Per 1 november gelden nieuwe, vaste tarieven voor griffie-rechten in civiele zaken bij alle gerechtelijke instanties. Of dit de drempel voor de gang naar de rechter verlaagt is twijfel-achtig. Binnen 28 dagen moet er worden betaald, anders dreigt niet-ontvankelijkheid. En de advocaat zit met nieuwe incassorisico’s.

De Eerste Kamer accordeerde vorige maand het wetsvoorstel van minister Hirsch Ballin voor een eenvoudiger griffierechtenstelsel. In plaats van het huidige systeem komen er vaste tarieven voor bepaalde zaakscategorieën, gerangschikt naar het financiële belang dat ermee is gemoeid.
Om de gang naar de rechter laagdrempelig te houden gaan burgers een lager tarief betalen dan bedrijven. Dat lijkt gunstig, maar de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders uitte eerder kritiek op dit plan omdat die hogere kosten zullen terugslaan op natuurlijke personen als zij een incassoprocedure tegen een bedrijf verliezen, wat in 90 procent van de gevallen gebeurt.
Voor het hoger beroep bij het gerechtshof stijgen de griffiekosten voor natuurlijke personen van 70 tot 280 euro, ongeacht of zij minvermogend zijn. Dit tot ongenoegen van PvdA-senator Mies Westerveld, die de minister tijdens de behandeling in de Eerste Kamer wist te bewegen tot de toezegging dat in die gevallen bijzondere bijstand van de gemeente mogelijk moet zijn.

Nieuw incassorisico
Per 1 januari zullen de griffiekosten bovendien van tevoren moeten worden voldaan. Ruud Hermans, voorzitter van de Adviescommissie burgerlijk procesrecht van de Orde, voorziet praktische problemen met deze ‘heffing aan de poort’: ‘Als de zaak speelt in een arrondissement waar de advocaat geen rekening-courant heeft, en er iets misgaat met de acceptgiro, kan dat tot een verstekvonnis of een niet-ontvankelijkverklaring leiden.’
Voor advocaten zal het stelsel bovendien een nieuw incassorisico met zich brengen, verwacht beleidsmedewerker Marieke van der Pijl van de Orde. ‘Omdat artikel 243 Rv vervalt, moet de advocaat nu niet alleen achter de proceskosten van zijn eigen cliënt aan, maar zal hij als hij wint ook de proceskosten op de verliezer moeten verhalen. Dat werd tot nu toe door de griffie gedaan.’ Het incassorisico geldt temeer voor advocaten die gefinancierde rechtshulp verlenen, bovenop het innen van de eigen bijdrage van de cliënt. De nieuwe wet is, naast vereenvoudiging van het tariefstelsel, ook bedoeld om de huidige werklast van de financiële administraties te verlichten, zegt Otto Nijhuis, rechter in Arnhem en voorzitter van de landelijke werkgroep implementatie griffierechten. Hij kent ‘op zich’ niet zoveel mensen die blij zijn met het systeem, maar: ‘Het incasseren van griffierechten kost veel tijd en moeite, men moet aanmaningen sturen et cetera. Dat zal veranderen, want iedereen weet straks dat het consequenties heeft als men niet op tijd heeft betaald.’
Die gevolgen kunnen ingrijpend zijn, beaamt Nijhuis: ‘Als straks niet binnen 28 dagen wordt betaald, wordt er ontslag van instantie gegeven aan eiser of verstek verleend tegen gedaagde. Betaalt verzoeker niet tijdig, dan wordt hij niet-ontvankelijk verklaard en betaalt verweerder niet tijdig, dan wordt het verweerschrift buiten beschouwing gelaten. De advocaat doet er dus verstandig aan de termijnen in de gaten te houden zodra die gaan lopen.’ Een daartoe strekkende tekst, waarin de mogelijke consequenties bij niet-betalen nog eens worden onderstreept, zal vanaf 1 januari op de nieuwe griffienota’s komen te staan.

Pas in 2012 landelijk betaalsysteem
Adviseur Hermans van de Orde vindt dat er te veel haast wordt gemaakt met de invoering van de wet. ‘Je zou eerst een landelijk betalingssysteem moeten bouwen voordat de nieuwe wet in werking treedt.’ De voordelen van zo’n systeem zouden zijn dat het gerecht maar een keer een nota hoeft te sturen, en dat de advocaat naar keuze kan bepalen hoe hij zijn nota’s ontvangt: stuksgewijs, of bijvoorbeeld in een weekoverzicht.
Maar zo’n systeem van e-billing laat nog tot 2012 op zich wachten. ‘Eerst moet het nieuwe boekhoudsysteem van Justitie, Leonardo, worden ingevoerd,’ zegt Dick Rowel van de Raad voor de rechtspraak. ‘Bovendien willen we het voor advocaten aantrekkelijker maken om een rekening-courantverhouding af te sluiten, onder andere door de norm voor het te betalen voorschot te nivelleren. Die zal niet meer worden afgemeten aan de maand waarin een piekomzet wordt gedraaid. Een andere toekomstige verbetering zal zijn de mogelijkheid om een rekening-courantverhouding met een landelijke werking af te kunnen sluiten. Deelname aan de rekening-courant betekent automatisch dat de griffierechten zijn betaald, waarmee een niet-ontvankelijkheidsverklaring wordt ondervangen.’
In Amsterdam en Den Haag loopt nu een pilot met het digitaal factureren aan advocaten en deurwaarders, vertelt Rowel. Deurwaarders en advocaten die meedoen kunnen inloggen op het systeem en krijgen een digitaal overzicht van de stand van zaken.

Tatiana Scheltema

Advertentie