bij de volgende verkiezingen toe aan iets Wilders. De kolderieke Limburger met zijn achtkoppige PVV-fractie van Bierkellerkämpfer is een tamelijk treurige maar onschuldige exponent hiervan. Overigens net als Cohen, die voornamelijk door de underclass en bepaalde elitaire angehörigen als messiaanse druïde wordt gezien om een onhoudbare maatschappelijke status quo als heilige graal te verdedigen. ‘De boel bij elkaar houden’, heet dat. Wat Cohen miskent is dat zodra een sociaal contract wordt opgezegd, de aan de overheid afgestane individuele vrijheid – bijvoorbeeld het recht op eigenrichting – wordt teruggenomen. Op vele internetfora wordt opgeroepen om ‘als burger het recht weer in eigen hand te nemen’. Stadscommando’s worden ingesteld, burgerwachten georganiseerd of individuele beveiligingsbedrijven ingehuurd om buurten te beschermen. Politici anticiperen hierop met zwaardere straffen, uitbreiding van het recht op zelfverdediging of burgers zelfs de strafmaat mede te laten bepalen. Tevergeefs. Gelukkig heeft de beoogde PvdA-premier zijn vergezichten met ons gedeeld: ‘debatteren, bruggen slaan, geen taboes, schutterputjes verlaten en nu echt de zaken aanpakken’ oftewel: Job Cohenzovoort, Cohenzovoort.
Harry Veenendaal