‘Mensen hebben het recht te weten wat hier gebeurt’

Advocaten en cliënten die vertellen wat ze bij de rechtbank komen doen. En rechters die voor en na de zitting vertellen hoe ze tegen de zaak aankijken en zelf hun eigen vonnis toelichten. Dit product van een unieke samenwerking tussen tv-producenten en de rechtspraak is vanaf eind november bij de EO te zien in de documentaireserie De Rechtbank, deze maanden opgenomen in de Rechtbank Utrecht. We gingen kijken bij de opnames.

Advocaat mr. Boelens staat midden op het Vrouwe Justitiaplein voor de camera. Hij bepleit in zijn herenzomerjack ernstig en met nadrukkelijke gebaren de zaak van zijn cliënte. ‘Als de IND zegt: het verhaal van mevrouw Irakoze klopt niet met dat van haar ex-man, dan is dat op zich een terechte constatering. De IND trekt alleen een verkeerde conclusie: “Dus mevrouw liegt.” De man van mevrouw was er helemaal niet bij toen zij door de commandant werd bedreigd, mishandeld en afgeperst.’ Mr. Boelens werkt mee aan de televisieserie De Rechtbank. Een documentaire mag je het eigenlijk niet noemen – dat is te ‘Nederland 2’. Paul Beek, een van de producenten van de productiemaatschappij De Haaien: ‘Deze serie komt op net 1, dat heeft de netcoördinator zo beslist. Dat betekent dat de serie bestemd is voor het grote publiek. We trekken geen maatschappelijke conclusies, maar we willen wel laten zien dat het hier om mensen gaat.’
De zaak van mr. Boelens is een A-zaak, dat wil zeggen: de makers hebben bedacht dat het verhaal van mevrouw Irakoze dragend zal zijn voor een aflevering. B-zaken komen een aantal keren tussendoor terug, en C-zaken één of twee keer. Als mevrouw Irakoze binnenkomt in het gerechtsgebouw, mag ook zij voor de camera haar verhaal doen, bij een zitje in de hal. Mevrouw heeft vooraf toestemming gegeven voor de opnames. De producent heeft dat via haar advocaat geregeld. Mevrouw Irakoze maakt een gelaten indruk, van haar gezicht valt weinig emotie af te lezen. Als het interview begint, slaat ze snel nog even haar mouwen om. ‘Wat betekent deze dag voor u?’ ‘Niet goed,’ vertaalt de tolk haar antwoord. ‘Ik weet niet wat de beslissing zal zijn. Mijn kinderen studeren hier en ik ben volgend jaar klaar met een opleiding in de zorg. Als we terug moeten naar Burundi, brengt die commandant mij om het leven.’
In de serie De Rechtbank zullen zo veel mogelijk soorten zaken aan bod komen: kantonzaken, strafrecht, familierecht, bestuursrecht en handelszaken. De rechtbank heeft twaalf rechters geselecteerd en uit de zaken die zij behandelen, maakt de producent in overleg met de rechtbank een keuze. Die rechters zijn niet alleen op kwaliteiten gekozen, vertelt rechter en initiatiefnemer Eddie Bongers. ‘We wilden vooral een breed beeld laten zien, dus een goede verhouding man/vrouw en oud/jong.’
Bongers kwam samen met zijn vriend Bas Groot (ex-advocaat, nu partner bij een juridisch adviesbureau) op het idee voor de serie tijdens een gezamenlijke vakantie in 2006. ‘Wij vertelden elkaar onze ervaringen uit de praktijk,’ aldus Groot. ‘Niet allemaal grote zaken, maar voor de rechtzoekenden heel belangrijk. Wij wilden laten zien hoe het in de praktijk gaat. Het beeld dat mensen van de rechtspraak hebben, is vaak zo eendimensionaal.’ Bongers: ‘Een advocaat is meer gewend de media te gebruiken; voor rechters ligt het ingewikkelder. Het leek ons goed als rechters een keer over hun eigen zaken aan het woord kwamen.’
Het idee van Bongers en Groot belandde in vruchtbare bodem bij de Raad voor de rechtspraak, waar de discussie over de zichtbaarheid van de rechter al gaande was. ‘Binnen de rechtspraak leeft wel: als we stil blijven zitten, verliezen we steeds meer vertrouwen,’ aldus Bongers. ‘Mensen hebben het recht te weten wat hier gebeurt.’

