Kijken in de ziel van elf strafrechtadvocaten

Een jaar geleden was Coen Verbraak te gast in De Wereld Draait Door. Hij werd gelauwerd voor de veelgeprezen serie ‘Kijken in de ziel van psychiaters’, en liet vallen dat hij een nieuwe reeks wilde maken, nu met strafadvocaten. Bij thuiskomst vond hij drie mailtjes in zijn postvak van advocaten die schreven: we willen ons niet opdringen, maar kijkt u toch eens naar de site van ons bijzondere kantoor. Er was een advocaat die maar blééf hengelen: in een serie over topadvocaten is het onbestaanbaar dat u mij er niet bij zou hebben. Hij moest er wel om lachen. ‘Toen dacht ik toch: dit zijn mensen met een eigen winkel.’
Verbraak geldt als één van de beste interviewers van Nederland. Voor de eerste serie ‘Kijken in de ziel’ ontving hij de Nipkow-schijf. Al jaren maakt hij diepgravende interviews voor het Volkskrant Magazine en Vrij Nederland. Hij heeft een brede interesse en stelt losse, korte vragen als bruggetjes, waarmee hij de geïnterviewde razendsnel leidt naar de volgende stap in diens verhaal.

En nu dus de strafpleiters. Hij heeft een palet willen schilderen, zegt Verbraak, van verschillende advocaten, die met elkaar in gesprek gaan over het vak en zichzelf, elkaar aanvullen en tegenspreken. Bij de selectie van advocaten ging hij op zoek naar de kleuren in het palet, en kwam uit bij de usual suspects. ‘Er zijn een aantal mensen om wie je niet heen kunt als je zo’n serie maakt. Mensen vragen altijd om drie namen: zit Spong erin, zit Moszkowicz erin, zit Anker erin? Net als bij de vorige serie over toptrainers realiseerde ik me: als ik Van Gaal en Hiddink niet heb, maak ik mezelf belachelijk. Dan hoef je de hele serie niet meer te maken. Spong, Moszkowicz en Anker zijn toch een beetje de toptrainers van de advocatuur.’
Het terugkerende thema is steeds: hoe rijm je wat je doet met je geweten? ‘Dat fascineert mij. Allemaal zeggen ze: ik had alleen maar dit kunnen worden. Het mooie is dat deze mensen zich met ongelofelijk veel passie bewegen op de randen van… ik wil niet zeggen het recht, want daar blijven ze binnen. Maar wel balanceren ze op de randen van wat de goegemeente, dus de NRC-lezer, het KRO-lid, de PVV’er, rechtvaardigheid noemt. Het zit in kleine dingetjes: hoe dichtbij mag het komen? Kun je de moordenaar van je buurman verdedigen, of de buurman zelf, als die iets heeft gedaan? Daar denken ze allemaal heel verschillend over.’
De formule is simpel: een tafeltje, twee stoelen, twee glazen water. En héél dicht op elkaar – geen ontkomen aan. Verbraak: ‘Opvallend was dat met name de vrouwen ongelofelijk alert waren op het afbakenen van hun privéterrein. Met Benedicte Ficq kreeg ik een nogal felle woordenwisseling toen ik een vraag over haar privéleven stelde. Ze zei, hier heb ik geen zin in; je krijgt gedonder via internet, mensen die je achtervolgen, vervelend doen. Ik snap dat wel, en ze doet het niet om mij te pesten. Maar ik werd echt nijdig, en dat moet je nooit doen. Ik dacht: je verpest het spel! Alsof iemand tijdens het voetbal met zijn handen de bal pakt en zegt: we spelen niet verder want ik vind dat jij hier niet mag lopen. Maar we gingen gelukkig heel prettig uit elkaar.’ Wat ook Ficq beaamt.
Verbraak sprak met zestien advocaten, van wie er elf overbleven. Alle geïnterviewden zijn de veertig ruimschoots gepasseerd. ‘Pas als je ouder bent komen de dingen samen, dat merk ik ook in mijn eigen vak. Opeens kwamen er lagen in mijn stukken, die er eerst niet inzaten. Ik vroeg ze ook: tekent het vak je mensbeeld? De meesten neigen er toch naar om te denken dat de mens erg gevoelig is voor het kwade. Ik denk dat er veel grauwtinten in je wereldbeeld opdoemen. Want je ziet natuurlijk de mensen bij wie het heel erg is misgegaan. De strafrechtadvocatuur is geen panacee voor je optimistische inslag.’

• Kijken in de ziel: strafrechtadvocaten. Woensdag 3 november t/m 8 december, 23.00 uur , Ned. 2 (NTR).

Tatiana Scheltema, journalist

Advertentie