Je zorgt hier voor de juridische kant van de zaak, maar valt er de klant niet mee lastig, het gaat om het oplossen van het probleem’

Naboth van den Broek is counsel (junior partner) bij WilmerHale in Washington. Het kantoor, niet ver verwijderd van het Witte Huis, behandelt veel overheidsgerelateerde zaken. De meeste cliënten van WilmerHale zijn grote bedrijven, maar ook niet-betalende klanten kunnen zich laten vertegenwoordigen. Dit heeft ermee te maken dat een van de oprichters van het kantoor actief lid was van de Amerikaanse Civil Rights Movement.
‘De pro Bonozaken zijn voor dit kantoor heel belangrijk,’ meent Van den Broek. ‘Mijn kantoorgenoten besteden vijf tot tien procent van hun tijd aan dit soort zaken. WilmerHale heeft iemand in dienst die zich fulltime bezighoudt met het verzamelen en het verdelen van zaken die hiervoor in aanmerking komen. Er wordt veel lokaal werk gedaan: achterstandsscholen en immigratiezaken bijvoorbeeld. Zelf behandel ik internationale pro Bonozaken op het gebied van ontwikkelingssamenwerking: een ngo helpen met het oprichten van een economische zone in Sierra Leone bijvoorbeeld, of de VN ondersteunen om een systeem van geschillenbeslechting voor investeringen in ontwikkelingslanden te ontwikkelen.’
Ook voor de betalende cliënten beweegt Van den Broek zich op het gebied van het internationale recht. ‘Ik doe internationale handels- en investeringsgeschillen: bijvoorbeeld een zaak bij de WTO tussen de VS en Europa over subsidies die aan vliegtuig-bouwers zijn verstrekt, of ICSID investeringsgeschillen, met bijvoorbeeld Zuid-Amerika. Dit soort zaken duurt een aantal jaren en wordt via een soort abritrage beslecht. Ik kom dus weinig in de rechtszaal. Daarnaast, en dat is een specialisme dat je in Europa niet echt hebt, adviseer ik over allerlei politieke en bedrijfsstrategische onderwerpen waar bedrijven die internationaal zaken doen mee te maken krijgen. Ik behartig bijvoorbeeld de belangen van een groep multinationals, die veel hebben geïnvesteerd in duurzame energie, in de internationale klimaatonderhandelingen, en help bedrijven om te gaan met, bijvoorbeeld, de Chinese overheid als deze handelsbeperkingen oplegt. Dit werk is een mengsel van advocatenwerk en consultantswerk.’

Geen equivalent in Nederland
De economische crisis is merkbaar in Washington, veel bedrijven halen de broekriem aan en dat heeft ook zijn weerslag op het aantal zaken, maar voor WilmerHale valt het allemaal nog mee. Van den Broek: ‘Wij doen in Washington veel overheidsgerelateerde zaken en dat wordt alleen maar meer. Daarnaast doen we veel litigation en werken we met bedrijven die zich bezighouden met nieuwe technologie en duurzame energie. Dat zijn groeimarkten. Maar bijvoorbeeld bij grote grote investeringsbanken, waarvan er veel cliënt bij ons zijn, zien we het natuurlijk wel allemaal gebeuren.’
Naboth van den Broek werd advocaat omdat hij een internationale carrière ambieerde. Hij studeerde in Leiden, in Bonn, Parijs en Washington. Hoewel hij nog steeds ingeschreven staat bij de Nederlandse balie heeft Van den Broek maar anderhalf jaar in Nederland gewerkt. De rest van zijn loopbaan lag in Parijs, Brussel en nu Washington. ‘Toen ik vanuit Brussel tijdelijk in de VS mocht werken had ik inmiddels mijn huidige Amerikaanse vrouw leren kennen en was ik al een jaar op en neer aan het pendelen tussen Brussel en Washington. Een terugkeer naar Nederland zie ik niet zo snel gebeuren, omdat in Holland voor mijn huidige werkzaamheden geen equivalent is te vinden.’
Washington is als regeringsstad natuurlijk doordrenkt van politiek, maar een verschil tussen wat advocaten als die van WilmerHale doen en sommige lobbyisten is er wel. ‘De lobbywereld op Capitol Hill is in bepaalde opzichten een schemerwereld. Het is één ding om politici en beleidsmakers te overtuigen met feiten en argumenten. Maar voor sommige lobbyisten draait het alleen maar om de kraan waar het geld voor de campagnes uitkomt. Dat is een andere tak van sport, als advocaat moet je je daar niet mee bezighouden.’

