Aan procederen in China heeft nog nooit iemand plezier beleefd. ‘Het is iedereen af te raden,’ aldus Alexander de Nerée tot Babberich, advocaat in Hongkong. Maar dat blijkt geen belemmering om je er te vestigen.

Hij is er vroeg ingestapt, vindt hij zelf. Op dertigjarige leeftijd, net advocaat-medewerker geworden, opende De Nerée zijn eigen kantoor, De Nerée Advocates in Hongkong – het eerste, en vooralsnog het enige Nederlandse kantoor aldaar. Kort daarna volgde het kantoor in Amsterdam, De Nerée Tuinman & Van Woensel Advocaten. Inmiddels plukt hij de vruchten van bijna zes jaar ervaring in Azië. ‘Medewerker worden is een defining moment in de carrière van een advocaat. Het zette mij in elk geval aan het denken. Ik hoorde de lokroep van het buitenland en van een eigen kantoor. Karine Oyens, met wie ik samen nu het kantoor in Hongkong bezet, wees indertijd op de mogelijkheden voor Nederlandse advocaten in Hongkong, ik kon een investering lospeuteren bij mijn vader en toen ben ik ook maar meteen vertrokken.’ Al snel bood De Nerée in Hongkong naast advocatendiensten ook corperate services aan. aEen goede manier om cliënten binnen te halen,’ meent hij. ‘Eerst een vennootschap oprichten tegen een fixed fee, niet meteen de geldmeter laten lopen. Je zegt een paar slimme dingen, de cliënten leren je beter kennen en komen vervolgens met hun andere juridische vraagstukken ook jouw kant op. De basis van ons kantoor is juridisch: praktische zaken, zoals huisvesting, regelen wij niet. Hiermee onderscheid ik me gunstig van de talloze China adviseurs – een onbeschermde titel overigens – en krijg ik een betere kwaliteit cliënten. Mijn klantenkring bestaat hoofdzakelijk uit (Nederlandse) bedrijven die hun eerste schreden in Hongkong zetten en mensen die hier verblijven en in de problemen zijn gekomen. Maar ook advocaten uit Hongkong die vragen hebben over Nederlandse documenten bellen mij.’

Rechter of dorpsoudste?
De Nerée is geen man van rampverhalen – maar over de gang naar de rechter in China kan hij weinig goeds vertellen. Het systeem is niet onafhankelijk, niet openbaar en al helemaal niet transparant. Pas in 2007, in de aanloop naar de komst van de Olympische Spelen in Beijing, werd een verplichte toetsing door de Supreme Court ingevoerd voor zaken waarin de doodstraf is opgelegd. Vóór die tijd kon een lokale rechtbank zonder meer de doodstraf opleggen en was het aan de veroordeelde om in hoger beroep te gaan. Het beroep van rechter is in China slechts een stap op de ladder van de ambtelijke carrière; een juridische achtergrond is hierbij lang niet altijd noodzakelijk.
Ooit werden geschillen in China aan de dorpsoudste voorgelegd en volgens De Nerée was China in bepaalde opzichten toen beter af dan tegenwoordig. ‘Zittingen zonder wederpartij, niet nageleefde bewijsregels en de rechter blijft maar om documenten vragen die er niet zijn: heel frustrerend – en dan heb ik het niet over de Chinese binnenlanden, maar over procederen in Sjanghai. Het verbetert overigens wel iets. De Amerikaanse lobby voor verbetering van het IE-recht is sterk, wat uiteraard ook in hun eigen belang is omdat hier zo veel plagiaat is. Onlangs kwam ik zowaar een redelijk doortimmerde uitspraak tegen van een Chinese rechter, gebaseerd op het Amerikaanse recht. Hoogst waarschijnlijk het enige recht dat de rechter kende. Aan het Chinese recht heb je overigens niet veel. Het is een uitgangspunt, maar welke wet vervolgens prevaleert en hoe de procedure verder gaat, is vaak ongewis. Het recht geeft hier een schijnzekerheid: er is een wet maar die wordt vervolgens niet of verkeerd toegepast. Verder is het heel erg moeilijk een normaal antwoord van een Chinese advocaat te krijgen. Nederlandse cliënten zijn gewend om van hun advocaat verschillende opties te vernemen en vervolgens een duidelijk advies te krijgen. Hier gaat dat heel anders: je krijgt een ellenlang verhaal waarin alle denkbare scenario’s worden geschetst, een college geschiedenis over het recht in de Volksrepubliek China en de kwestie waar het om gaat komt niet of pas heel laat aan de orde. Een telefoongesprek met een Chinese collega kost dus ongelooflijk veel tijd en geduld. Op de goede Chinese advocaten ben ik zuinig, die koester ik in mijn kaartenbak.’