Geraakt
Er volgden vele concepten, brainstorm- en overlegsessies, procedurebeschrijvingen en toestemmingen – en nu is het dan zo ver dat er wordt gedraaid. Klaas Jan Veenstra, de rechter die de vreemdelingenzaak van mevrouw Irakoze gaat behandelen, staat voorafgaand aan de zitting klaar in zijn werkkamer, in zijn gewone kledij, om zijn verhaal te doen. De interviewster zet nog snel een varentje uit de vensterbank op het wat kale bureau achter hem. Veenstra herhaalt de vraag van de interviewster in zijn antwoord, dat weet hij al van eerdere opnames: ‘Ik heb zometeen een vreemdelingenzitting. Het gaat over mevrouw Irakoze, die in 2005 naar Nederland is gevlucht. In die tijd was het beleid dat alle asielzoekers die daar vandaan kwamen, werden toegelaten. Toen de situatie in Burundi verbeterde, is dat beleid afgeschaft. Toen zijn al die zaken weer uit de kast gepakt en is men alsnog naar het individuele relaas gaan kijken.’ Veenstra legt uit dat het in deze zaak vooral om de geloofwaardigheid van de verklaring van mevrouw gaat, nu haar toenmalige man iets anders heeft verklaard. En dat hij moet toetsen of de negatieve beslissing van de IND in het geval van mevrouw Irakoze juridisch juist is.
‘Bent u geraakt door wat haar is overkomen?’
‘Ik ben wel geraakt door wat haar is overkomen. Als ze terug zou moeten, is dat verschrikkelijk ingrijpend, een alleenstaande vrouw met kinderen in een land waar het niet goed geregeld is. Maar ik probeer me daardoor bij mijn beslissing niet te laten beïnvloeden, en ik zal me daardoor ook niet laten beïnvloeden. Dat is niet mijn taak als onafhankelijke rechter,’ aldus Veenstra. Na afloop van het interview zeggen leden van de filmploeg op de gang tegen elkaar: ‘Het gaat goed hè? De onwennigheid van de eerste keer was er nu wel vanaf.’
Als de zitting begint, vraagt de rechter conform het protocol nog eens of iedereen die aanwezig is, toestemming heeft gegeven voor de opnames. Men mag tot het laatste moment nog terug, is de afspraak met de producent. Minderjarigen komen alleen onherkenbaar in beeld en anderen mogen daar ook voor kiezen. Handelingsonbekwamen en BOPZ-zaken komen niet in de uitzending.
Maar mevrouw Irakoze heeft geen bezwaar tegen de camera’s, die in de rechtszaal nauwelijks storen doordat ze keurig zijn weggewerkt. Ze worden vanuit de regiekamer achter de zittingszaal op afstand bediend. Drie heren zitten achter de schermen, producent Arjan van Engen in het midden. Tijdens het uitvoerige betoog van mr. Boelens verzucht hij: ‘Een heftige zaak, maar zo kan het wel héél lang duren.’ In het verhaal van de IND-man klinkt telkens weer de woorden ‘ongeloofwaardig’, ‘ongeloofwaardig’. In de close-ups van mevrouw Irakoze oogt haar gezicht nu toch iets minder onbewogen. Haar ogen schieten steeds sneller heen en weer tussen de advocaat en de vertegenwoordiger van de IND. Aan het eind heeft de rechter nog een vraag aan haar: ‘Uw eigen verklaring is niet innerlijk tegenstrijdig. Maar als u bent afgeperst en in elkaar geslagen, hoe kan het dan dat uw ex-man zegt dat er geen echte problemen waren?’
‘Ik heb het met mijn man besproken, maar ik denk dat hij niet echt geïnteresseerd was in mijn problemen,’ vertaalt de tolk mevrouw Irakoze. De rechter vraagt het nog een keer, in andere bewoordingen, en mevrouw herhaalt: ‘Hij was niet geïnteresseerd in mijn problemen.’ Van Engen, vanachter de knoppen in de regiekamer: ‘De taalbarrière is enorm hè, ook al zit hier een tolk bij.’
Van Engen was al in een vroeg stadium bij het project betrokken. Het portfolio van zijn productiemaatschappij De Haaien wekte bij de rechtbank vertrouwen – ze maakten onder andere de serie Vreemde tralies, over Nederlanders in buitenlandse gevangenissen, en Moskou tot Moermansk met Jelle Brandt Corstius. ‘Hier gaat het erom te laten zien wat er in de rechtbank gebeurt en wat leuk is om naar te kijken. Het programma moet een mix zijn van emotioneel, inhoudelijk en grappig. Maar niet op een commerciële manier, waar een emotie met een zoempje en een pianomuziekje wordt aangezet.’ Volgens Van Engen is het verhaal van de zaak het belangrijkst voor het programma. Maar de performance van de advocaat speelt natuurlijk ook een rol.

