De verruimde proceskostenveroordeling kan bij bepaalde procedures ook voor niet-IE-advocaten van belang zijn, voor de advisering over het procesrisico dan wel over de vergoeding van gemaakte proceskosten.

In rechtszaken over intellectuele eigendomsrechten kan de verliezende partij worden veroordeeld tot vergoeding van de werkelijke, volledige proceskosten van de winnende partij.(1) Hieronder worden tevens begrepen de volledige advocaatkosten en andere kosten van juridische bijstand. Ook advocaten die niet dagelijks werken met IE kunnen ermee te maken krijgen in zaken die uit IE voortvloeien.
De regeling leidde tot soms zeer hoge proceskostenvergoedingen. De dreiging die uitgaat van een hoge proceskostenveroordeling, vaak gepaard met een schadevergoeding, bleek doorslaggevend te worden bij de beoordeling van het procesrisico. En het risico van een procespartij werd mede bepaald door het tarief van de advocaat van de wederpartij.
De ‘indicatieve maatstaven’ van de werkgroep van het Landelijk Overleg Voorzitters van de Civiele sectoren van de rechtbanken (LOVC) en de Orde geven sinds augustus 2008 het nieuwe evenwicht waaraan in de praktijk behoefte was ontstaan. Het zijn tarieven die kunnen dienen als handvat om de redelijkheid van de gemaakte proceskosten te kunnen beoordelen (zie www.rechtspraak.nl).

Uitgangspunten nieuwe tarieven
De belangrijkste uitgangspunten van de Indicatietarieven:
een proceskostenveroordeling moet uitdrukkelijk zijn gevorderd;
de tarieven geven een indicatie van de maximale redelijke en evenredige proceskosten;
een gedetailleerde opgave wordt verwacht van het uurtarief en het aantal gewerkte uren, met een concrete omschrijving van de verrichte werkzaamheden, en: hoe hoger het bedrag, hoe hoger de eisen aan de motivering (zeker bij betwisting);
er wordt onderscheiden tussen ‘eenvoudige’ en overige procedures (onder andere omvang en complexiteit van de zaak); eenvoudig kort geding max. € 6.000, overige kort gedingen € 15.000; eenvoudige bodemzaken zonder re- en dupliek max. € 8.000, met re- en dupliek € 10.000; overige bodemzaken resp. max. € 20.000 respectievelijk € 25.000.(2)

Soms ook in andere procedures
De tarieven worden toegepast in procedures met een IE-grondslag(3), maar ook een deel van een civiele procedure kan een IE-grondslag hebben. Zo kunnen in een procedure over het verbreken van een samenwerking of ontbinden van een personenvennootschap vorderingen zijn ingesteld op basis of ten aanzien van de merken en logo’s. Voor het IE-gedeelte kan een volledige kostenveroordeling worden gevorderd. Daartoe dienen de proceskosten voor het IE-deel te worden geschat.
Maar ook in procedures waarvan de basis is gelegen in IE-rechten vinden art. 1019h Rv en de Indicatietarieven toepassing. In de rechtspraak is inmiddels bevestigd dat art. 1019h Rv toepassing vindt in geschillen met betrekking tot vaststellingsovereenkomsten die hun basis vinden in inbreuken op rechten van intellectuele eigendom. Voorts valt te denken aan schadestaatprocedures ter vaststelling van de door merkinbreuk geleden schade of executiegeschillen over tenuitvoerlegging van een verbod op merkinbreuk.

Charlotte Vrendenbarg, advocaat in Amsterdam(5)

Noten
1. De Europese Handhavingsrichtlijn uit 2004, op 1 mei 2007 geïmplementeerd in art. 1019h Rv, leek bedoeld om piraterij en te massale kwader trouw inbreuken tegen te gaan, maar heeft toepassing gevonden in vrijwel alle geschillen omtrent intellectuele eigendom (merken, auteursrechten – inclusief naburige rechten, handelsnamen, modellen, databankrechten, kwekersrechten).
2. Bron: ‘Indicatietarieven in IE-zaken’, www.rechtspraak.nl.
3. De voorgestelde tarieven zijn evenwel niet van toepassing op octrooizaken en gelden uitsluitend voor de eerste instantie.
4. Zie Vzr. Rb. Arnhem 19 september 2007, ASV vs. Stubbe (IEPT20070919); Vzr. Rb. ’s-Gravenhage 7 december 2007, Bonnie Doon vs. Angro (KG ZA 07-1378); Rb. Amsterdam 10 januari 2008, ACS vs. Group ACS (IEPT20080110); Rb. Amsterdam 25 maart 2009, Adani vs. ODMedical (IEPT20090325); Vzr. Rb. Amsterdam 27 maart 2008, Stokke vs. HEMA (IEPT20080327).
5. Bij Bingh Advocaten.

Advertentie