Van alle nieuwe staten die hun ontstaan aan de fragmentatie van Midden-Europa te danken hebben, krijgt de onafhankelijke republiek Sabsyap wel de minste aandacht. Ten onrechte. Neem bijvoorbeeld de wijze waarop daar het vraagstuk van de advocatenhonorering is opgelost.
Aan de enige universiteit die Sabsyap rijk is, bekleedt professor Drahpow de leerstoel Verantwoord en Doelmatig Procederen. Ik citeer hem:
‘Toen de republiek werd uitgeroepen, nam de wetgever als uitgangspunt dat de publieke voorziening van de rechtsbedeling voor een ieder gelijkelijk toegankelijk moest zijn doch nooit lichtzinnig mocht worden gebruikt. Hier staat immers het publiek belang van doelmatig gebruik van algemene middelen tegenover het individueel belang van toegang tot het recht. Het gevaar werd onderkend dat advocaten, gedreven door vooral hun eigen belang, te lichtvaardig zouden adviseren om te gaan procederen als zij per uur gehonoreerd zouden krijgen. Die beloningsvorm werd dus verboden. Het is in Sabsyap wettelijk voorgeschreven dat de advocaat van een eisende partij alleen recht heeft op een honorarium als blijkt dat er op goede gronden een procedure werd begonnen.
Deontologisch is deze oplossing ook sterk: een advocaat op uurtarief heeft een eigen belang dat met het toevertrouwde belang kan conflicteren. Als hij voor zijn eigen belang afhankelijk is van het realiseren van het aan hem toevertrouwde belang, is er parallelliteit van belangen.
En rechtbanken krijgen alleen zaken te behandelen die ertoe doen. De praktijk heeft de juistheid van de theorie inmiddels bevestigd. Rechtbanken zijn niet overbelast en eisers winnen de grote meerderheid van alle zaken. Dat ontmoedigt verweerders, hetgeen het effect nog weer van binnenuit versterkt.’
Maar nu is juridisch Sabsyap in rep en roer: er wordt over geklaagd dat er alleen nog maar geheide zaken worden aangebracht en dat de Raad van Wijste Personen nauwelijks de kans krijgt om aan vernieuwende rechtspraak te doen. De dynamiek is eruit. Er gaan stemmen op om dan toch maar, onder zwaar gecontroleerde omstandigheden, toe te staan dat partijen die per se willen procederen maar geen advocaat kunnen vinden die resultaatgerelateerd wil werken, hun advocaat op een uurtarief laten werken. De geciteerde hoogleraar ziet wel dat access to justice en het belang van zo’n rechtsvorming zo’n voorziening gewenst maken, maar waarschuwt voor de dreigende erosie van het ethisch beginsel dat een advocaat uitsluitend een parallel belang met zijn cliënt mag hebben: het belang van de goede uitkomst van de zaak. Waar moet dit heen? Ik houd u op de hoogte.
(Jan Loorbach)