Hof van Discipline 6 april 2009, nr. 5285
(mrs. Zwitser-Schouten, Baauw, Balkema, Van Houtum en Van Loo)
Raad van Discipline Leeuwarden 29 augustus 2008
(mrs. Onnes-Wind, Dijkema, Van Hartingsveld, Van der Meulen en Wiersema)
De advocaat is verplicht tot geheimhouding. Deze verplichting kan niet als absoluut en te allen tijde geldend worden aangemerkt. Onder de gegeven omstandigheden kan de keuze van mr. X om zijn geheimhoudingsplicht te doorbreken niet als onjuist worden gekwalificeerd omdat er sprake is van een directe dreiging en daaruit voortvloeiend gevaar voor betrokkenen.
– Art. 46 Advocatenwet (1 Zorg voor de cliënt; 1.3 Geheimhoudingsplicht)
– Gedragsregel 6
Feiten
Mr. X heeft klager bijgestaan in een echtscheidingsprocedure bij de rechtbank. Tijdens de echtscheidingsprocedure heeft de Raad voor de Kinderbescherming aanleiding gezien bij de rechtbank een verzoek in te dienen tot ondertoezichtstelling van de kinderen van klager en zijn (voormalige) echtgenote. Er moest nog worden (voort)geprocedeerd over de verdeling van de huwelijkse goederengemeenschap. Vanwege het ontbreken van een vertrouwensrelatie hebben mr. X en klager besloten uiteen te gaan. Klager heeft zich vervolgens tot een andere advocaat gewend.
Klacht
De klacht bestaat uit vijf onderdelen.
1 Er is een gezinsvoogd benoemd over de kinderen van klager. Mr. X heeft met deze gezinsvoogd telefonisch contact gehad. Dat is een kwalijke zaak. Mr. X kan daarmee geen andere bedoeling hebben gehad dan klager in een kwaad daglicht te plaatsen. Ook heeft mr. X telefonisch verkeerde informatie doorgegeven aan de Kinderbescherming. Het bevreemdt klager dat mr. X vertrouwelijke informatie doorvertelt aan een andere partij. Via de tegenpartij is klager er achter gekomen dat mr. X klagers verhaal aan anderen heeft doorverteld. Dit zou niet moeten, omdat mr. X daarmee anderen beïnvloedt en op een niet-positieve manier.
2 t/m 5
(…)
Verweer
Ad 1 Tijdens de echtscheidingsprocedure heeft de Raad voor de Kinderbescherming aanleiding gezien om een verzoek bij de rechtbank in te dienen tot ondertoezichtstelling van de kinderen van klager en zijn voormalige echtgenote. Dit verzoek is gelijktijdig met de ouderverhoren behandeld. Mr. X heeft nimmer telefonisch contact gehad met de gezinsvoogd of deze van wat voor informatie dan ook voorzien. Alles wat klager mr. X in vertrouwen heeft verteld, valt uiteraard onder het beroepsgeheim en hetgeen mr. X op de zittingen heeft aangevoerd, is in overeenstemming met de inhoud van de telkens daarvoor plaatsgehad hebbende besprekingen met klager. Wel heeft mr. X op 16 maart 2007 telefonisch contact opgenomen met de Raad voor de Kinderbescherming vanwege het feit dat klager hem die dag had meegedeeld dat hij zijn gewezen echtgenote en de medewerkers van de Raad voor de Kinderbescherming om het leven zou brengen.
Ad 2 t/m 5
(…)
Overwegingen raad
Ad 1 Klager stelt dat mr. X vertrouwelijke informatie aan derden heeft doorgegeven. De raad is van oordeel dat een advocaat verplicht is tot geheimhouding omtrent de bijzonderheden zijn cliënt aangaande. Deze regel 6 van de Gedragregels 1992 kan echter niet als een absolute en te allen tijde geldende regel worden aangemerkt. Mr. X heeft duidelijk gemaakt dat hij de bedreigingen van de kant van klager jegens klagers voormalige echtgenoot alsmede diverse medewerkers van de Raad voor de Kinderbescherming zo serieus heeft moeten opvatten, dat hij het onverantwoord achtte om zijn geheimhoudingsplicht te handhaven. De raad heeft uit hetgeen op grond van de stukken is komen vast te staan en uit hetgeen ter zitting is besproken, afgeleid dat de door mr. X onder de gegeven omstandigheden gemaakte keuze niet als onjuist kan worden gekwalificeerd. Er was immers sprake van een directe dreiging en daaruit voortvloeiend gevaar voor betrokkenen. Verder is niet komen vast te staan dat mr. X de vertrouwelijke informatie ook aan anderen dan de Raad voor de Kinderbescherming heeft verstrekt.
Ad 2 t/m 5
(…)
Beslissing raad
Verklaart de klacht in al haar onderdelen ongegrond.
Overwegingen hof
Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.
Beslissing hof
Bekrachtigt de beslissing van de raad.
Noot
Vertrouwelijkheid is een kernwaarde van de advocatuur. Aan de geheimhoudingsplicht voor advocaten wordt terecht zwaar getild. De bereidheid om de geheimhoudingsplicht te relativeren, lijkt echter toe te nemen. Wanneer mensenlevens op het spel staan, is het eigenlijk al geen punt van discussie meer dat de geheimhoudingsplicht geen absolute werking heeft. In de kenbare tuchtrechtspraak was dit echter nog niet eerder duidelijk naar voren gekomen. Met deze uitspraak is in die leemte voorzien. Zie ook Bannier, Zoals een behoorlijk advocaat betaamt – Advocatengedragsrecht, p. 70 e.v. Uit de beslissing blijkt niet of mr. X overleg heeft gevoerd met de deken voordat hij zijn geheimhoudingsplicht doorbrak. Dat verdient in situaties als deze wel aanbeveling.
(HJdG)