Toestanden, maar geen Amerikaanse

Meer dan 800 advocaten hadden afgelopen vrijdag hun praktijk op orde, en konden zonder vrees voor claims door het verstrijken van fatale termijnen op 24 september in Rotterdam het Jaarcongres van de Orde bijwonen. Hier impressies van lezingen en workshops over claimcultuur en de (ongegrond gebleken) vrees voor Amerikaanse toestanden.

Tegenvallers compenseren!
Rotterdams loco-burgemeester Dominic Schrijer heette de aanwezigen welkom. In Rotterdam waren er volgens hem geen Amerikaanse toestanden: het aantal claims tegen die gemeente is de laatste tien jaar stabiel. Ondernemingen claimen vooral vergoeding van planschade en omzetderving bij de uitvoer van bouwprojecten, particulieren proberen de schade vergoed te krijgen van gaten in het wegdek – maar door beter onderhoud is hier het aantal claims omlaag gegaan.
Maar wat ís claimcultuur? Dagvoorzitter Ferdinand Grapperhaus was niet tevreden met wat hij in de Van Dale vond en definieerde het als de wens van organisaties en particulieren dat tegenvallers worden gecompenseerd. In de aanloop naar de dekenrede vroeg hij verder vooral aandacht voor het plan een externe toezichthouder voor de balie in te stellen, die dan ook de dossiers van advocaten zou kunnen inzien. Hij noemde dit plan van de minister van Justitie ‘onzalig’ en in strijd met het verschoningsrecht. Het verwijt aan de advocatuur dat advocaten in het huidige tuchtrecht het eigen vlees keuren wees hij af: ‘Advocaten keuren niet het eigen vlees. Ze keuren elkaars vlees.’ (KB)

Belang verdampt
De claimcultuur maakte geen deel uit van de rede van algemeen deken Jan Loorbach (zie voor de volledige tekst van de jaarrede achterin dit nummer, red.), die in plaats hiervan inging op twee historische studies, naar 35 jaar sociale advocatuur en naar de advocatuur tijdens WO II. De studies waren Loorbachs brug naar de verworvenheden van het Nederlandse rechtssysteem, die inmiddels geen rustig bezit meer zijn. De deken noemde het gevaar dat de toegang van burgers tot de rechter door bezuinigingen op de gefinancierde rechtshulp onaanvaardbaar onder druk komt te staan. Ook was hij bezorgd over de eerdergenoemde toezichthouder, en over de lange doorlooptijd van gerechtelijke procedures. De factor tijd kan het belang van de rechtszoekende bij de uitspraak laten verdampen. De advocaat kan de lange duur niet uitleggen aan de justitiabele en soms kan een verkregen uitspraak bijvoorbeeld door een faillissement niet meer ten uitvoer worden gelegd. (KB)

Advocaat als lead plaintiff
Een verslag van de voordracht van key note speaker Jan Maarten Slagter, voorzitter Vereniging van Effectenbezitters (VEB), is niet makkelijk. Het was een beetje wat hijzelf van de jaren zestig en van Jonge-Balie Congressen zei: ‘Als je er bij was, kun je je het niet herinneren’. Hij zag de advocaat liefst als dienstmaagd, dienstbaar aan het belang van de cliënt. Als die opkomt voor een collectief belang, dan naar het Europese bottom-up model: teleurgestelde beleggers bijvoorbeeld verenigen zich en zoeken een advocaat die hun belangen behartigt. Zo is ook de VEB ontstaan. In het Amerikaanse model daarentegen staat de calculerende advocaat centraal, die zelf achter de benadeelden aanjaagt en probeert lead plaintiff te worden, om in een class action zelf 40% van de schikking te incasseren. De Nederlandse ontwikkeling in die richting baart Slagter zorgen. Maar door de verschillen in de rechtssystemen ziet hij het niet snel Amerikaanse toestanden ontstaan.
Slagter zou de collectieve actie ex 3:305a BW willen uitbreiden: niet alleen een verklaring voor recht maar ook schadevergoeding. Het collectief actierecht zou daarmee een Nederlands exportproduct kunnen worden, gezien ook het feit dat het Amsterdamse hof een schikking op basis van de Wet collectieve afhandeling massaschades als bindend beoordeelde voor niet-Amerikaanse beleggers. ‘Good for business, liever hier dan in Luxemburg.’ Helemaal als dat gepaard gaat met een goede code voor de governance van claimstichtingen, als die van Jurjen Lemstra. (MM)

