Vlak voordat er een boete wordt opgelegd, doet de bode de deur van de rechtszaal open om te zien of er niet toevallig publiek is. Verder worden belastinggeschillen in beslotenheid berecht. Moet dat zo blijven?
Ik slaap altijd goed, maar tussen 1998 en 2006 niet, zei de van belastingfraude vrijgesproken oud-voorzitter van Feyenoord Jorien van den Herik eind september op het afscheidssymposium van advocaat-belastingkundige Hans Hertoghs (Hertoghs blijft wel als adviseur aan zijn kantoor verbonden). Dat symposium ging over de vraag of de zittingen bij de belastingrechter gewoon openbaar moeten zijn of niet. Van den Herik: ‘Als de Belastingrechtspraak openbaar was geweest, was ik helemaal niet strafrechtelijk vervolgd.’ Als de belastingdienst en de belastingrechter publiekelijk gecontroleerd zouden zijn, was het namelijk niet tot de ‘nachtmerrie’ van strafvervolging gekomen. Dat er misschien privacy- of concurrentiegevoelige gegevens openbaar worden, vindt Van den Herik geen reden om ervan af te zien.
Van den Herik lijkt een uitzondering. Volgens advocaat-hoogleraar Daan Doorenbos willen negen van de tien van zijn cliënten liever geen openbare rechtszitting. En vice-president Peter Fortuin van het gerechtshof Arnhem heeft in Arnhem de ervaring dat zeven van de tien belastingplichtigen die voor de rechter staan, aangeven dat zij liever geen studenten of ander nieuwsgierig volk op de tribunes hebben.
Theo Groeneveld, vice-president van het gerechtshof Den Haag en oud-lid van de Raad voor de rechtspraak, kan de uitzondering op de openbare rechtspraak niet helemaal plaatsen. In de ons omringende landen bestaat deze uitzondering niet. Volgens Groeneveld staat het landelijk overleg van de voorzitters van de gerechtshoven welwillend tegenover openbaarheid. ‘Daar is geen verzet als de wetgever openbaarheid wil. Er zijn geen echte belangen die worden geschaad. Als rechtspraak hebben wij er zelfs een zeker belang bij. Beslotenheid voedt het wantrouwen in de maatschappij.’
Maarten Feteris, raadsheer in de Hoge Raad, denkt daarentegen dat belastingplichtigen minder zullen toevertrouwen aan de Belastingdienst als het risico bestaat dat hun gegevens openbaar worden.
Lex van Almelo, journalist