In de laatste nummers van dit blad is ampel geschreven over de advocaat-mediator en het verschoningsrecht. De mediator enerzijds en de advocaat anderzijds zie ik liever niet in één en dezelfde persoon belichaamd, integendeel; hun beider taken zijn verschillend. De mediator dient ervoor zorg te dragen dat er bij een echtscheiding op gemeenschappelijk verzoek een echtscheidingsconvenant komt als weerslag van de gemeenschappelijke wens en daarmee het gemeenschappelijk belang van partijen. Vervolgens komt de advocaat in beeld, die de opdracht heeft te bevorderen, dat de inhoud van het echtscheidingsconvenant ook door de rechtbank in de echtscheidingsbeschikking wordt overgenomen, hetzij door individuele bepalingen als individuele verzoeken te formuleren hetzij door de rechtbank te verzoeken de inhoud van het echtscheidingsconvenant integraal in de echtscheidingsbeschikking over te nemen. In mijn optiek kan het dus voorkomen, dat mr. X als advocaat/echtscheidings-mediator het echtscheidingsproces tot en met het echtscheidingsconvenant begeleidt, terwijl mr. Y als procesadvocaat de procedure bij de rechtbank voert. Op deze manier is het ook voor de cliënt het duidelijkst. Ik acht het samensmelten van mr. X en mr. Y niet juist.
Wat veroorzaakt nu het probleem? Mr. X ziet, dat hij een ‘beetje omzet’ aan mr. Y schenkt en wil dat zelf houden. Welnu: bij twijfel niet inhalen. Mr. X moet zijn werk als mediator doen en dient daarvoor marktconform te worden voldaan. Vervolgens gaat mr. Y aan het werk, die ook marktconform dient te worden voldaan. Ik sluit mij daarom geheel bij mr. Loorbach aan. Ook al is de mediator tevens advocaat, hij handelt als mediator en wordt als mediator beoordeeld.
Wel blijft dan de situatie bestaan dat de procesadvocaat, die het rechterlijke traject behandelt, in feite twee heren (cq dames dan wel dame en heer) bedient. Op zich is dit ook niet wenselijk. Immers ook hier kunnen de oorspronkelijk synchroon lopende belangen gaan divergeren en zal de procesadvocaat zijn handen van de zaak af moeten halen en ieder der partijen naar een andere procesadvocaat moeten verwijzen. Ook hier gaat de financiële schoen wringen en wil men uit het oogpunt van kostenbesparing de procedure vervolgen met één procesadvocaat. Kan dat of kan dat niet? Bij twijfel… – het kan niet. En wel omdat de cliënten er op moeten kunnen vertrouwen dat hetgeen door hun aan hun advocaat is gezegd, vertrouwelijk is. Wanneer de procesadvocaat de kennis van de ene partij verkregen mixt met die van de andere partij verkregen, is die vertrouwelijkheid verbroken en dat mag nooit.
Dit alles brengt mee dat de procesadvocaat, wanneer hij de echtscheidingszaak ter verdere afwikkeling van de mediator overneemt, beide partijen volledig moet informeren, dat hij als procesadvocaat, indien en voorzover er zich een tegenstrijdigheid van belangen voordoet, de zaak zal hebben neer te leggen en ieder van partijen een eigen proces-advocaat zal hebben te zoeken.
V.C. van Ahee, advocaat te Zwolle
Hiermee is de discussie gesloten (red.).