Letselschadeadvocaat Tom Eskes kreeg het in 2007 aan de stok met het Openbaar Ministerie in Dordrecht over twee zaken waarin hij derden kennis had laten nemen van stukken uit strafdossiers. Hij had die stukken als advocaat van de slachtoffers van het OM gekregen. Het OM verweet Eskes dat hij in beide gevallen in strijd met Gedragsregel 10 had gehandeld. De raad van discipline in Den Haag gaf het OM gelijk, maar het Hof van Discipline vernietigde de waarschuwing en verklaarde de klacht alsnog ongegrond.

Rouwverwerking

In de eerste zaak stond Eskes de moeder van een verkeersslachtoffertje bij. In het kader van de rouwverwerking wilde zij de verkeersveiligheid op de plek van het ongeluk verbeteren. In dat verband gaf Eskes een journalist inzage en een wethouder afschrift van het strafdossier. Toen Eskes in een andere zaak weer om afgifte van een strafdossier vroeg, kreeg hij slechts een klein gedeelte, met de opmerking: ‘Nadrukkelijk meld ik u – gezien een eerdere ervaring met een verstrekking aan u – dat deze stukken niet bedoeld zijn om aan derden, zoals de pers te verstrekken.’ Eskes gaf in deze tweede zaak een journalist inzage, op voorwaarde dat deze slechts anoniem en alleen na goedkeuring zou berichten.
De raad van discipline in Den Haag oordeelde vorig jaar dat Eskes in de eerste kwestie een verkeerde belangenafweging gemaakt: hij had de verkeersveiligheid op een voor de verdachte minder schadelijke manier onder de aandacht van de wethouder kunnen brengen. In de tweede zaak oordeelde de raad dat Eskes in strijd had gehandeld met ‘de door de officier van justitie aan het verstrekken van de stukken verbonden voorwaarde’. Eskes kreeg een waarschuwing opgelegd.
In zijn uitspraak van 14 februari jongstleden oordeelt het hof dat Eskes de wethouder wel degelijk een afschrift van het dossier mocht geven. Daarbij weegt het hof mee dat het ging om de strijd van een rouwende cliënte voor verbetering van een gevaarlijke oversteekplek. Verder speelde een rol dat er met de wethouder afspraken waren gemaakt over geheimhouding. Bovendien had de officier toegegeven dat hij de wethouder desgevraagd zelf ook afschrift zou hebben verschaft.
In de kwestie van de dossierverstrekking ‘onder voorwaarde’ had de officier volgens het hof een eenzijdige mededeling gedaan, die door Eskes niet als voorwaarde was geaccepteerd – en waaraan hij dus ook niet gehouden kon worden.

Opgetogen – teleurgesteld

Tom Eskes reageert opgetogen op de uitspraak. ‘Ik heb vrij principieel aan deze zaak gehangen. Mijn praktijk bestaat voor bijna 100% uit letselschadezaken. Het verhalen van de schade is maar een onderdeel van het werk. In de zaak van het verkeersongeval was het belang van mijn cliënte om die verkeersveiIigheid op orde te brengen heel groot. Er waren collega’s die zeiden: had het allemaal maar aan je cliënten overgelaten. Maar ik zie het ook als taak van advocaten om hun klanten te beschermen tegen media-aandacht en het OM. En als het OM eenzijdig een verplichting kan opleggen aan een advocaat die het dossier in ontvangst neemt, dan is de advocatuurlijke vrijheid in het geding. Met deze uitspraak is duidelijk bepaald dat dat niet kan.’

De betrokken officier Jan Koorn liet op de valreep weten teleurgesteld te zijn over ‘de zeer formele benadering van de kernvraag in dit vonnis. De klachten zijn destijds ingediend vanuit de verantwoordelijkheid die het OM heeft voor de bescherming van de belangen van derden bij de verstrekking van het dossier aan anderen. Inmiddels heeft er een wetswijziging plaatsgevonden, waardoor bij de verstrekking van deze stukken de belangenafweging in veel mindere mate is neergelegd bij het OM.’ Mogelijk komt het OM nog met een algemene landelijke reactie.

Trudeke Sillevis Smitt

Advertentie