Hof van Discipline 14 september 2009, LJN: YA0431
Raad van Discipline Den Haag 16 maart 2009
Een advocaat dient zichzelf te vergewissen van de instemming van zijn cliënt alvorens een voorstel van de wederpartij te accepteren.
– Art. 46 Advocatenwet (1.2 Vereiste communicatie met de cliënt)
– Gedragsregels 8 en 9
Feiten
Mr. X heeft de behandeling van een zaak van haar patroon overgenomen gedurende diens schorsing (zij had toen een waarnemend patroon). Mr. X heeft zonder vooroverleg met klager namens klager een schikkingsvoorstel geaccepteerd. Mr. X heeft niet zelf het dossier bestudeerd, maar vertrouwd op mededelingen ter zake van haar patroon en de door hem opgestelde brieven ondertekend. Vervolgens heeft de wederpartij van klager aan klager een vaststellingsovereenkomst toegestuurd. Klager heeft deze niet willen ondertekenen en heeft zich tot een nieuwe gemachtigde gewend. Klager vindt het schikkingsbedrag te laag, maar de wederpartij houdt klager aan de aanvaarding van het voorstel.
Klacht
Klager verwijt mr. X dat zij het aanbod van de wederpartij zonder overleg en zonder instemming van klager heeft geaccepteerd. Ten gevolge van deze acceptatie heeft klager aanzienlijke schade geleden.
Raad
De brieven van mr. X zijn op haar eigen naam uitgegaan met de mededeling dat zij als waarnemer van haar patroon optrad. In de brieven staat dat mr. X het dossier heeft bestudeerd terwijl dat niet zo is. Mr. X heeft bovendien niet geverifieerd of klager het schikkingsvoorstel accepteerde. Mr. X. heeft een eigen verantwoordelijkheid als waarnemer. Zij had moeten verifiëren of klager instemde met acceptatie, of hij terzake deugdelijk was geadviseerd en of hij gewezen was op de risico’s en mogelijkheden van acceptatie. Mede gelet op het feit dat mr. X ter zitting geen enkel inzicht of besef heeft getoond ter zake van de laakbaarheid van haar optreden – waardoor gevaar voor herhaling bestaat – verklaart de raad de klacht gegrond en legt zij een voorwaardelijke schorsing van twee weken op.
Hof
Het beroep richt zich uitsluitend tegen de maatregel. Mr. X heeft ter zitting meegedeeld dat zij achteraf bezien haar optreden betreurt en erkent dat zij ten onrechte op de mededelingen van haar patroon is afgegaan. Het hof toont begrip voor de moeilijke situatie die voor mr. X is ontstaan doordat zij als onervaren advocaat de praktijk van haar geschorste patroon moest waarnemen. Het hof vernietigt daarom de beslissing van de raad voor wat betreft de maatregel en legt mr. X de maatregel van berisping op.