Dit zegt directeur Maarten de Haas van adviesbureau Raymakers v/d Bruggen, dat jaarlijks onderzoek doet naar de arbeidsvoorwaarden binnen de advocatuur. Maar: veel gekker moet het niet worden. ‘Drie maanden, daar moet je niet overheen.’ Volgens De Haas is de bonuspraktijk binnen de advocatuur te vergelijken met die in de wereld van consultancy en accountants. Ongeveer 70 procent van de onderzochte kantoren heeft een bonusregeling, meestal voor advocaat-medewerkers vanaf het vierde jaar. Voor partners zijn er geen bonusregelingen; die delen in de winst. ‘Praktisch treedt het bonusmechanisme in werking tussen de 1200 en 1400 declarabele uren; bij de grote kantoren ligt het soms nog wat hoger’, zegt De Haas. Boven dat aantal uren is de bonus bijvoorbeeld een maandsalaris, of ontvangt de advocaat-medewerker een bepaald percentage.
Grens in zicht
Het adviesbureau van De Haas onderzoekt sinds 2001 jaarlijks de ontwikkeling van de arbeidsvoorwaarden binnen de advocatuur. De bonus voor advocaten die meer dan acht jaar in dienst zijn, is in die jaren opgelopen van gemiddeld een naar gemiddeld twee maandsalarissen. De Haas zag in zijn onderzoek ook bonussen van drie maandsalarissen. Daarmee is de grens in zicht, waarschuwt hij. Uit onderzoek in andere branches blijkt volgens hem dat het risico groot wordt dat men zich primair door de omzet laat leiden op het moment dat de beloning voor meer dan 25 procent variabel is. ‘Als dat dan ten koste gaat van de klant is dat jammer. Als je in de advocatuur zo te werk zou gaan, kun je je afvragen hoe lang je nog in business bent. De bonussen in de advocatuur moeten niet veel hoger worden. Drie maanden, daar moet je niet overheen.’ Een speciale positie binnen de advocatuur is er voor bepaalde senior-medewerkers en salaried partners. Voor hen kan de bonus oplopen tot een half jaarsalaris. De Haas: ‘Je hebt het dan over uitstekende advocaten die op een kantoor hun plek hebben gevonden, maar die het ondernemerschap van de partner niet ambiëren. In zo’n geval is de bonus een manier om kwaliteit vast te houden.’ Grote regionale verschillen in de bonuspraktijk zijn er niet. ‘Je vindt de regelingen verspreid over het hele land. Ik durf wel te zeggen dat in de periferie de bonussen wat hoger zijn dan in de Randstad, waar de vaste salarissen weer hoger liggen.’
Gevaar voor verhoudingen
Een kantoor dat overweegt om een bonusregeling in te stellen, moet niet over één nacht ijs gaan, is het advies van De Haas. ‘Mijn ervaring is dat je er goed over na moet denken eer je begint en vooral ook je medewerkers erbij moet betrekken. Als je een bonusregeling niet heel precies afstemt op de aard van je kantoor, bestaat het risico dat het contraproductief werkt. Als je bijvoorbeeld bij een kantoor werkt waar de cultuur heel erg is gericht op samenwerking, bestaat de kans dat je die cultuur met een bonusregeling doorbreekt, omdat medewerkers elkaar gaan beconcurreren. De eerste en tweede regeling bij een kantoor blijken nog wel eens te mislukken. De regeling verdwijnt dan weer of wordt aangepast. Uiteindelijk komt het dan wel goed, maar niet zonder enige schade: dat kan demotivatie van mensen zijn, of verslechterde onderlinge verstandhoudingen.’
Lars Kuipers, journalist