Zijn advocaten goede ondernemers? Als je hen zelf moet geloven wel. Maar andere ondernemers hebben hun twijfels, bleek op een bijeenkomst van advocaten en ondernemers uit het midden- en kleinbedrijf op 3 juni in Den Haag.

De zaal bij de Haagse Kamer van Koophandel was voor driekwart gevuld met advocaten uit de Haagse regio die wel eens wilden weten of ondernemers echt een probleem hebben met juridische dienstverleners.
De bijeenkomst was georganiseerd door de Nederlandse Orde van Advocaten. Aanleiding was het onderzoek dat de Orde in 2009 door de Universiteit Groningen liet verrichten naar de toegankelijkheid van de advocatuur voor particulieren en ondernemers. Uit dat onderzoek kwam naar voren dat ondernemers advocaten hoger waarderen dan particulieren. Onder de ondernemers kunnen zij die een bedrijf runnen met meer dan vijf werknemers het best met advocaten door één deur. Zij hebben vaker juridische kwesties onder handen en kunnen advocaten makkelijker sturen. ‘Kleine ondernemers hebben daar meer problemen mee en denken sneller: hij gaat met mijn zaak op de loop’, aldus Heinrich Winter, onderzoeker aan de Groningse universiteit en directeur van onderzoeksbureau Pro Facto dat het onderzoek uitvoerde.

Mythische percentages
In totaal deden ruim 250 mensen mee aan een enquête over de dienstverlening van advocaten; met bijna 150 mensen voerden de onderzoekers gesprekken. Dat leverde volgens Winter ‘een staalkaart op van ervaren belemmeringen in de toegang tot een advocaat’. Dat is iets anders dan de objectieve werkelijkheid, voegde hij eraan toe.
Een terugkerende klacht van ondernemers is dat ze de declaraties van hun advocaat ondoorgrondelijk vinden. Winter: ‘Kantoorkosten, allerlei mythische percentages op de factuur – ik zou u adviseren: schaf het zo snel mogelijk af.’ Ook aan het inzicht in de totale omvang van de kosten ontbreekt het nogal eens.
Op het punt ‘vertrouwen’ geven ondernemers de advocaat een rapportcijfer van 6,5. Daarmee staan advocaten in de subtop, hoger dan bijvoorbeeld politiemensen of officieren van justitie. Maar Winter had niettemin een tip voor zijn gehoor. ‘Met amice-briefjes moet u volgens mij ophouden, die kunnen zorgen voor twijfel over uw onafhankelijkheid.’
Ondernemers worden in de omgang met advocaten werkende weg wijs. De Utrechtse ondernemer Hans Blauwendraat in een filmpje dat tijdens de bijeenkomst werd vertoond: ‘Ik heb gemerkt dat het veel geld gaat kosten als advocaten op papier gaan communiceren. Ik vraag mijn advocaat dus altijd om eerst eens met de andere partij te bellen’.

Richt praktijk in op branches
Hoe moeten advocaten omgaan met de uitkomsten van het Groninger onderzoek? Richard de Laat, advocaat bij De Advocaten van Van Riet te Utrecht, ging er op in aan de hand van zijn eigen praktijk. Over de gebrekkige profilering van advocaten bijvoorbeeld. ‘Richt je praktijk niet in op rechtsgebieden, dat zegt de meeste mensen niet zoveel, maar richt je op branches. Laat zien: in deze branches zijn we actief en kunnen we een goed sparringpartner zijn.’ Nog een tip: denk in oplossingen. ‘De cliënt zit niet te wachten op een eindeloze procedure, die wil gewoon van die zaak af zijn.’
Ook op presentatie kunnen advocaten nog een stap maken. De Laat: ‘Ga met je kop naar buiten. Zorg voor nevenactiviteiten, zodat uw klanten u zien. Geef bijvoorbeeld eens een presentatie voor je cliënten: dit is een nieuwe wet en wat betekent dat nou voor u. Zo werk je aan je herkenbaarheid.’
En ook op het gebied van communicatie met cliënten kun je als advocaat makkelijk een goede beurt maken, vindt De Laat. ‘Wat is er nou tegen om zelf eens een cliënt te bellen in plaats van dat de ander steeds achter jou aan belt. En als het dossier is gesloten, bel de cliënt dan na een half jaar nog eens. De reacties zijn zonder uitzondering positief, en niet zelden hebben ze nog wat werk voor je.’
Zulke tips, zijn dat nou eye openers? Voor de doorsnee-ondernemer niet, bleek uit een opmerking uit de zaal: ‘Bij de hbo-opleiding commerciële economie krijg je dit in het eerste jaar’. Maar advocaten zonder commerciële opleiding kunnen nog heel wat bijleren.

(Lars Kuipers, redacteur)

Advertentie