‘Vééls te ècht’
De nachtburgemeester van Rotterdam was er ook. Jules Deelder droeg gedichten over zijn stad voor, de stad die hem, tot zijn eigen verbazing, blijft inspireren. ‘Rotterdam is niet te filmen/ de beelden wisselen te snel/ Rotterdam heeft geen verleden/ en geen enkele trapgevèl/ Rotterdam is niet te filmen/ Rotterdam is vééls te ècht.’ In zijn kenmerkende woordenwaterval klaterden de hardnekkige Samaritaan, de humor der Romeinen, de romanticus Thorbecke en de verlosser uit Venlo voorbij. Advocaten zijn voor Deelder strafpleiters. Als je de goede inhuurt, erken je eigenlijk schuld ‘maar ze lullen wel de helft eraf’. Tot zijn eigen blijdschap is Deelder zelf geen advocaat. (MM)

Beledigd Letselschadeadvocaat
John Beer had zijn mede-voorzitter van de workshop ‘Niks mis met Amerikaanse toestanden’, Anthony Tarricone, ervan moeten overtuigen dat het Jaarcongres geen grap was. Tarricone, voorzitter van een Amerikaanse vereniging van procesadvocaten (American Association for Justice), treedt samen met Beer op in de zaak van de Turkisch Airlines crash. ‘I was really offended when I saw the brochure with the dog in the wash dryer.’ Tarricone wijst de Nederlandse advocaten fijntjes op wat misvattingen over het Amerikaanse rechtsstelsel. Zo mogen Amerikaanse advocaten (nabestaanden van) slachtoffers van vliegtuigrampen niet benaderen binnen 45 dagen na de crash. Ter vergelijking: Nederlandse advocaten hadden al binnen 8 dagen nabestaanden van de Turkse crash aangeschreven. Punitive damages worden alleen bij hoge uitzondering toegekend, bij opzet of grove roekeloosheid. De dame die te hete McDonalds koffie morste, kreeg daarvoor slechts 6 ton schadevergoeding, en dat alleen omdat haar al 700 andere slechtoffers waren voorgegaan en ‘McDonalds just didn’t care about customers getting burned’. In een ware democratie geeft no cure no pay toegang tot het recht voor alle mensen, en niet slechts aan de rijken die dure advocaten kunnen betalen, aldus Tarricone. Hij sluit af met een plaatje van een auto, die vrijwel geheel is geworden tot wat hij is dankzij het werk van Amerikaanse procestijgers. (MM)

Obesitas: vette kluif voor arbeidsrecht
‘When the aliens come, they will eat the fatties first’. Deze waarschuwing tegen overgewicht bij een sportschool was in San Francisco aanleiding voor een verbod onderscheid te maken op grond van gewicht, zo vertelde arbeidsrechtadvocaat Stefan Fagel. In Nederland heeft de Commissie Gelijke Behandeling onlangs ‘morbide obesitas’ al tot chronische ziekte bestempeld, wat onderscheid op grond van deze zwaarste vorm van zwaarlijvigheid in beginsel verboden maakt. Fagel verwacht dat ook ‘gewone’ obesitas het stempel chronische ziekte zal krijgen. Voer voor arbeidsjuristen, want wanneer is wel en niet sprake van verboden onderscheid bij selectie, promotie en ontslag, en wat mag (of moet) de werkgever doen om obesitas en daarmee samenhangende arbeidsongeschiktheid tegen te gaan? Met flair en humor gaf Fagel een mooie voorzet voor die discussie. (TSS)

