Omdat hij drie jaar in Polen had gewoond, werd Remco van der Kroft door zijn Nederlandse collega’s de ‘Lech Walesa van Nauta’ genoemd. Toepasselijk: zijn toekomst bleek in Polen te liggen. Hij woont er nu alweer zes jaar en is partner bij een Pools kantoor.

Poolse service
Remco van der Kroft maakte voor het eerst kennis met de Poolse taal en cultuur tijdens een studiereis in 1985. Het land boeide hem en hij besloot Pools te gaan leren. ‘Terugkijkend op mijn carrière heb ik een groot deel van mijn loopbaan te danken aan mijn beheersing van de Poolse taal,’ meent Van der Kroft. ‘Toen ik besloot Pools te gaan leren, keek iedereen mij aan alsof ik gek geworden was. Het was in die tijd meer modern om Spaans of Chinees te gaan studeren, maar ik ben blij dat ik het gedaan heb. Vanwege mijn kennis van de Poolse taal werd ik begin jaren negentig door een Frans-Amerikaans kantoor uitgezonden naar Warschau. Toen ik in 1995 terugkwam in Nederland werd ik bij het (toenmalige) NautaDutilh aangenomen als advocaat-stagiaire, omdat dit kantoor de intentie had een vestiging in Polen op te zetten. Vervolgens kreeg ik, na zeven jaar Nederland en twee jaar Chicago, een baan aangeboden bij een ontwikkelaar in onroerend goed in Warschau. Na twee jaar ben ik weer teruggekeerd naar de advocatuur en ben nu ben ik partner bij Brockhuis Schnell Jurczak Prusak (BSJP) in alliantie met Taylor Wessing in Warschau.’
Van der Kroft houdt zich voornamelijk bezig met fusies en overnames en onroerend goed. ‘Dit kantoor is opgericht door twee Duitsers en twee Polen,’ vertelt hij. ‘Wij zijn geen typisch Pools kantoor: onze klanten komen voornamelijk uit het buitenland. Wanneer wij een cliënt adviseren, proberen wij zo veel mogelijk in een Pools/buitenlands team te werken. Dat heeft een reden. Tot voor kort was het standaard antwoord van een Poolse jurist: “Nee, dat kan niet.” Zelfs toen ik als jong broekie in Polen werkte, had ik al toegevoegde waarde omdat ik begreep dat je hier bij een cliënt niet ver mee zou komen. Poolse juristen hebben hun service en klantvriendelijkheid de laatste jaren enorm verbeterd, maar buitenlandse cliënten vinden het nog steeds prettig om met een gemengd team te werken.’

Slecht betaald
In Polen zijn er twee balies: één voor advocaten en één voor juridisch adviseurs. Alhoewel het onderscheid tussen de balies begint te vervagen, procederen Poolse advocaten vooralsnog exclusief in het familierecht en strafrecht. Remco van der Kroft staat in Polen ingeschreven als Nederlands advocaat bij de balie van juridisch adviseurs. Hij runt een commerciële praktijk en doet voornamelijk transacties. Hij komt dus weinig in de Poolse rechtszaal. En als er een conflict ontstaat, bijvoorbeeld over een bouwcontract, dan kiest Van der Kroft niet voor de gang naar de rechtbank, maar voor arbitrage bij de Poolse Kamer van Koophandel. ‘De kwaliteit van de lagere Poolse rechters is bedroevend,’ vindt hij. ‘Zij krijgen heel slecht betaald, dus alle goede juristen wijken uit naar de particuliere sector. Gelukkig leidt dit niet tot corruptie, maar ik heb tijdens een conflict over een bouwcontract wel meegemaakt dat de rechter ruiterlijk toegaf helemaal niets van het geschil te snappen. Hij adviseerde ons de zaak zelf maar op te lossen, anders zou dit geschil ons weleens hoop geld aan experts en kostbare tijd gaan kosten. Gelukkig worden de hogere rechters in Polen beter betaald. Een rechter bij de Hoge Raad in Polen bijvoorbeeld verdient niet eens zo veel minder dan zijn collega in Nederland. En met het hogere salaris, stijgt in Polen ook de kwaliteit van de rechtspraak.’

