Artikel 1
1. De advocaat dient gelukkig te zijn en eeuwig te leven.
2. Het bepaalde in het vorige lid houdt mede in dat een advocaat alleen zaken aanneemt, die – gelet op zijn kantoororganisatie – vreugde schenken aan en het leven verlengen van de advocaat zelf en zijn omgeving.
3. De advocaat legt schriftelijk vast op welke wijze hij voldoet aan het bepaalde in de voorgaande leden.

Onder de nieuwe Verordening op de vak-bekwaamheid kan de advocaat op meer manieren opleidingspunten halen. Maar welke die zijn?

Sinds 1 januari 2010 zijn wij onderworpen aan de Verordening op de vakbekwaamheid, die de Verordening op de Permanente Opleiding heeft vervangen (zie voor de tekst: Advocatenblad 2009-16, p. 718-727). Waar wij vroeger slechts een aantal opleidingspunten moesten halen, moeten wij inmiddels vakbekwaam zijn. Daartoe moet een advocaat jaarlijks aantoonbaar zijn professionele kennis en kunde onderhouden c.q. ontwikkelen op het rechtsgebied waarop hij werkzaam is of wil zijn. Dit kan door 20 punten te halen. Verder moet de kantoororganisatie en de dienstverlening van de cliënt aantoonbaar adequaat worden ingericht.
De Algemene Raad (AR) stelt nadere regels en houdt toezicht op de naleving. Hoopvol merkt de Toelichting op: ‘Door deze verordening worden kaders geschapen zodat de advocaat weet aan welke eisen hij moet voldoen in het licht van de vakbekwaamheid’. Is dat nu zo?

Maar wat is het?
De Verordening zelf geeft hoofdzakelijk open normen, die naar hun aard ingevuld moeten worden, en dus een onbestemd beeld. De bijbehoordende Regeling biedt meer houvast.
Punten kunnen nog steeds worden gehaald door het geven en volgen van opleidingen en het schrijven voor juridische vakbladen et cetera, zoals dat vroeger ook al kon. In die zin biedt de Verordening weinig nieuws, zij het dat nu dus 4 punten meer moeten worden gehaald. Nieuw is dat de Verordening de verplichting tot vakbekwaam zijn centraal stelt. Daaraan kun je voldoen door een opleiding te volgen op het rechtsgebied waarbinnen je werkt, maar ook door kennis en kunde te ontwikkelen op het rechtsgebied waarop je wilt werken. Dat kan bij een erkend, maar ook bij een niet-erkend opleidingsinstituut. Je kunt dus vakbekwaam zijn door het volgen van opleidingen bij een niet-erkende opleider over een rechtsgebied waarvan je hoegenaamd niets weet, maar waarbinnen je graag wilt optreden.
Belangrijk nieuwigheidje is dat de advocaat zijn vakbekwaamheid ook kan onderhouden door deelname aan gestructureerde feedback, zoals peer review, intervisie of (inter)collegiale toetsing. De AR en het College van Afgevaardigden vinden dat iedere advocaat daaraan moet deelnemen. ‘Uit onderzoek [Van wie? Van het Zwitsers Vitamineninstituut? MM] is namelijk gebleken dat gestructureerde feedback … het beste instrument is om kwaliteit te toetsen’, aldus de Toelichting. Blijkens de Regeling moet wel aan de voorwaarden van de AR zijn voldaan. Welke die voorwaarden zijn is nog onbekend, daar werkt de Orde nog aan. Terwijl een advocaat aan intervisie moet doen, weten wij vooralsnog niet wat dat is. Voor mij heeft het een hoog praatgroepgehalte, maar ik opereer dan ook niet in de familierechtpraktijk, waar kennelijk al langer aan intervisie wordt gedaan (al wil ik dat wel heel graag, ga ik opleidingen op dat vlak volgen en ben ik dus een vakbekwaam familierechtadvocaat).

Eén middag langer
Ook moet de advocaat aantoonbaar zijn organisatie en dienstverlening op orde hebben. Deze normen zien onder meer op vaststelling van de aard en haalbaarheid van de zaak, acceptatie van de opdracht, de financiële consequenties, het beheer van het dossier, de vertrouwelijkheid, de bereikbaarheid en vervanging van de advocaat. De kwaliteitsstandaard op de kantoororganisatie 2007 van de Orde dient als basis, dus dit is ook weinig nieuws. Volgens de Regeling kan desgewenst gebruik worden gemaakt van een door de AR ontwikkeld model. Dat is nu nog niet beschikbaar, althans niet op de site van de Orde, maar daar is sowieso lastig wijs uit te worden (al viel het me wel op dat deken Bekkers in zijn nadagen een spurt trekt met nieuwe posts op zijn weblog, maar dit geheel terzijde). De Orde verwacht dat het model halverwege 2010 klaar is.

De duidelijkheid die de Verordening geeft is dat een advocaat nu 4 punten meer dan vroeger moet halen, dat wil zeggen één middag langer onderwijs moet volgen per jaar. Dat kan ook bij het Zwitsers Vitamineninstituut. Terwijl wij aan de intervisie moeten, moet dit wonderelixer nog worden onthuld, hetgeen ook geldt voor het Model kantoorhandboek.
Met de vakbekwaamheid van de advocaat zit het dank zij de Verordening gebeiteld. Nu het Geluk en Eeuwig Leven nog.

Martijn Maathuis, redactielid

Advertentie