Nederlanders van Azië
Hongkong is de springplank naar Azië, vertelt De Nerée. ‘Je struikelt hier over de pioniers die een eigen bedrijf willen beginnen. Het is ook vrij eenvoudig om in Hongkong iets op te zetten. Ik zeg altijd: met een creditcard en een beetje geduld kom je hier een heel eind. Voordeel is ook dat de overheidsbemoeienis minimaal is. btw bestaat niet: je betaalt één keer per jaar winstbelasting, dat is alles. Ook het verkrijgen van een verblijfsvergunning is niet zo lastig. Het nadeel van die laagdrempeligheid is dat iedereen makkelijk kan toetreden. De concurrentie is dan ook heftig in Hongkong.’
De Nerée was snel gewend aan het leven in Hongkong: Hongkong is erg westers ingesteld. ‘Het lijkt mij eerlijk gezegd gemakkelijker om naar Hongkong te verhuizen dan naar Arnhem.’ In de omgang met de Chinezen van het vasteland vindt hij dat het meevalt met de cultuurverschillen. ‘Chinezen zijn de Nederlanders van Azië. Zij moeten vaak lachen om onze flauwe grappen en hoewel ze wel hiërarchisch zijn, zijn ze niet erg formeel ingesteld. Ik kan me inmiddels redelijk redden in het Mandarijn, dat helpt ook. De werkdruk in Hongkong ligt hoog. Tot 2005 was de zaterdag zelfs een officiële werkdag. Ik moet hard werken, maar daar was ik in Nederland bij Allen & Overy al aan gewend. Toen was ik vaak degene die al zijn privéafspraken moest afzeggen. Hier zit iedereen in dat ritme: als het niet anders kan, gaan we allemaal pas om halftien aan tafel.’

One country, two systems
Tot 1997 was Hongkong een Britse kroonkolonie onder direct bestuur van Engeland. Bij de grootse hand-over in 1997 werd Hongkong overgedragen aan China. Sindsdien wordt Hongkong bestuurd op basis van het one country, two systems-principe. De relatie tussen Hongkong en China wordt geregeld door een verdrag (basic law) dat tot 2047 geldt. Daarin wordt de mate van zelfbestuur geregeld, maar ook de waarborgen voor de vrijheid van meningsuiting, vrijheid van religie, drukpers en demonstratie. Onder het one country, two systems-regime is Hongkong in feite maar in beperkte mate onderdeel van China. Hongkong heeft een eigen rechtssysteem gebaseerd op common law, eigen belastingregels en een eigen beurs. Internationale betrekkingen en veiligheid (waaronder politie en douane) vallen onder de verantwoordelijkheid van China. Rechtbanken daarentegen spreken recht naar common law aangevuld met Hongkong ordinances. Hongkong wordt in China in juridische zin als buitenlands aangemerkt en in fiscale zin ook als offshore. In de praktijk is er nog veel discussie over de werking van basic law. Beijing probeert in Hongkong haar macht te vergroten en Hongkong probeert zich daartegen te verzetten. Het levert een ingewikkeld schaakspel op van belangen, macht en wederzijdse afhankelijkheid.

Anna Italianer, journalist

Advertentie