Op 8 april 2010 verscheen het advies van Arthur Docters van Leeuwen, getiteld Het bestaande is geen alternatief. Een verkenning naar verbeteringen in het toezicht op de advocatuur.1 Hier schetsen we kort zijn onderzoek en rapport.

Docters van Leeuwen, verbonden aan de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB), deed het afgelopen halfjaar onderzoek naar een transparante en krachtige organisatie van het toezicht, inclusief de behandeling van klachten. Het onderzoek bestond uit desk research, interviews en werkbezoeken. Docters van Leeuwen sprak met personen en organisaties binnen en buiten de advocatuur. Hij onderzocht niet alleen het huidige toezicht op de advocatuur, maar ook het toezicht op andere geprivilegieerde beroepsgroepen in Nederland en op advocaten in de ons omringende landen. Resultaat van dit onderzoek is een brede verkenning naar het toezicht op de advocatuur, inclusief 23 aanbevelingen.
Docters van Leeuwen kiest niet voor het introduceren van een externe toezichthouder op de advocatuur, maar voor het bij de tijd brengen van het huidige toezicht-systeem. Hij formuleert drie redenen om geen externe toezichthouder te introduceren. Ten eerste moet een advocaat zich altijd tegen de Staat kunnen keren; daar hoort geen externe staatstoezichthouder bij. Ten tweede heeft hij onvoldoende urgentie aangetroffen voor een externe toezichthouder. Er zijn wel voldoende redenen voor toezicht, maar geen misstanden. Ten derde werkt de tot nu toe onderbelichte bemiddelende rol van de deken goed en disciplinerend; deze moet niet zomaar worden weggegooid.

‘Wijs persoon’ en sterkere deken
Dus geen externe toezichthouder, wat dan wel? Docters van Leeuwen doet een twintigtal aanbevelingen om het toezicht op de advocatuur bij de tijd te brengen. De twee belangrijkste zijn:
– introductie van een ‘wijze persoon’ die systeemtoezicht moet gaan uitoefenen;
– versterking van de rol en de positie van de (lokale) deken.

Nieuw is de ‘wijze persoon’ van buiten de advocatuur. Dit externe element in het toezicht is bedoeld om het toezicht te legitimeren en de samenleving te garanderen dat de aan de advocatuur toegekende rechten en plichten goed worden uitgeoefend. De ‘wijze persoon’ (geen togadrager) wordt benoemd voor een periode van zes jaar en gaat controleren hoe het toezichtsysteem van de Orde functioneert. Deze persoon rapporteert in het openbaar over de kwaliteit van het toezicht. De ‘wijze persoon’ houdt dus systeemtoezicht en behandelt geen individuele zaken.
De deken is een belangrijke pijler waarop het toezichtsysteem van de Orde is gebouwd. Docters van Leeuwen adviseert de rol en de positie van de deken te versterken. De deken moet proactiever worden en zelf kunnen handhaven. Hiervoor moet de deken kunnen beschikken over sanctionerende bevoegdheden, waaronder de mogelijkheid om boetes op te leggen, te schorsen en te schrappen. Tevens zou de deken bij een klacht altijd een standpunt moeten innemen en dat, indien van toepassing, voorzien van een voorstel tot sanctionering voorleggen aan de tuchtrechter. Ook moet er een landelijke jurisprudentiedatabase komen, een regulier overleg worden geïntroduceerd en moeten de dekens beter worden opgeleid.

Bij de tijd
Daarnaast adviseert Docters van Leeuwen nog een aantal zaken aan te pakken dat het bestaande toezicht ook bij de tijd brengt, zoals het uniformeren van de klachtenafhandeling, de informatievoorziening aan de rechtzoekende en de verslaglegging van de Ordes. ‘Toegankelijkheid’, ‘transparantie’ en ‘professionaliteit’ zijn hier kernbegrippen. Het moet in één oogopslag duidelijk worden waar klachten kunnen worden ingediend, hoe veel klachten er het afgelopen jaar zijn ingediend, wat er met die klachten is gebeurd en hoe veel en welke maatregelen zijn opgelegd.
Hoewel het niet binnen zijn taakopdracht ligt, stelt Docters van Leeuwen nog dat de huidige structuur van de Orde geen condities biedt om het toezicht optimaal vorm te geven. Bij het bij de tijd brengen van het toezicht is dat wel een noodzakelijke voorwaarde. Hier ligt dus een belangrijke taak voor de Commissie-Huydecoper, die kijkt naar de structuur van de Orde en die naar verwachting in de zomer met haar advies komt.

Enige haast
Op 28 april 2010 spreekt de Algemene Raad in een extra vergadering met het College van Afgevaardigden over het advies. Enige haast lijkt hierbij geboden nu de demissionaire minister van Justitie Hirsch Ballin op 5 maart jl. aandrong op een ‘onafhankelijk’ toezichthouder binnen de beroepsgroep. Bij de verdere invulling van dit ‘onafhankelijk’ toezicht wil de minister onder meer het advies van Docters van Leeuwen betrekken.

Niels Hupkes, beleidsadviseur Nederlandse Orde van Advocaten

Advertentie