Dictators
De opleiding van Poolse advocaat-stagaires wordt, net als in Nederland, verzorgd door de Orde van Advocaten. ‘De opleiding is alleen een stuk intensiever dan in Holland,’ meent Remco van der Kroft. De Polen zijn dol op examen doen. Aan het begin en aan het einde van je stage moet je een Bar Exam afleggen. Een ongelooflijk zwaar examen, waarbij je allerlei wetten uit je hoofd moet kennen. Deze hoge eisen leveren echter geen betere advocaten op dan in Nederland. Ze kennen wel de wetten uit hun hoofd, maar de praktijkervaring ontbreekt. Ook het loopbaantraject van een Poolse advocaat is identiek aan dat van zijn Nederlandse collega. Het verschil zit in het feit dat Poolse advocatenkantoren zeer ondemocratisch zijn.
Volgens Van der Kroft regeert de oudste partner als een strenge vorst over zijn ‘onderdanen’ en hebben de overige partners hebben weinig tot niets in melk te brokkelen. ‘Dit komt door het Poolse communistische verleden. Ten tijde van het Oostblok werden alle advocatenkantoren gecontroleerd door de Staat. Bovendien waren er heel weinig advocaten in die tijd. Het was dus begin jaren negentig een heel klein en exclusief groepje dat in Polen een eigen kantoor begon. Sommige van deze advocaten zijn al bijna twee decennia lang managing partner en gedragen zich als dictators. Gelukkig verandert dit, net als de servicegerichtheid, in een snel tempo. Sommige buitenlanders hebben veel kritiek op Polen, maar zij vergeten dat het maatschappelijke landschap er hier twintig jaar geleden heel anders uitzag. Veel Poolse advocaten zijn na het communistische tijdperk met niets begonnen, zij hebben enorme sprongen vooruit gemaakt. Alleen de Poolse wegen zijn nog bijna net zo slecht als vroeger.’

Omgangsvormen
Remco van der Kroft voelde zich vrij snel thuis in Polen. Hij is getrouwd met een Poolse en was de Poolse taal al machtig voordat hij zich eind 1992 voor het eerst in Warschau vestigde. Wel moest hij wennen aan de uiterst formele omgangsvormen van de Poolse bevolking, vooral in de werksfeer. ‘Ik heb me er jaren tegen verzet, maar dat bleek nutteloos: jonge medewerkers spreken mij aan met “Meneer de Maecenas”. Het klinkt raar, maar dat is hier de gebruikelijke aanspreektitel voor advocaten. Ik tutoyeer vrijwel iedereen, maar sommige van mijn Poolse collega’s gebruiken deze aanspreekvorm ook onderling. Je moet hier ook niet te direct zijn. Een eindeloos gesprek vol beleefdheden is niet nodig, maar een zakelijk gesprek moet je wel even inleiden. Je kunt hier overigens wel het risico lopen minstens een halfuur lang op iemands wel en wee te worden getrakteerd alleen door het stellen van de vraag: “Hoe gaat het?” Dat is in Polen beslist geen holle frase, zoals in Amerika’ [en Nederland, red.].
Het is niet waarschijnlijk dat Van der Kroft en zijn gezin terugkeren naar Nederland. ‘Behalve misschien wat culinaire zaken mis ik Nederland niet. Ik ben al zo lang weg. Het is heel leuk om als buitenlander in Polen te werken. Ik doe hier dingen die ik in Nederland nooit gedaan zou hebben. Je bent geen grijze muis, dat is het leuke van het expatbestaan en dat is eigenlijk best verslavend.’
Verwarde consument betrapt
Remco van der Kroft heeft een zwak voor het intellectuele eigendomsrecht en is binnen de maatschap verantwoordelijk voor de uitbouw van dit praktijkgebied. In Polen zijn steeds meer zaken op dit gebied, omdat de Polen zich in toenemende mate bewust zijn van de waarde van hun intellectuele bezittingen. In 1993 werd Van der Kroft in Warschau al direct geconfronteerd met de gevolgen van namaak. ‘In 1993 waren er Warschau slechts twee supermarkten. Het was dus niet zo toevallig dat ik daar mijn Amerikaanse collega tegenkwam. Samen met hem behandelde ik een zaak voor een grote producent van frisdranken: een Canadees-Pools bedrijf had een frisdrank op de markt gebracht, waarvan de naam slechts met één letter verschilde van het origineel van onze cliënt. Terwijl wij in gesprek waren, kwam een Poolse man voorbij met in zijn winkelwagentje zes flessen van onze cliënt en drie flessen van de Canadees-Poolse producent. Ik sprak hem aan op deze rare combinatie: zes flessen authentieke frisdrank en drie namaak. De man vloekte, bedankte mij en vertelde het verschil niet te hebben gezien. Ik vroeg hem of hij bereid was te getuigen in een rechtszaak en dat wilde hij wel. We hebben de zaak dan ook gewonnen. In het merkenrecht draait alles om het gevaar van verwarring bij de gemiddelde consument. Het is natuurlijk erg mooi om de verwarde consument op heterdaad te betrappen.’

Anna Italianer, journalist

Advertentie