Het College van Afgevaardigden ging op 24 juni jl. in beginsel akkoord met een voorliggend voorstel voor een systeem van nummerherkenning, waarover na moeizame onderhandelingen met het ministerie van Justitie overeenstemming was bereikt. De Algemene Raad meldde dat de minister dat voorstel nog niet had gezien, zodat er nog geen zekerheid was over instemming van de politiek.
Voor het college was het heikele punt vooral hoe de verplichting moet worden geformuleerd om dan ook daadwerkelijk aantal van een klein geheimhoudersnummers, en niet van andere nummers, gebruik te maken. ‘Zo veel mogelijk’ ging OM en politie niet ver genoeg. Veel stemmen in het college waren tegen de formulering in het voorstel ‘tenzij zwaarwegende omstandigheden zich ertegen verzetten’.
Portefeuillehouder Jan Leliveld stelde dat er geen ruimte meer was om die formulering aan te passen. Ook de zorgplicht om te voorkomen dat anderen de geheimhoudersnummers gebruiken, leidde tot discussie. De grote zorg was dat op advocaten een grote tuchtrechtelijke wissel wordt getrokken, terwijl het in wezen een probleem van justitie betreft.
Het college ging uiteindelijk akkoord met de door de AR voorgestelde redactie van de verordening, onder de voorwaarde dat in de toelichting nader wordt uitgewerkt wat onder ‘zwaarwegende omstandigheden’ moet worden verstaan. Hetzelfde gold voor de in het concept opgenomen zorgplicht voor de advocaat. Over de kostenverdeling bleef men verdeeld. Een en ander komt terug op de septembervergadering van het college.

(TSS)

Advertentie