De Hoge Raad bepaalde vorig jaar dat uit het Salduz-arrest van het Europese Hof slechts het recht op consultatie vóór verhoor volgt, en dat alleen jeugdige verdachten ook bijstand tijdens het verhoor kunnen krijgen. In september 2009 stelde het OM een interimregeling vast waarbij inverzekeringgestelden het recht kregen een raadsman te consulteren voorafgaand aan het verhoor. Het OM heeft nu een nieuwe aanwijzing vastgesteld waarin dit consultatierecht is geregeld. Deze aanwijzing, in de wandelgangen ook wel Salduz II geheten, treedt op 1 april in werking.
Voor de politie heeft deze aanwijzing grote gevolgen. Zo vervalt de plicht tot inverzekeringstelling, en heeft de verdachte al bij aan-komst op het bureau recht op een advocaat. De politie zal dus meteen een melding moeten doen bij de piketcentrale. Die stuurt ver-volgens een sms naar de piketadvocaat, die binnen een half uur moet reageren, en binnen twee uur op het bureau moet zijn. ‘In het kader van integriteit en transparantie is dit een goede ontwikkeling. Maar het brengt enorm veel werk met zich mee. En je moet binnen de keten hele goede afspraken maken. In die zin zijn we afhankelijk van de snelheid van de advocatuur’, zegt Robert Vels, landelijk projectleider invoering aanwijzing rechtsbijstand politieverhoor van de politie.
Die aanrijtijd van twee uur is behoorlijk krap, vindt strafadvocaat Rob Heemskerk, als adviseur van de Orde bij het project betrokken. ‘Je kunt veel problemen bedenken, waardoor je die twee uur niet haalt. En er is geen hardheidsclausule.’ Maar de soep wordt niet zo heet gegeten, denkt Robert Vels. ‘Wij begrijpen ook wel dat het lastig plannen is voor de advocaat. Wij zeggen daarom: bel even met de rechercheur van dienst. Dan kunnen er afspraken gemaakt worden. Als een advocaat zegt: ik kan er zo laat zijn, valt dat wel te regelen – tenzij je weet dat er een bom op het centraal station ligt natuurlijk.’

Kan afstand doen
Iedere verdachte krijgt bij aankomst op het bureau een folder uitgereikt, waarin hij op zijn consultatierecht wordt gewezen. Verdachten van een zeer ernstig misdrijf (de zg. categorie A-zaken) moeten altijd een advocaat te spreken krijgen. Verdachten van een misdrijf dat niet onder deze categorie valt, maar waarbij voorlopige hechtenis wel mogelijk is – de zg. categorie B-zaken – kunnen afstand doen van hun recht op een consult. Dit gebeurt ten overstaan van de hulpofficier van justitie, die vervolgens beslist of de politie kan aanvangen met het verhoor.
Op deze gang van zaken is kritiek vanuit de advocatuur. ‘Wij zouden graag zien dat verdachten in tegenwoordigheid van een advocaat afstand doen van dat recht,’ zegt advocaat Rob Heemskerk. ‘En anders moet een heldere uitleg daarover worden opgenomen in de flyer die de verdachte bij binnenkomst krijgt uitgereikt.’
Een heikel punt betreft zaken waarbij verdachten wel recht hebben op bijstand door een advocaat, maar die niet worden vergoed door de Raad voor Rechtsbijstand: de zogeheten categorie C-zaken – wildplassers bijvoorbeeld of dronken automobilisten in het weekend. Deze zaken gaan buiten de piketcentrale om, terwijl de politie er wel voor moet zorgen dat er een advocaat komt. ‘Wij weten nog niet hoe dat in praktijk gaat werken,’ zegt projectleider Vels. ‘Wij zijn dan verplicht om twee advocaten te bellen. Bijvoorbeeld uit de Gouden Gids. Maar als niemand opneemt, is dat pech voor de verdachte. Dat zou anders geregeld moeten worden.’
Vels vindt dat de advocatuur dat zelf moet regelen. De politie heeft de Orde wel al om een lijst met nummers van advocaten gevraagd, ‘maar de voorkeur heeft een landelijk nummer dat wij als politie kunnen bellen’. De vraag is dan wie dat gaat betalen, zegt advocaat Rob Heemskerk. ‘We weten niet hoeveel mensen in zo’n geval om een advocaat zullen vragen. Maar los daarvan: wie wil er voor een wildplasser uit bed gebeld worden?’

Tatiana Scheltema, Orderedacteur

Advertentie