Hof van Discipline 15 januari 2010, zaaknr. 5486, LJN: YA0263
Raad van Discipline Amsterdam 7 april 2009
Correspondentie tussen advocaat en cliënt dient als vertrouwelijk te worden beschouwd en deze vertrouwelijkheid moet ook worden gewaarborgd door de advocaat van de wederpartij die de beschikking over die correspondentie heeft gekregen.
– Art. 46 Advocatenwet
– Gedragsregel 12 (5.1 Regels die betrekking hebben op de juridische strijd)
Feiten
Mr. X en mr. Y traden op als advocaten van de vennootschap P. P is in diverse procedures verwikkeld, onder andere tegen vennootschap F. Klager was vanaf de tweede helft van januari 2007 tot omstreeks 21 augustus 2007 advocaat van F.
Klager heeft namens F op 19 januari 2007 hoger beroep ingesteld tegen een vonnis dat was gewezen tussen F en P. Klager heeft op 19 juni 2007 de memorie van grieven met bijbehorende producties bij het Gerechtshof ingediend. Aan deze memorie waren abusievelijk vier producties gehecht die niet behoorden tot de memorie van grieven en waarnaar in de memorie niet verwezen werd; evenmin behoorden zij tot de stukken van eerste aanleg. In onderhavige klachtzaak gaat het nog om de volgende twee e-mailberichten: een e-mail van 11 januari 2007 van de heer Z, adviseur bij F, aan mr. S en mr. M, destijds (vóór klager) advocaten van F, en een e-mail d.d. 11 januari 2007 van mr. G, advocaat, aan de heer Z, met als onderwerp ‘mededingingsbeperking’.
De heer Z had een e-mailadres op eigen naam bij F, de organisatie waar hij als adviseur werkzaam was.
Bij brief van 21 augustus 2007 heeft klager aan mrs. X en Y gevraagd, nadat hij kort daarvoor van zijn, inmiddels voormalig, cliënte F had begrepen dat door hem abusievelijk bij de memorie van grieven voormelde e-mailberichten waren gevoegd, of het juist was dat mr. X en mr. Y die correspondentie hadden gebruikt in een arbitrageprocedure. Klager heeft zich in deze brief het recht voorbehouden een klacht tegen mr. X en mr. Y in te dienen, indien hem ‘zou blijken dat door uw tussenkomst deze stukken, waarvan het vertrouwelijk karakter duidelijk kenbaar is, zijn gebruikt in gerechtelijke procedures’.
Bij brief van 24 augustus 2007 hebben mr. X en mr. Y bevestigd dat de door klager overgelegde correspondentie met de adviseur van F in andere procedures is gebruikt, te weten in een kort geding dat diende op 12 juli 2007, in een procedure met betrekking tot opheffing beslag op 10 augustus 2007, bij een dagvaarding van 31 augustus 2007 en bij een conclusie van antwoord op 26 september 2007.
Overwegingen raad
De raad is van oordeel dat beide e-mailberichten inderdaad beschouwd moeten worden als correspondentie tussen advocaat en cliënt. Zoals ook het hof van discipline als uitgangspunt hanteert, moet die correspondentie als vertrouwelijk worden beschouwd en moet deze vertrouwelijkheid gewaarborgd worden, ook door de advocaat van de wederpartij die de beschikking daarover heeft gekregen. Mr. X en mr. Y hebben niet betwist dat zij hebben begrepen dat de e-mailberichten niet hoorden bij de memorie van grieven die door klager is overgelegd. Zij hebben derhalve begrepen dat deze stukken door een vergissing in hun bezit waren gekomen. Wat er zij van de redenen die mr. X en mr. Y menen te hebben deze stukken in andere procedures te kunnen gebruiken, het stond hun niet vrij dit te doen zonder zich tevoren ervan te overtuigen dat daartegen geen bezwaar bestond van de zijde van (de raadsman van) F.
Mr. X en mr. Y hebben dat niet onderzocht noch hebben zij de deken om advies gevraagd. Daardoor hebben zij tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld. Het verwijt van mr. X en mr. Y dat klager de stukken niet heeft teruggetrokken uit de appèlprocedure, doet aan het klachtwaardige van het gedrag van mr. X en mr. Y niet af, nu mr. X en mr. Y de stukken immers al twee keer hadden overgelegd voordat klager op de hoogte raakte van zijn vergissing – daargelaten de vraag of klager dat toen nog in zijn macht had nu F direct daarna haar opdracht aan klager heeft ingetrokken.
Beslissing raad
Verklaart de klacht gegrond en legt aan mr. X en mr. Y de maatregel van enkele waarschuwing op.
Beslissing hof
Bekrachtigt de beslissing van de raad.