Demissionair minister van Justitie Hirsch Ballin schreef onlangs de Tweede Kamer dat het toezicht op advocaten moet worden verbeterd. Ter rechtvaardiging wijst hij op in het oog springende incidenten waarbij advocaten betrokken zouden zijn geweest, in het bijzonder misbruik van derdengeldenrekeningen. Dat toezicht moet ‘zo onafhankelijk mogelijk’ worden uitgeoefend door een onafhankelijke toezichthoudend orgaan binnen de Orde. Aangezien het toezicht nu verspreid geregeld is, en daardoor moeilijk kenbaar, voor burgers én voor advocaten, moet het bij wet worden geregeld, aldus Hirsch Ballin.
Zoals Hirsch Ballin opmerkt zijn advocaten de laatste jaren niet in het nieuws gekomen omdat zij hebben witgewassen, opgelicht of gehandeld met voorkennis. Voor de advocatuur geen Enron, World Online of internetbubbel, geen Lehman, DSB of kredietcrisis. Mij is één recent, in het oog springend geval van misbruik van een derdengeldenrekening bekend, door een Amsterdamse advocaat die mede daarvoor door de Raad van Discipline – good riddance – van het tableau is geschrapt (Raad van Discipline, 24 augustus 2009, 09-119A).
De hoeder van de advocatuur Fred Teeven heeft het onderwerp inmiddels controversieel laten verklaren, daarmee zal voorlopig niets gebeuren. Algemeen deken Jan Loorbach heeft in een reactie in het Financieele Dagblad terecht vooropgesteld dat met het huidige systeem van toezicht op de advocatuur niets mis is. Tegelijkertijd stelt de deken dat toezicht van beroepsgenoten op elkaar ideologisch niet meer van deze tijd is. Het door de minister voorgestane systeem van toezicht zou, zo begrijpt Loorbach, er op neerkomen dat een externe autoriteit steekproefsgewijs dossiers zal bekijken om te zien of de praktijk van de advocaat goed gaat. Het is de Orde niet duidelijke geworden hoe een onafhankelijk toezichthouder binnen de Orde toezicht zou moeten houden, zo staat op de Ordesite.
Een krachtiger weerspreken van de brief door de Orde is op zijn plaats. Nu lijkt het erop alsof de Orde zich door de brief heeft laten overvallen.
Grote misstanden en schandalen hebben zich (recentelijk) niet voorgedaan binnen de advocatuur. Het rapport van Docters van Leeuwen over advocatuurlijk toezicht verscheen gisteren, het had de minister gesierd daar op te wachten. Demissionair als hij is, mag hij slechts op de winkel passen, en de noodzaak ontbrak hem dan ook de brief nu te sturen.
Dat extern toezicht meer van deze tijd zou zijn, is op zich geen reden om daar ook aan mee te doen. Opvallend genoeg zagen vrijwel gelijktijdig met de brief van Hirsch Ballin de diametraal tegenover elkaar staande zienswijzen van de AFM en DNB over de heer Zalm als bestuursvoorzitter van ABN AMRO het levenslicht. Deze zienswijzen zijn uiterst bevorderlijk geweest voor het vertrouwen in de Nederlandse financiële sector, waarvoor deze toezichthouders krachtens hun wettelijke opdracht moeten waken. Van dat soort modisch toezicht mag de advocatuur verstoken blijven.
De onduidelijkheid over de vraag hoe het toezicht binnen de Orde vorm moet krijgen wekt argwaan. ‘Zo onafhankelijk mogelijk’ is hetzelfde als een beetje zwanger. Je bent onafhankelijk of niet, meer smaken zijn er niet. Een buitenstaander die in dossiers neust om vast te stellen of de praktijk van de advocaat goed gaat, wat dat ook moge zijn, vormt een directe inbreuk op de geheimhouding die een advocaat moet betrachten in het belang van zijn cliënt. Daarvan kan slechts bij hoge uitzondering en onder strikte voorschriften sprake zijn. Een baliebrede vorm van preventief toezicht zal daar niet aan voldoen, denk bijvoorbeeld ook aan de problemen met het wissen van geheimhoudersgesprekken.
Hirsch Ballins stelling dat codificatie het probleem van de slechte bekendheid van het toezicht zou verhelpen, onderbouwt noch bewijst hij. De Orde zou om te beginnen de informatie over het huidige toezicht eens beter kunnen ontsluiten op zijn website.
Beter wordt nog eens geluisterd naar de Nationale Ombudsman. Bij de presentatie van zijn jaarverslag sprak hij onlangs over de houding tegenover professionals werkzaam bij politie, jeugdzorg en gemeenten. Vervang in het citaat hierna ‘management’ door ‘Orde’, en ‘professional’ door ‘advocaat’:
’Vlucht niet in protocollen en regels, maar gebruik je verstand.’ En: ‘Wij moeten (…) meer aandacht besteden aan onze professionals. (…) Voor een belangrijk deel dragen zij bij aan goede verhoudingen in onze samenleving. Die professionals moeten de ruimte krijgen om een professionele missie te vervullen, en zij moeten vanuit de politiek en vanuit het management vertrouwen krijgen. De politiek mag de richting bepalen, het management mag faciliteren, maar het is de professional die het echte werk doet.’
Martijn Maathuis, redactielid