Praat met deken
In de interactieve workshop ‘Jong en (te) wild’ behandelden Leonie Rammeloo (Van Doorne), Patrick de Looff (Jonge-Balie voorzitter) en Ernst van Win (Haagse deken) verschillende valkuilen van het gedragsrecht. Zoals die waarin een advocaat in cryptische bewoordingen een zaak op Facebook had gepost. Het publiek kon met een rode of blauwe bef aangeven of dat (on)toelaatbaar was. Het schemergebied van de behandelde casus maakte discussie los, al had die vaak een open eind. Waarbij de conclusie meestal leek te zijn: bespreek het met de deken. (HJ)

Vertel het beide cliënten
‘Veel mensen vergeten dat je de tuchtrechter ook kunt vragen zich uit te spreken over de vraag of de advocaat zorgvuldige rechtshulp heeft verleend,’vertelde de voormalige Rotterdamse deken Peter Drion, in de workshop over beroepsaansprakelijkheid en tuchtrecht. Handig als je de scheefschaatsende advocaat ook aansprakelijk wilt stellen. Drion gaf samen met Annerie Ploumen, voorzitter van de raad van notarissen in Amsterdam, een overzicht van tucht en beroepsaansprakelijkheid in advocatuur en notariaat. Een casus over een multidisciplinair kantoor ontlokte de schare advocaten uiteenlopende standpunten over conflicterende belangen, variërend van: nooit optreden tegen een voormalige cliënt, tot: het mag als er geen redelijk belang van de (ex)cliënt aan in de weg staat. Oplossing volgens Drion: beide cliënten volledig op de hoogte brengen en toestemming vragen. (TSS)

Slecht imago
De workshop over krijgen en vasthouden van allochtone advocaten begon met cijfers: in 2000 waren er 2.401 allochtone rechtenstudenten, in 2009: 3.197. Dat is een stijging van 94.1%, maar deze studenten komen nauwelijks terecht in de advocatuur. Terwijl cliënten steeds diverser worden. Een oorzaak is het slechte imago van de advocatuur onder allochtone rechtenstudenten. Tevens zien niet alle kantoren de noodzaak van diversiteit, aldus Joost Linnemann, voorzitter van de door de Orde ingestelde Commissie diversiteit. De zaal vond vooral de morele component zwaar wegen. Ook werd gezegd dat diverse teams beter presteren. (HJ) In de workshop ‘Wat nou integratie?’ waren Ahmed Marcouch en Marco Pastors het erover eens dat integratie inspanning vereist. Marcouch lanceerde de ‘Ter Beschikkingstelling aan het Onderwijs’, voor jonge draaideurcriminelen, en suggereerde dat advocaten hun cliënten soms moeten laten veroordelen opdat deze in gevangenenschap kunnen resocialiseren. Pastors pleitte voor verschillende straffen voor verschillende etnische groepen terwijl godsdiensten die de scheiding van kerk en staat niet erkennen, niet dezelfde rechten moeten hebben als godsdiensten die dat wel doen. Daarover werden de heren het níet eens. (MM)

