Hof van Discipline 30 november 2009, zaaknr. 5414, LJN: YA0430
Raad van Discipline Amsterdam 20 januari 2009

Verstrekken medische gegevens aan deskundige zonder machtiging betrokkene niet geoorloofd. Beroep op deskundigenbericht met evidente onjuistheden onnodig grievend en kwetsend.

– Art. 46 Advocatenwet (3.1 Vrijheid van handelen; 3.3.1 Grievende uitlatingen)
– Gedragsregels 30 en 31

Feiten
Klaagster heeft schade geleden als gevolg van een medische fout. Mr. X heeft de aansprakelijke arts en zijn verzekeraar bijgestaan. De verzekeraar heeft klaagster aanzienlijke bedragen betaald, maar een procedure bleek onvermijdelijk. In het kader van die procedure was op 21 oktober 2004 een pleidooi bepaald. Tot veertien dagen daarvoor konden stukken bij de rechtbank worden ingediend. Bij brief van 28 september 2004 is een deskundigenbericht gevraagd aan een zenuwarts. Daarbij is het medisch dossier van klaagster aan de zenuwarts verstrekt. De zenuwarts heeft op 7 oktober 2004 zijn rapport uitgebracht en mr. X heeft dat rapport diezelfde dag aan de rechtbank gestuurd.

Klacht

De klacht houdt in dat mr. X in strijd met art. 46 van de Advocatenwet heeft gehandeld door:
1a) het medisch dossier van klaagster, zonder daartoe gerechtigd te zijn, te zenden naar een zenuwarts. Deze zenuwarts heeft (aldus de klacht) een slechte reputatie. Een klacht van klaagster tegen hem is door het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg gegrond bevonden;
1b) aan het rapport van deze zenuwarts, die dit binnen negen dagen opstelde, verspreiding te geven, hoewel mr. X wist – aldus klaagster – dat dit rapport niet deugde;
2) zich jegens en over klaagster onjuist en onnodig grievend en kwetsend te uiten;
3) de rechtbank onjuiste informatie te verstrekken.

Raad
De advocaat geniet een ruime vrijheid om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem goeddunkt. Het tuchtrecht dient niet ter beknotting van die vrijheid. Een advocaat mag zich echter niet onnodig grievend uitlaten over de wederpartij, geen feiten poneren waarvan hij de onwaarheid kent of redelijkerwijs kan kennen en hij mag de wederpartij niet onnodig of onevenredig schaden zonder dat daarmee een redelijk doel wordt gediend.

De raad heeft geoordeeld dat het mr. X vrij stond het medische dossier aan de deskundige te verstrekken. Het is volgens de raad onzorgvuldig van mr. X dat hij bepaalde fouten in het rapport niet heeft onderkend, maar daarmee heeft mr. X zich nog niet schuldig gemaakt aan nodeloos grievende uitlatingen of het anderszins onnodig of onevenredig schaden van de belangen van klaagster. Dat zou slechts anders zijn indien het evident was geweest dat het rapport onbruikbaar was wegens feitelijke onjuistheden. De raad verklaart de klacht ongegrond.

Hof
Volgens het hof is de door de raad gehanteerde maatstaf juist. Mr. X had echter wel een machtiging van klaagster kunnen en moeten vragen. Doordat mr. X dat niet heeft gedaan, zijn de belangen van klaagster geschaad zonder dat daarmee een redelijk doel van de cliënt van mr. X gediend was.

Ten aanzien van verspreiding van het rapport oordeelt het hof dat mr. X zich daardoor onnodig grievend en kwetsend ten opzichte van haar heeft uitgelaten. Mr. X wist (dat heeft hij erkend) dat het rapport op een aantal punten niet deugde. Mr. X is niet gedisculpeerd door tijdgebrek, nu hij pas op 28 september opdracht voor het rapport heeft gegeven, terwijl het op 7 oktober aan de rechtbank moest worden toegestuurd.

Het hof oordeelt dat mr. X de rechtbank niet tuchtrechtelijk verwijtbaar verkeerd heeft voorgelicht. Het gaat om de interpretatie en uitleg van correspondentie en het standpunt van mr. X is geen bewust verkeerde voorlichting aan de rechtbank.

Het hof verklaart klachtonderdelen 1a, 1b en 2 gegrond en legt de maatregel van enkele waarschuwing op.

Advertentie