Het lijkt op rechterlijke weerzin om een oordeel te vellen: rechters, die bij de comparitie van antwoord in civiele zaken proberen om procespartijen tot een schikking te bewegen. Aldus, geparafraseerd, Ruud Vos en Martijn Mense in hun Moordkuil (Advocatenblad 2011-1, p. 39). Rechters doen niet wat ze moeten doen, want partijen zoeken in de eerste plaats een oordeel en de rechter mag hen dat niet onthouden. Dit soort uitspraken doet het misschien goed aan de borreltafel, maar getuigt van weinig inzicht of interesse in de recente ontwikkelingen in het oplossen van geschillen. Helaas is deze opstelling nog steeds tekenend voor het grootste deel van de Nederlandse advocatuur. Zouden de schrijvers niets weten van ‘conflictdiagnose’ als toekomstvisie van de Rechtspraak, en van de vele cursussen en workshops die worden georganiseerd om rechters de vereiste vaardigheden voor conflictdiagnose bij te brengen? Zouden zij blind zijn voor de enorme afname van het aantal contradictoire echtscheidingsprocedures sinds de invoering van mediation in familiezaken? Zouden zij niet weten dat bijvoorbeeld in vele staten van de VS en in Engeland partijen ook in handelszaken en commerciële geschillen door de rechter eerst worden verwezen naar mediation en dat het merendeel van de geschillen dan geen vervolg meer krijgt bij de rechter?1
Het lijkt alsof de meeste Nederlandse advocaten nog steeds de hamer (procederen) als enige oplossingsmogelijkheid in hun gereedschapskist hebben en dus ieder geschil zien als een spijker. Mijn ervaring is dat de doorsnee advocaat veel te weinig weet van andere mogelijkheden tot geschiloplossing. Wij juristen zijn grootgebracht met de hamer. De juridische maatstaf is de enige juiste voor de beoordeling hoe een geschil moet worden opgelost. Feiten verzamelen en op relevantie selecteren en herschikken, zoeken naar het juridische kader, adviseren over proceskansen, sommeren, dreigen met een procedure en argumenteren als in een duel. Achterliggende omstandigheden spelen een ondergeschikte rol.
Ik heb in bijna 30 jaar advocatuur ervaren hoe de toon van de confraternele communicatie is verhard. Ooit bespraken de advocaten informeel en confraterneel met elkaar de mogelijkheid van een minnelijke oplossing, in goed overleg. De gedragsregels schrijven dit nog wel voor, maar de slagingskans is veel geringer dan vroeger.
Er komt een tijd dat de gedragsregels voorschrijven dat de advocaat zijn hele gereedschapskist moet gebruiken en achteraf zijn advies voor de beste oplossingsmogelijkheid kan verantwoorden.
Geen tijd meer voor borrelpraat: aan de slag met mediation advocacy!

(Bart Neervoort, oud-advocaat, business mediator en raadsheer- plv.  Hof Amsterdam)

Noot
1. Volgens een audit van CEDR Londen bedroeg de totale waarde gemediate zaken in 2010 £ 5,1 miljard, waarvan ruim 85% werd opgelost.

Advertentie