Raad van Discipline ‘s-Hertogenbosch 5 januari 2010, LJN: YA0276
Dekenbezwaar; excessief declareren.
– Art. 46 Advocatenwet (1 De zorg voor de cliënt; 1.4.3.1 Financiële verhouding)
– Gedragsregel 25 lid 1
Feiten
Mr. X heeft in opdracht van een rechtsbijstandsverzekeraar werkzaamheden verricht ten behoeve van een autobedrijf. Mr. X heeft voor zijn werkzaamheden een bedrag in rekening gebracht van €5.883,85 inclusief btw, hetgeen overeenkomt met 1300 minuten. De Raad van Toezicht heeft de declaratie van mr. X begroot, uitmondend in de beslissing dat de Raad van Toezicht de door mr. X verrichte werkzaamheden begroot op een bedrag van € 2.493,45 inclusief btw (hetgeen overeenkomt met 420 minuten).
Bezwaar
Mr. X. heeft excessief gedeclareerd door 1300 minuten in rekening te brengen terwijl de Raad van Toezicht de totale tijdsbesteding heeft begroot op 420 minuten.
Verweer
Vooraf berichtte mr. X aan de rechtsbijstandsverzekeraar dat de zaak maximaal 25 uur zou vergen. De rechtsbijstandsverzekeraar heeft daar niets van gezegd, in ieder geval niet dat dat te veel zou zijn; pas nadat het werk gedaan was is de rechtsbijstandsverzekeraar gaan klagen; als die verzekeraar dat eerder had gedaan, dan had mr. X óf minder gedeclareerd óf de zaak niet aangenomen. Het was niet de bedoeling van mr. X excessief te declareren.
Overwegingen raad
Uit de begrotingsbeslissing blijkt dat een totale tijdsbesteding van 7 uur (420 minuten) redelijk is. In feite heeft mr. X 21,67 uur (1300 minuten) in rekening gebracht. Mr. X heeft geen verzet aangetekend tegen de begrotingsbeslissing. De door mr. X in rekening gebrachte tijd en de door de Raad van Toezicht in de begrotingsbeslissing vastgestelde tijd lopen naar het oordeel van de raad dermate uiteen dat mr. X naar het oordeel van de raad excessief heeft gedeclareerd. Daarmee heeft mr. X niet gehandeld overeenkomstig hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt.
Beslissing
Verklaart het dekenbezwaar gegrond en legt aan mr. X een enkele waarschuwing op.