Onder het voorgestelde nieuwe toezichtsstelsel krijgt het BFT geen inzage in de vertrouwelijke dossiers. Lokale dekens zullen de dossiers zo nodig onderzoeken, onder supervisie van een nieuw onafhankelijk orgaan binnen de Orde, waarin geen advocaten zitting hebben.
Staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie schreef op 7 februari aan de Tweede Kamer dat hij rekening wil houden met de ‘bijzondere positie van de advocatuur in ons rechtsbestel’. Daarom wil hij de verantwoordelijkheid voor het toezicht op de advocatuur niet beleggen bij een externe toezichthouder, maar bij een landelijk toezichthoudend orgaan binnen de Orde. De leden van dit orgaan zullen onafhankelijk zijn van de beroepsgroep; er zullen geen advocaten deel van uitmaken. Het orgaan ziet toe op het feitelijke toezicht dat de lokale dekens uitoefenen. Daardoor is de vertrouwelijkheid van cliëntengegevens gewaarborgd. Het orgaan ‘is ook bevoegd om in daartoe aangewezen gevallen eventuele bestuurlijke maatregelen op te leggen’. Wat dat voor gevallen zijn en wat de mogelijke maatregelen zijn, staat niet in de brief.
In deze opzet heeft het Bureau Financieel Toezicht niet direct toegang tot de dossiers. Pas als de lokale deken vaststelt dat een advocaat over de schreef is gegaan, zal het dossier worden doorgespeeld aan het BFT.
Het wetsvoorstel over het toezicht volgt in de loop van het jaar.