De Amsterdamse Zuidas is het podium van grote kantoren en dito deals – maar wat gebeurt er daar achter die deuren met de mensen? Eén ding staat vast: zodra je er als advocaat begint, is er geen ruimte voor wie je eigenlijk bent en wordt er constant een spel gespeeld. Dat schrijven drie anonieme vrouwen uit de advocatuur en het bankwezen, in Zo Zuidas – overwerk & achterklap in de Amsterdamse kantoorjungle. Vorige maand vond de lancering van dit boek plaats, in afwezigheid van de auteurs. De reden voor deze geheimzinnigheid? ‘Zodra ze bekendmaken wie ze zijn, drogen hun bronnen op’, aldus Eric Razenberg, algemeen directeur van Pearson Uitgeverij tijdens de introductie. Nu kunnen de Zoza’s, zoals ze zichzelf noemen, nog zonder schroom inside stories voor het voetlicht brengen, en toekomstige Zuidassers adviseren. Dan doen ze in het boek, en sinds een paar jaar al op de website www.zozuidas.blogspot.com.
Emotioneel onderontwikkeld
De Zoza’s kennen de ‘towers of power van binnenuit’ en daarmee ook de partners. ‘Op het cv van iedere baas staat wel een persoonlijke afwijking vermomd als competentie. “Gedreven” als eufemisme voor tiran, “perfectionistisch” voor de inflexibele neuroot. Bij partners van een advocatenkantoor is vaak geen sprake meer van een afwijking, maar heb je te maken met een complete persoonlijkheidsstoornis’, schrijven ze.
De managing partners onderscheiden de Zoza’s in zes types, waaronder de gemene en onredelijke Ludo: ‘Deze baas is emotioneel onderontwikkeld vanwege gebrek aan interactie met echte mensen buiten kantoor (…)’. De ‘als je hier binnenkomt krijg je een dreun’-partner is een diva met een burn-out: ‘Hij is het type partner wiens werkkamer je binnentreedt met samengeknepen billen en een bonzend hart. (…) Dit is het type kort lontje. Hij neemt geen tijd om tegenslagen te verwerken, die dus lekker onderhuids liggen te gisten.’ De junior partner wordt gekenmerkt als de ‘ik vertrouw niets wat je doet’-partner en controleert je dwangmatig. ‘Hij is van het soort dat met de Ctrl-F-toets dubbele spaties uit jouw memo vist om je vervolgens très sérieux te vragen eens diep na te denken over jouw competenties als jurist.’
Niet alleen ‘de onmetelijke sterallures van de corporate spelers’ zijn voer voor nadere beschouwing, ook het werk maakt de verwachtingen niet waar. Voor wie een carrière aan de Zuidas overweegt, krijgt het advies vooral niet in de HR-leugens als ‘werken aan uitdagende zaken in een internationale omgeving’ te tuinen. Het werk op de Zuidas omschrijven de Zoza’s als saai, eentonig en weinig creatief. Het is lopendebandwerk waarbij iedereen een ander schroefje aandraait. Als je dat combineert met een goede beheersing van Word en Excel dan kom je volgens de Zoza’s een heel eind. Werken is vooral ook strategisch uitstippelen hoe werk te delegeren, te ontduiken en wat me-time (surfen op Facebook, YouTube: ‘de belangrijke dingen des levens’) in te bouwen.
Hielenlikken
De boekpresentatie bestond voor het grootste gedeelte uit een quiz die Jort Kelder presenteerde. De ongeveer honderd aanwezige Zuidassers (60 procent vrouw, tussen de 20 en 30 jaar) kregen een stemkastje en gaven hun mening op stellingen als ‘promotie wordt toegekend op basis van een cursus hielenlikken’. Een vrouw uit het publiek: ‘Carrière wordt bij het koffieapparaat gemaakt. Dat geldt vooral voor mannen.’ Het publiek meende ook dat loyaliteit wordt geveinsd door te doen alsof, en dat kinderen het einde van Zuidas-carrière inluiden. Over het statistisch niet-valide testje onder leiding van Kelder wist de uitgeverij de volgende dag niettemin te melden: ‘Opmerkelijke uitkomsten opinieonderzoek werkomstandigheden Zuidas’.
Hedy Jak, redacteur