‘Soms draait het in de lobbywereld op Capitol Hill alleen om het geld voor de campagnes, als advocaat moet je je daar niet mee bezighouden’

Haarkloverij
Het kostte Naboth van den Broek weinig moeite te wennen aan de Amerikaanse (werk)cultuur. ‘Amerikanen komen bij de behandeling van een zaak snel to the point en dat doen Nederlanders ook. In de zakenwereld zijn Nederlanders toch een beetje de Amerikanen van Europa. Wel besteed je hier vaak weinig tijd aan het uitleggen van de juridische achtergrond aan je cliënt. Als advocaat zorg je voor de juridische kant van de zaak, maar daar val je de klant niet mee lastig, tenzij deze daar specifiek om vraagt. De nadruk ligt op het oplossen van het probleem, niet op de juridische haarkloverij.
Een ander verschil met Europa is dat je hier veel lange, declarabele uren moet maken en het aantal cliënten dat je hebt is heel belangrijk. Ik heb daar niet zo’n moeite mee. Er zit wel een workaholic in mij en daarnaast vind ik mijn vakgebied erg leuk.’

Opgevuld door claimcultuur
Met de claimcultuur, die in de Verenigde Staten nog steeds hoogtij viert, heeft Van den Broek als advocaat weinig te maken. ‘In Nederland legt de overheid bepaalde regels op en als je je daaraan houdt heb je geen probleem,’ legt hij uit. ‘In Amerika hanteren ze van oudsher een ander uitgangspunt: niet te veel inmenging van overheidswege in het dagelijks leven. Maar als een product niet veilig is, moet je daar als individu toch iets aan kunnen doen. Dit gat is opgevuld door de claimcultuur. Helaas is dit de spuigaten uitgelopen. Zelfs de meeste Amerikaanse advocaten vinden dit veel te ver gaan. Maar men is ook doodsbenauwd dat de rechten van de burger in het geding komen. Persoonlijk heb ik de claimcultuur niet ervaren, maar mijn kantoor is bijvoorbeeld wel vaak betrokken bij het verdedigen van cliënten in class actions.
Van Amerikaanse advocaten die zich agressief opstellen heb ik weinig last’, zegt Van den Broek. Nu komt dat ook omdat de zakenwereld en daarmee ook de advocatenwereld in Washington veel verschilt van de rest van de Verenigde Staten. ‘Wij hebben hier de Beltwayculture: typische zaken die binnen de ring van Washington liggen en uiteindelijk kent iedereen elkaar. Als ik een dorpsadvocaat in Tennessee was geweest, zouden de zaken er ongetwijfeld heel anders voor staan.’

Naar regering en weer naar de balie
Hoe nauw de politiek en advocaten met elkaar verweven zijn is bij WilmerHale in Washington na elke presidentsverkiezing merkbaar. Als weer het hele (hogere) ambtenarenapparaat wordt vervangen, komen er altijd wel een aantal van de ‘nieuwe’ functionarissen van WilmerHale. ‘Obama had de verkiezing nog maar net gewonnen of wij waren in twee tot drie maanden tijd al tientallen mensen kwijt’, aldus Van den Broek. ‘Drink je vandaag nog een kopje koffie met een kantoorgenoot, morgen vertrekt hij of zij naar het Witte Huis of een van de departementen. Ze hebben geen terugkeergarantie, dat zou tot belangenverstrengeling kunnen leiden.
Aan het einde van een regeringsperiode hebben wij veel belangstelling voor mensen met een achtergrond in de advocatuur die eventueel bij ons kunnen werken. Hier werken nu bijvoorbeeld diverse oud-politici en adviseurs van presidenten.’

Anna Italianer, journalist

Advertentie