Het programma Versterking Opsporing en Vervolging is afgerond, schreef minister Hirsch Ballin van Justitie in juli aan de Tweede Kamer. Aanleiding zijn de brief en de rapportages van het OM, de Raad van de Korpschefs en het NFI over de maatregelen die zij hebben getroffen om de kwaliteit van de opsporing en vervolging te verbeteren. De brief laat zich lezen als een catalogus van goede bedoelingen. ‘Door de invoering van tegenspraak zijn politiemedewerkers en zaaksofficieren meer en meer kritisch naar hun werk gaan kijken en is de cultuur opener geworden,’ schrijven de hoofden van OM, politie en NFI bijvoorbeeld. Maar eind juni zei procureur-generaal Han Moraal tijdens een congres dat echte tegenspraak ‘nog niet geïnternaliseerd’ is (zie het Advocatenblad 9 juli jl.). Hirsch Ballin: ‘Dat het programma ten einde loopt wil niet zeggen dat daarmee een einde komt aan ambities en werkzaamheden die leiden tot kwaliteitsverbetering van opsporing en vervolging. (…) De ingezette kwaliteitsverbetering moet deel uitmaken van de werkprocessen en de attitude van de functionarissen, wat een permanente inspanning van de ketenpartners zal vergen.’
(LvA)