Vlaggenmast
Dat was merkbaar bij de zaak die eerder op deze dag werd opgenomen. Woonaccent Makelaars Amersfoort wil een vlaggenmast aan de gevel om reclame te maken voor de zaak, maar de gemeente weigerde een vergunning te verlenen. De makelaar beroept zich op de aanwezigheid van andere vlaggenmasten bij bedrijven in de straat. Een C-zaakje, zo was de inschatting: goed voor één of twee kleine scènes in een aflevering. Maar advocaat mr. Weijzen deed het wel erg leuk, vindt de crew. Na afloop van de zitting kwam hij uiterst opgewekt de rechtszaal uit, al had hij de zaak verloren. Alle gronden afgewezen, en de gemeente zou ook de andere vlaggenmasthouders gaan aanschrijven. ‘Zo gaat dat!’ riep mr. Weijzen. ‘Als advocaat verlies je wel meer, maar op deze manier is dat niet zo erg. Het was een uitstekende uitspraak in juridische zin. Maar ik weet natuurlijk niet hoe depressief cliënt is.’
Cliënt is ook niet depressief. Hij dacht van tevoren 3 procent kans te hebben om te winnen, zegt hij, ‘maar de rechter had wat mij betreft toch moeten zeggen: de gemeente heeft lang genoeg de tijd gehad, de rechtsgelijkheid brengt mee: geef meneer ook z’n vlaggenmast’. Dat de andere vlaggen nu moeten verdwijnen, betreurt hij. ‘Ik gun ze die vlaggen en het wordt er vrolijker van.’
Waarom doet advocaat Weijzen mee aan het programma? ‘Het kan nooit kwaad te laten zien hoe de rechtbank functioneert. En het is winst als het meer begrip oplevert, als het beeld over het strafrecht wordt genuanceerd.’ Gewillig werkt iedereen mee als ze voor de camera nog een keertje naar buiten moeten lopen. Voor vertrek schiet Mr. Weijzen de crew nog even aan: ‘Volgende maand heb ik nog een heel mooie zaak…’
Producent Van Engen heeft zo al heel wat advocaten zien passeren. Wat vindt hij van wat hij heeft gezien? ‘Je ziet soms zo’n maandagochtendadvocaat, die echt zit te blunderen, en er zijn mensen die er een heel theater van maken omdat ze denken: het is televisie. Maar het mooist is natuurlijk als er iets gebeurt tussen advocaat en rechter, dat de rechter tot nadenken wordt aangezet. Je kunt zien dat het pleidooi de zaak kan maken en breken bij de rechter. Maar het blijft wikken en wegen, het is niet zwart-wit. Het programma ook niet. De mensen op de bank mogen zelf advocaat of rechter spelen.’
Veel rustiger dan bij de ‘vlaggenmast’ gaat het eraan toe als partijen in de zaak- Irakoze de rechtszaal verlaten. Mevrouw zal nog een tijdje in onzekerheid verkeren, want de rechter zal over ruim een maand uitspraak doen. Hij vertelt voor de camera dat hij nog gaat nadenken en raadkameren met de griffier. De discussie was goed op de twee cruciale punten, vindt hij: de geloofwaardigheid, die een lastig punt blijft, en het betoog van de advocaat dat een alleenstaande vrouw met kinderen in Burundi op dit moment een groot risico loopt slachtoffer te worden van seksueel geweld. Als hij zijn beslissing heeft genomen, zal hij nog een keer voor de camera verschijnen, om de uitspraak toe te lichten. ‘Dat gebeurt normaal gesproken nooit,’ vertelt rechter Veenstra later. ‘In sommige zaken geeft de persrechter een algemene toelichting, maar over de zaak zelf geeft hij alleen informatie die rechtstreeks in de uitspraak terug is te vinden. De meeste rechters die aan dit programma meedoen, hebben voor zichzelf bedacht: wij willen daar niet te moeilijk mee omgaan. We lichten de zaak toe en dan kun je best meer informatie geven, die niet direct in de uitspraak is terug te vinden. Maar natuurlijk geen nieuwe, dragende overwegingen.’
In de zaak van mevrouw Irakoze is alles netjes, degelijk en beschaafd verlopen. Maar komt dat over bij de kijker? Aan het eind van de middag ziet het ernaar uit dat de ‘vlaggenmast’ prominenter in de uitzending zal komen dan verwacht, terwijl de zaak van mevrouw Irakoze toch niet het dragende verhaal voor een uitzending wordt. Want ja: het is televisie.

De achtdelige serie De Rechtbank wordt vanaf 30 november uitgezonden op de dinsdagavond.

(Trudeke Sillevis Smitt, redacteur Advocatenblad)

Advertentie