Raad van Discipline ’s-Gravenhage 27 april 2009

In het kader van de zorgplicht van de advocaat jegens getuigen behoort de advocaat zijn cliënt schriftelijk te wijzen op de mogelijke risico’s verbonden aan het vermelden van de adressen en telefoonnummers in de schriftelijk afgelegde verklaringen van diverse getuigen.

– Art. 46 Advocatenwet (4.2 Wat de advocaat betaamt tegenover getuigen)
– Gedragsregels 7 en 8

Feiten
Mr. X heeft klager bijgestaan in een kortgedingprocedure tegen de voormalige partner van klager, door wie deze ernstig werd bedreigd. Mr. X heeft klager geadviseerd zorg te dragen voor een aantal verklaringen van personen die zowel klager als zijn voormalig partner kennen en die verklaringen konden geven over beide partijen, zodat de kans van toewijzing van de vordering tot een straat- en contactverbod zou toenemen. Mr. X heeft aangegeven dat anonieme verklaringen niet bruikbaar zijn. De dagvaarding is aan de voormalige partner betekend in een penitentiaire inrichting waarin betrokkene zich toen bevond met als bijlagen de betreffende verklaringen, waarin onder meer staan vermeld de adressen van de getuigen.

Klacht
Klager verwijt mr. X dat hij de adresgegevens van klagers vriendinnen (schuiladressen) bij de voormalige partner van klager bekend heeft gemaakt.

Overwegingen raad
Gelet op de stukken en het verhandelde ter zitting is de raad van oordeel dat mr. X klager schriftelijk had moeten wijzen op de mogelijke risico’s verbonden aan het vermelden van de adressen en telefoonnummers in de schriftelijk afgelegde verklaringen van de diverse getuigen. Een dergelijke schriftelijke vastlegging is mede van belang, omdat het de cliënt in staat stelt zich een oordeel te vormen over de gevolgen van het al dan niet vermelden van deze adresgegevens. Mr. X heeft aangevoerd dat het in het kader van het verkrijgen van een straat- en contactverbod noodzakelijk was om verklaringen te overleggen die niet anoniem waren. De raad deelt deze opvatting niet met mr. X. Mr. X had naar het oordeel van de raad beter bij dit onderwerp stil moeten staan. Mr. X had immers ook een zorgplicht naar de getuigen, gegeven het strafrechtelijk verleden van de wederpartij. Dat hij die zorg niet meer behoefde te betrachten omdat de adressen toch al bekend waren, is niet komen vast te staan. Niet ter zake voor deze zorgplicht doet dat er na de vrijlating van de voormalige partner niets (met de getuigen) is gebeurd. De klacht is derhalve gegrond.

Beslissing
Verklaart de klacht gegrond zonder oplegging van een maatregel.

Advertentie