Kamerleden van SP en VVD vinden dat er in Nederland te gemakkelijk beslag kan worden gelegd, en advocaat Arnold Croiset van Uchelen schreef in NRC Handelsblad dat pas na een toegewezen vordering in de bodemzaak beslag zou moeten kunnen worden gelegd. Deze kritiek werd publiek naar aanleiding van het beslag dat Nina Brink, die nu Nina Storms-Vleeschdrager heet, in haar strijd tegen een ongeautoriseerde biografie had laten leggen op de bezittingen en vorderingen van journalist Eric Smit.
Onderzoeker Mirjam Meijsen, die voor de Raad voor de rechtspraak onderzoek deed naar het conservatoir beslag – waarover ze in het Advocatenblad van 29 mei jl. berichtte (p. 212) – bepleit subtielere en snellere wijzigingen: ‘Goed dat er zoveel aandacht voor de zaak is. Ongemerkt en waarschijnlijk onbedoeld is de positie van de beslaglegger inderdaad steeds sterker geworden. Professor Ton Jongbloed en ik hebben voorgesteld dat niet zozeer de wet maar de beslagsyllabus wordt veranderd, door het Lovd (Landelijk overleg sectorvoorzitters civiel van de rechtbanken), om beslagreksten diepgaander te beoordelen. De voorzieningenrechter moet bij verweer tegen de onderliggende vordering van meer informatie worden voorzien. Zo zou ook steeds in het beslagrekest aannemelijk moeten worden gemaakt waarom er geld zou verdwijnen. Het Lovd kijkt nu naar die voorstellen.’
(LH)