Lokale dekens en parlementariërs staan niet afwijzend tegenover de plannen voor toezicht op de advocatuur die demissionair minster Hirsch Ballin van Justitie begin maart naar de Kamer stuurde. Maar een hoogleraar waarschuwt voor bureaucratie. En: schiet de minister niet met een kanon op een mug?

In zijn brief van 5 maart schetst minister Hirsch Ballin de contouren van het toekomstig toezicht zoals hij die voor zich ziet. Belangrijk element daarin is de komst van een onafhankelijk toezichthouder binnen de Orde. Voor de concrete invulling van het toezicht wacht de minister het advies af dat Arthur Docters van Leeuwen begin april presenteert.
Hoogleraar staats- en bestuursrecht Jit Peters van de Universiteit van Amsterdam vindt de brief van de minister om die reden ‘merkwaardig’. ‘Aan de ene kant wil de minister het advies van Docters afwachten, aan de andere kant doet hij al vergaande voorstellen.’ SP-Kamerlid Jan de Wit is ronduit negatief over de timing. ‘Onbegrijpelijk dat dit nu gebeurt, en dat de minister op deze manier mogelijk zelfs Docters van Leeuwen de pas afsnijdt.’
Lokale dekens staan in het algemeen juist vrij positief tegenover de plannen van Hirsch Ballin. De Arnhemse deken Robert Jan Dil vindt de brief van de minister ‘positief’ en ‘passend in de totale ontwikkeling rond het toezicht’. Monique van Roosmalen, deken in Assen: ‘De samenleving vraagt om meer toezicht en ik kan me dat heel goed voorstellen. De buitenwereld zegt toch: “Men houdt elkaar binnen de advocatuur de hand boven het hoofd”.’

Wel of niet onafhankelijk
Robert Jan Dil kan zich vinden in het idee van Hirsch Ballin dat een onafhankelijk toezichthouder op de advocatuur een plek moet krijgen binnen de Orde. ‘Een externe toezichthouder is moeilijk te verenigen met de positie van de advocatuur.’
PvdA-Kamerlid Ton Heerts is dat met hem eens. ‘Het is goed dat het toezicht bij de advocatuur binnen de beroepsgroep blijft, want de positie van de advocatuur wijkt ten principale af van die van publieke dienstverleners.’ Heerts wil vooral een ‘eenduidiger en transparanter systeem van toezicht voor advocaten, notarissen en gerechtsdeurwaarders. Waarom moet de hoogste instelling voor tuchtrecht bij de advocatuur ineens Hof van Discipline heten?’
SP-Kamerlid De Wit, zelf oud-advocaat, is juist niet gelukkig met het idee om het toezicht een plek te geven binnen de Orde. ‘Je wekt toch de indruk dat het niet onafhankelijk is.’ Hij zou het toezicht liever belegd zien bij het Bureau Financieel Toezicht, dat nu het toezicht op het notariaat uitoefent. ‘Juist door de toezichthouder buiten de Orde te plaatsen en hem de mogelijkheid te geven een klacht in te dienen bij de tuchtrechter, bevorder je zowel het toezicht als het tuchtrecht.’

Graag meer instrumenten
De Amsterdamse deken Germ Kemper ziet zeker punten in het toezicht binnen de advocatuur die voor verbetering vatbaar zijn. ‘De coördinatie tussen de lokale dekens is betrekkelijk gering. De uitoefening van het toezicht – wanneer doe je wel iets en wanneer niet – wordt vooral bepaald door plaatselijke omstandigheden. We zijn weinig beleidsvormend bezig.’
Zijn Arnhemse collega Robert Jan Dil zegt: ‘We vinden dat we het goed doen, maar het kan natuurlijk altijd beter. En dekens hebben ook wel behoefte aan meer instrumenten om toezicht te houden.’
Minder gelukkig is Dil met het beeld in de brief van Hirsch Ballin dat het toezicht door de dekens tot nu toe alleen reactief is. ‘Mijn voorganger en ik zijn de afgelopen jaren flink veel ambtshalve onderzoeken gestart, dus zonder dat daar een klacht aan te pas kwam. De afgelopen drie jaar waren dat er zeventien. Daarvan is het merendeel naar de Raad van Discipline gegaan, en in de meeste andere gevallen heeft de advocaat zelf de nodige maatregelen genomen.’ Monique van Roosmalen, deken in Assen: ‘Wij hebben als dekens onvoldoende tijd en geld om zelf preventief onderzoek te kunnen doen. Ik zit hier nu anderhalf jaar en in die tijd ben ik twee ambtshalve onderzoeken gestart, waarvan er een nog loopt. Er staat nog wel iets op stapel, maar dan denk je van tevoren meteen al: o jee, hoe gaan we dit eigenlijk doen?’ Van Roosmalen bekijkt daarom op dit moment samen met de collega’s in Groningen en Leeuwarden of het mogelijk is om een gezamenlijk bureau te creëren.

Mug
Hoogleraar Peters hoopt dat een andere inrichting van het toezicht niet zal leiden tot meer bureaucratie. ‘Zo’n toezichthouder moet zich waarmaken en kan dat alleen door de branche op de huid te gaan zitten. Weet je wat je dan krijgt? Een enorme papierwinkel, want men wil meer informatie. Preventief toezicht klinkt natuurlijk heel dynamisch, maar als dat heel veel werk met zich zou meebrengen, kun je je afvragen of je niet met een kanon op een mug schiet.’

Wat wil Hirsch Ballin veranderen?

Preventief
Demissionair minister Hirsch Ballin vindt dat het toezicht op advocaten ‘in hoge mate reactief’ is en ‘te afhankelijk van de indiening van klachten’. Om te komen tot een meer preventief toezicht, wil hij het toezicht loskoppelen van het tuchtrecht.

Alles in de wet
Het toezicht op de advocatuur is nu deels opgenomen in de Advocatenwet en deels in regels van de Orde. Het hele toezicht moet in de toekomst bij wet worden geregeld, vindt de minister, inclusief de geheimhoudingsplicht.

Onafhankelijk binnen de Orde
Omdat advocaten anders dan notarissen en gerechtsdeurwaarders geen publieke taak hebben, maar juist de belangen van een partij behartigen, gaat het niet om een externe toezichthouder maar om een onafhankelijk toezichthoudend orgaan ‘binnen de pbo’.

Sancties
De toekomstige toezichthouder kan beperkt bestuurlijke boetes en dwangsommen opleggen.

Lars Kuipers, orderedacteur

Advertentie