‘Zelfs voor Iran is reputatie belangrijk’
Op uitnodiging van Stichting Advocaten voor Advocaten (L4L) legde de Iraanse advocate Shadi Sadr uit waarom zij en sommige van haar collega’s niet meer naar hun vaderland kunnen terugkeren. Als advocaat spanden ze zich in om politieke gevangenen, ter dood veroordeelde minderjarigen en tot steniging veroordeelde vrouwen vrij te krijgen, of in ieder geval een eerlijk proces voor hen af te dwingen. ‘De rechterlijke macht is niet altijd onafhankelijk en onpartijdig, zeker waar het politieke zaken betreft.’ Kunnen advocaten dan nog iets betekenen? ‘Ja, publiciteit zoeken en interviews geven, maar in de rechtbank zelf kunnen ze niet veel doen’, aldus Shadi. Al lopen advocaten dan grote kans vervolgd te worden. Haar collega Mohammad Olyaeifard zit sinds mei in de gevangenis vanwege één enkel interview. Zelf is ze op grond van vage aanklachten tot 6 jaar en 74 zweepslagen veroordeeld, en ook de naar Noorwegen gevluchte Mohammad Mostafaei hing een lange gevangenisstraf boven het hoofd. Shadi vraagt zich af hoe ze vanuit het buitenland de situatie in haar eigen land kan verbeteren. En ze is bezorgd om hen die achterbleven, vooral haar familie. Wat in haar ogen in ieder geval helpt is de waardering voor haar en andere advocaten in de vorm van mensenrechtenprijzen, en de aandacht die dat oplevert. ‘Het maakt ons meer geloofwaardig. De Iraanse autoriteiten doen alsof ze niet om internationale aandacht geven, maar zelfs voor hen is reputatie belangrijk.’ Iedereen kan volgens Shadi Sadr aan de strijd bijdragen. Aan schrijfacties kan bijvoorbeeld iedereen meedoen, ‘maar het is wel het minimale dat moet gebeuren’. Internationale aandacht moet de druk op de autoriteiten vergroten. (AvdS, www.advocatenvooradvocaten.nl)

‘Mensen leven niet in de ware wereld’
Massapsycholoog Jaap van Ginneken vertelde ca. 50 advocaten hoe snel en arbitrair in de maatschappij angstgolven kunnen opkomen, en wat de advocaat ervan kan leren. Uit de vele voorbeelden (pil en trombose, kerk en misbruik, sigaretten en kanker…) bleek volgens Van Ginneken ‘dat mensen niet in de ware wereld leven, maar in hun voorstelling ervan.’ Het Gevaar is niet afhankelijk van objectieve feiten, maar van de vraag of er een ‘overtuigend vertoog’ is waarin het dwingend wordt geschetst. Of in dat verhaal iets bekends wordt gekoppeld aan iets vreemds. Of allerlei verschillende groepen worden samengesmeed in hun protest of angst. En of media het overrompelend brengen. Leuk verhaal van de massapsycholoog, ook omdat de aanwezigen wisten: in dat soort hysterie, daar trappen wij niet in. Maar wat kun je er als advocaat van leren, voor het geval er bijvoorbeeld collectieve claims dreigen omdat een feitelijk onzinnige recall achterwege bleef? Van Ginneken: ‘Dat het hele grillige, gelaagde processen zijn. En dat je een deskundige moet inschakelen als het erop aankomt.’ (LH)

Overheid waakt
Als ‘slotdebat’ praatte aan het eind van de middag Grapperhaus met Frank van ’t Geloof (Vereniging Icesave), Margo Trappenburg (hoogleraar sociaal politieke aspecten van de verzorgingsstaat), Jurjen Lemstra (Stichting Afwikkeling Massaschade) en Eddy Brauw (hoogleraar rechtspleging). Overheden vaardigen steeds meer regels uit en incidenten leiden tot meer regeldruk. Consumenten verwachten dat de overheid over hun belangen waakt. Als zij schade lijden wensen zij deze vergoed te zien, zelfs als het de vraag is of zij de schade aan eigen handelen te wijten hebben of als het de vraag is of schade te vergoeden is. Dit leidt tot een toename van claims, een grote belasting voor het rechtssysteem. Ook de media gaan een steeds grotere rol spelen bij het verhalen van schade. Advocaten zoeken de media ook op, door bijvoorbeeld bij Paul en Witteman de positie van hun cliënten toe te lichten. Toch verwachten de gespreksdeelnemers niet dat er Amerikaanse toestanden zullen ontstaan. En daar kunnen calculerende burgers en advocaten het mee doen. (KB)

Koert Boshouwers, Martijn Maathuis, Linus Hesselink, Hedy Jak, Trudeke Sillevis Smitt, Adrie van de Streek

Advertentie