Een specialisme waar nauwelijks over wordt geschreven, is de praktijk van de flutzaak.
Toch zijn er nogal wat advocaten die zich juist hier op toeleggen. Wie er naar zoekt, ziet dat de database van rechtspraak.nl er vol mee staat. Met als constante factor de gewekte indruk van hoogwaardig belang. Hier raak ik aan het talent van veel advocaten om van een mug een olifant te kunnen maken, maar daar wil ik het nu niet over hebben.
Rechters zijn niet zo ingenomen met de gemiddelde flutzaak. De Haarlemse voorzieningenrechter maakte dat vorige maand nog eens duidelijk. Hij hoorde de voormalige eigenaresse van het konijn Punkie de adresgegevens van de huidige verblijfplaats van Punkie eisen, en subsidiair informatie over de huidige levensomstandigheden van Punkie, op straffe van een dwangsom. Nadat hij deze vordering had afgewezen merkte de voorzieningenrechter terzijde op dat hij ‘zich er over verbaast dat voor een geschil als het onderhavige een toevoeging was afgegeven’ (LJN: BN4040). Point d´intéret, point de Punkie.
Ook onze rechter aan het Europese Hof, Egbert Myjer, is niet zo te spreken over de niemendalletjes die zijn bureau bereiken. In NRC Handelsblad klaagde hij over de procederende Nederlander die meende dat hij recht had op een koninklijke onderscheiding. Nu lijkt dat inderdaad enorm gebeuzel. Maar sinds we, zie de Volkskrant van 1 juni jl., weten dat voormalig Bouwfonds-topman Cees H. – verdachte in de vastgoedfraude – met veel moeite en voor veel geld zo´n lintje had gekocht via een ambtelijke kabinetschef belast met protocollaire zaken, begin ik al anders te denken over deze kwestie.
We komen hier bij de kern; het paradigma van de flutzaak. Als er iemand is die groot belang hecht aan een zaak, is het dan nog wel een flutzaak? De voorbeelden liggen voor het oprapen. Het wel of niet opstaan bij binnenkomst van een rechter werd een uiterst belangrijke neuzelzaak. De hele praktijk van het intellectueel eigendomsrecht bestaat bij de gratie van geclaimde exclusieve futiliteiten. Het bestuursrecht idem dito. De kleur van de dakpan van de overburen kan tot schuimbekkende taferelen bij de Raad van State leiden. Het succes van de Rijdende Rechter drijft op blaffende-tekkels-in-de-achtertuin-zaken.

Kortom, niet elke flutzaak is een flutzaak.

(Matthijs Kaaks)

Advertentie