Wet OM-afdoening
Sinds kort kan het Openbaar Ministerie zelfstandig straffen opleggen. Dat zijn te veel petten – en het stelt zware eisen aan het gedrag van de officieren.
Het is in de westerse wereld uitzonderlijk dat één instantie verantwoordelijk is voor opsporing, vervolging én berechting van strafbare feiten, en voor de executie van de opgelegde straffen. Principieel verzet is hier geboden, want het uitdelen van straffen moet voorbehouden blijven aan de onafhankelijke rechter. Maar nu de bevoegdheid inmiddels in de wet is verankerd,1 moet de procedure met de grootst mogelijke zorgvuldigheid worden gevolgd. In de praktijk echter werkt het OM met de strafbeschikkingen rechtsongelijkheid en oneerlijke berechting in de hand. Een voorbeeld.
Tijdens een zogeheten ‘OM-zitting’ in Leeuwarden werden eerder dit jaar enkele verdachten door een officier van justitie gehoord, alvorens een straf zou worden opgelegd.2 In alle gevallen ging het om gevallen van rijden onder invloed én recidive. Voor het bestraffen van het rijden onder invloed hanteren de onafhankelijke rechters sinds jaar en dag oriëntatiepunten van het LOVS (Landelijk Overleg Voorzitters Strafsectoren van rechtbanken en gerechtshoven). Op basis hiervan kan de verdediging de te verwachten straf inschatten, al kunnen bijzondere omstandigheden de rechter brengen tot afwijking van deze uitgangspunten.
Het OM heeft daarentegen eigen richtlijnen, die in veel gevallen veel zwaarder uitvallen dan de oriëntatiepunten van de rechtbanken. Tijdens de genoemde OM-zitting maakte de officier van justitie duidelijk dat het OM zijn strafbeschikkingen baseert op ‘eigen’ richtlijnen en niet op de oriëntatiepunten van het LOVS. In de Aanwijzing OM-afdoening die per 1 april jl. in werking is getreden, wordt ook gerefereerd aan de OM-richtlijnen voor strafvordering.3 In deze richtlijnen hanteert het OM eigen uitgangspunten ten aanzien van de straf. Opmerkelijk, omdat vertegenwoordigers van het Openbaar Ministerie – in ieder geval in Leeuwarden en zeker voor zover het betreft het rijden onder invloed – bij hun strafeis ter zitting bij de rechtbank steevast aansluiting zoeken bij de LOVS-oriëntatiepunten en niet bij de ‘eigen’ richtlijnen.
Lucratiever
In een van de Leeuwarder zaken ging het om een verdachte die 390 mg/l had geblazen. In 2006 had hij een schikkingsvoorstel van het OM voor hetzelfde vergrijp betaald: er was dus sprake van herhaling. Volgens de oriëntatiepunten van het LOVS zou de verdachte in beginsel een geldboete van € 540 opgelegd krijgen; volgens de OM-richtlijnen wordt dat een geldboete van € 540 én een onvoorwaardelijke rijontzegging van vier maanden.
Het is dus voor een verdachte veel lucratiever om de zaak aan een onafhankelijke rechter voor te leggen dan met een strafbeschikking van het OM akkoord te gaan. De verdachte moet die nadelen dan wel kennen. Een advocaat zal hem adviseren zich niet bij een strafbeschikking neer te leggen. Bij verzet tegen de strafbeschikking wordt de zaak alsnog aan een (onafhankelijke) rechter voorgelegd. Nu veel verdachten tijdens een OM-zitting niet door een rechtsgeleerd raadsman zullen worden verdedigd, ligt het op de weg van het OM om de verdachte te informeren over de verschillen tussen OM-richtlijnen en LOVS-oriëntatiepunten. In de schriftelijke uitnodiging voor de OM-zitting wordt hiervan echter geen melding gemaakt; in de strafbeschikking evenmin – en ik neem voetstoots aan dat er diverse officieren van justitie zijn die de verdachte ook mondeling tijdens de OM-zitting niet zullen informeren. Een verdachte die het feit bekent, zal snel akkoord gaan met een straf van het OM, zonder te weten dat dit een (veel) te hoge straf is.4
Wat moet er nu gebeuren?
Het OM speelt op deze manier in op de onwetendheid van verdachten die anders waarschijnlijk niet met de strafbeschikking akkoord zouden zijn gegaan. Naar mijn mening moet het OM de strafbeschikkingen uitvaardigen op basis van de uitgangspunten van de rechtbanken en hoven. Als het OM straffen wil uitdelen, zal het zich ook onafhankelijk en onpartijdig moeten opstellen. Indien het OM desondanks haar eigen richtlijnen als uitgangspunt zal blijven hanteren, moet het OM elke verdachte tijdig en adequaat informeren, ook over de mogelijkheid van verzet. Alleen zo kan de crime fighter zich als magistraat gedragen.
Tjalling van der Goot, advocaat te Leeuwarden5
Noten
1. Op 1 februari 2008 (Stb. 2008, 4) is de Wet OM-afdoening gefaseerd in werking getreden. Eind dit jaar is de OM-afdoening in het hele land mogelijk.
2. De verdachten werden bijgestaan door raadslieden van ons kantoor.
3. Stcrt. 2010, 2930.
4. Overigens is de officier van justitie tijdens de Leeuwarder OM-zitting uiteindelijk overstag gegaan en heeft hij de strafbeschikkingen uitgevaardigd op basis van de LOVS-uitgangspunten.
5. Van der Goot is advocaat bij Anker & Anker Strafrechtadvocaten.