De instroom van allochtone rechtenstudenten in de advocatuur is bedroevend klein. Om deze groep toch te bereiken, zijn er nu advo-coaches: jonge advocaten die studenten met raad en daad bijstaan.
Veel advocaten kennen het fenomeen langzamerhand: slechts een miniem percentage rechtenstudenten met een allochtone afkomst stroomt door naar de advocatuur. Met als gevolg dat kantoren talent mislopen en de advocatuur in zijn geheel geen goede afspiegeling van de Nederlandse maatschappij vormt. Tijd voor actie, vinden advocaten en de commissie diversiteit van de Orde. Samen met rechtenstudenten van de Vrije Universiteit Amsterdam en de Erasmus Universiteit Rotterdam (universiteiten met het grootst aantal allochtone rechtenstudenten) staken zij de hoofden bij elkaar om te bespreken waar deze groep studenten tegenaan loopt. En hoe de instroom vergroot kan worden.
Baklava en andere vooroordelen
Het imago van de advocatuur onder de aanwezige studenten is niet om over naar huis te schrijven en wordt kort samengevat als een ‘ballentent’. Dit imago komt niet als een cliché uit de lucht vallen, maar is gevoed door de ervaringen van allochtone studenten zelf. Zo vertelt de Rotterdamse promovendus Munish Ramlal dat hij zich tijdens zijn studentstage niet thuis voelde. ‘Ik heb wel duizend keer moeten uitleggen dat ik van Hindoestaanse afkomst ben. Ik werd als anders gezien.’
Oud-studentbestuurslid Hatice Tashan herkent zich hierin. ‘Sta je op een borrel bij een advocatenkantoor, vragen ze of je baklava lekker vindt en gaan ze ervan uit dat je geen alcohol drinkt.’ Deze verhalen schrikken af, wanneer studenten ze delen met vrienden en studiegenoten. ‘Niemand denkt dan: leuk zo’n informele borrel op een advocatenkantoor, daar moet ik bij zijn’, benadrukt Hatice. Allochtone studenten hebben het gevoel als exotisch product te worden benaderd en voelen zich veelal een vreemde eend in de bijt.
Tachtigurige werkweek
Petra Klas, masterstudente en voorzitter van de Amsterdamse pleitvereniging Cicero, kaart aan dat er ook een cultuuromslag moet plaatsvinden vanuit de familie van allochtone studenten. ‘Ouders zijn vaak al zo trots als hun zoon of dochter hun bul halen, dat sommige de motivatie missen om door te gaan. Bovendien, als ze doorgaan dan moet de familie accepteren dat ze tachtig uur per week werken.’ Advocaat en commissielid Sietze Hepkema denkt dat daarom misschien ook veel allochtone juristen bij de overheid of rechterlijke macht werken. ‘Wellicht past tachtig uur werken niet binnen de familiecultuur en moet er inderdaad een omslag worden gemaakt.’ De studenten stippen ook de selectiecriteria van kantoren aan. Recruiters beoordelen cv’s op goede cijfers en nevenactiviteiten als buitenlandervaring en lid van een studentenvereniging. Mogelijkheden die allochtone studenten niet altijd (willen) hebben.
Het eerder ontstane idee van de commissie diversiteit om een zogenaamd buddysysteem in het leven te roepen, wordt met belangstelling onthaald en meteen omgedoopt tot ‘advo-coaches’. De studenten erkennen dat er behoefte is om op informele en laagdrempelige wijze met advocaten te praten, want een eigen netwerk is er vaak niet. Om vragen te stellen, een cv voor te leggen en kennis te maken met verschillende aspecten binnen de advocatuur.
Mag ik je iets vragen?
Concreet wordt het begeleidingssysteem in het voorjaar geïntroduceerd op de Vrije Universiteit Amsterdam en de Erasmus Universiteit Rotterdam. Deze participerende universiteiten gaan een introductiecollege advocatuur ontwikkelen, dat als verplicht vak wordt opgenomen. Tijdens dit college kunnen alle tweedejaars rechtenstudenten zich opgeven voor een coach. Het creëren van uitzonderingsposities wordt vermeden, want zoals Hatice benadrukt ‘je wilt je als allochtoon geen allochtoon voelen’.
Coach worden
Fenneke van der Grinten, beleidsadviseur van de Orde, vertelt dat kantoren enthousiast op het initiatief reageren en dat de lijst met potentiële coaches gestaag groeit. Heb je belangstelling om te coachen? Mail dan naar Maureen Davis, m.davisAadvocatenorde.nl.
Hedy Jak, redacteur