Enkele honderden hbo’ers worden jaarlijks rechtshulpverlener. Ze opereren in een tucht- en gedragsrechtelijk vacuüm; mede daarom zouden ze moeten worden opgenomen in de Orde.
In 2006 voltooide de eerste generatie van 1000 hbo-juristen haar studie, en sindsdien kwamen daar jaarlijks 800 alumni bij.1 Van de 334 alumni van juridische hogescholen die Suzanne de Rooij ondervroeg, bleek 12% een baan in de advocatuur te hebben gevonden, terwijl 12% bij een rechtsbijstandsverzekeraar aan de slag was gegaan en 7% bij een gerechtsdeurwaarder.2 Wanneer deze cijfers worden geëxtrapoleerd, bestormen sinds 2006 jaarlijks ongeveer 240 hbo-rechtshulpverleners de markt voor juridische dienstverlening. Een belangrijk deel van hen zal ook zelf klanten bijstaan.
Inmiddels hebben enkele advocatenkantoren hbo-juristen in dienst. Zij werken als paralegal of, zoals Banning Advocaten hen noemt, ‘advocaatassistent’. Het ligt voor de hand dat hbo-juristen ook eigen kantoren zullen beginnen en zelfstandig rechtshulp zullen verlenen. Deze ontwikkeling is hier en daar al zichtbaar.
Civiel effect en kantonrechtergrens
Volgens de huidige wetgeving kan een hbo-jurist geen advocaat of rechter worden, tenzij hij alsnog een universitaire studie afrondt die wel civiel effect heeft. Een significant deel van de hbo-juristen begeeft zich echter wel op het ‘advocatuurlijke pad’ door juridische diensten aan particulieren, bedrijven en andere instellingen te leveren. Deze ontwikkeling wordt nog versterkt wanneer volgend jaar, naar de laatste verwachting per 1 juli 2011, de kantonrechtergrens wordt verhoogd. Cliënten die willen procederen om vorderingen tot € 25.000 te incasseren, kunnen de advocatuur dan links laten liggen en een andere gemachtigde, zoals een hbo-jurist, inhuren. Zo ontstaat er een nieuwe markt voor juridische dienstverlening. Voorzienbaar is dat steeds meer rechtshulpverleners met alleen een hbo-studie zich op deze markt zullen begeven.
Toegang tot het recht
Voor rechtzoekenden heeft dit voordelen. Hbo-juristen op de loonlijst van advocatenkantoren zullen lagere tarieven kunnen hanteren dan advocaten, omdat hun salarissen ook lager zullen zijn. Andere hbo-rechtshulpverleners hoeven zich bovendien niet te storen aan het verbod op ‘no cure no pay-afspraken’.3 Met deze beter betaalbare rechtshulpverleners zal de toegang tot het recht verbeteren, vooral voor mensen die niet in aanmerking komen voor gefinancierde rechtshulp en die geen beroep kunnen doen op een rechtsbijstandsverzekering, terwijl ze zich ook geen advocaat kunnen veroorloven.
Voordelen voor kantoren en balie
Ook voor de advocatuur liggen hier kansen. Kantoren kunnen immers hbo-juristen in dienst nemen om ook de modaal verdienende burgers en kleine middenstanders aan zich te binden. Als de balie deze juristen weet op te nemen, zal haar samenstelling diverser worden, omdat het bijvoorbeeld vaak gaat om vrouwelijke, nieuwe Nederlanders.
Voormalig deken Els Unger kreeg nogal wat kritiek op haar stelling dat veel advocaten hbo-werk verrichten, maar zij had geen ongelijk. Enerzijds zijn er de advocaten die gespecialiseerd, hoogwaardig en vernieuwend werk verrichten. Anderzijds doen veel advocaten werk dat ook door een hbo-jurist kan worden gedaan, zoals eenvoudige arbeidszaken, incassozaken enzovoort. Als er voor dit routinewerk binnen de balie een gezonde concurrentie zou ontstaan, profiteert daarvan zowel de Orde als de justitiabele.
Vacuüm
Er zijn echter ook keerzijden. Zo opereert de hbo-rechtshulpverlener in een gedrags- en tuchtrechtelijk vacuüm omdat hij niet gebonden is aan enig gedragsrecht. Zijn klanten kunnen nergens terecht om hun beklag te doen over het optreden van hun hbo-advocaat, laat staan dat zij tuchtrechtelijke stappen kunnen ondernemen. De hbo-jurist kan ook niet uit zijn functie worden gezet als hij er een potje van maakt. Een geheimhoudingsplicht heeft hij niet, noch een verschoningsrecht. Er zijn, kortom, geen waarborgen voor de kwaliteit van de juridische dienstverlening door hbo-juristen.
Bovendien is er geen sprake van equality of arms als een advocaat in een procedure aan allerlei tucht- en gedragsrechtelijke regels is gebonden, terwijl de raadsman van de wederpartij dat niet is. En hbo-juristen in dienst van advocatenkantoren kunnen zich niet wenden tot een overkoepelende instelling als de Orde en zijn organen, als bijvoorbeeld hun opleiding of rechtspositie niet deugt.
Ten slotte moet worden voorkomen dat hbo-juristen op termijn een hbo-balie naast de academische oprichten, want dat kost onnodig geld en energie, leidt tot verwarring bij de rechtzoekenden en werkt onnodige tweestrijd tussen de twee balies in de hand. Dit laatste was bijvoorbeeld enkele jaren geleden te zien in de spanningen tussen de hbo-accountants en de registeraccountants.
Spanningsveld opgeheven
Er bestaat dus een spanningsveld tussen de positieve effecten van de toetreding van hbo-rechtshulpverleners tot de juridische markt en de negatieve effecten van het gedrags- en tuchtrechtelijk vacuüm waarin zij zich bevinden. Dat spanningsveld kan relatief simpel worden opgeheven: stel de balie open voor hbo-rechtshulpverleners! Daarvoor zal uiteraard de regelgeving moeten worden aangepast, maar dat is de moeite waard. Bij verdergaande versnippering van de juridische dienstverlening en een gebrekkige kwaliteitswaarborging is onze samenleving immers niet gebaat.
Ernst van Win en Roland Mans, advocaten te Leiden4
Noten
1. Zie voor deze cijfers de site van het Kenniscentrum Sociale Innovatie van de Hogeschool Utrecht: http://www.socialeinnovatie.onderzoek.hu.nl. Het gaat om landelijke cijfers.
2. De Rooij is voormalig advocate en tegenwoordig docente aan de Juridische Hogeschool Avans-Fontys. Ze promoveert op de positionering van hbo-juristen. Interview met Suzanne de Rooij, gepubliceerd op de site Advocatie (KSU-uitgevers), op 15 december 2009.
3. Daarbij gaan wij ervan uit dat hbo-juristen die op advocatenkantoren werken via hun werkgevers wel aan dat verbod gebonden zijn.
4. Ernst van Win is deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden en advocaat te Leiden; Roland Mans is eveneens advocaat te Leiden.