Raad van Discipline ’s-Hertogenbosch, 7 september 2009 LJN YA0043
Het is niet toelaatbaar de honorariumafspraak te maken dat bij verlies van de zaak een bedrag moet worden betaald dat niet als een reëel kostendekkend tarief kan worden aangemerkt. Evenmin is het toelaatbaar om overeen te komen dat in geval van het winnen van een zaak naast een aanzienlijk percentage van de opbrengst ook aanspraak gemaakt wordt op vergoeding van buitengerechtelijke kosten.
Advocatenwet art. 46 (1.4.3.1 Financiële verhouding); Gedragsregel 25.
Feiten
Tussen klager en mr. X is voor de behandeling van een letselschadezaak een tariefafspraak gemaakt die inhoudt dat klager bij verlies van de zaak een bedrag van € 500 aan mr. X verschuldigd zou zijn, maar dat bij winst door mr. X aanspraak kan worden gemaakt op een percentage van de opbrengst, variërend van een percentage van 27,5 procent indien een schadevergoeding van niet meer dan € 25.000 zou worden toegekend tot een percentage van 17,5 procent indien een schadevergoeding van € 250.000 of meer zou worden toegekend.
Klacht
Mr. X handelt niet zoals een advocaat betaamt, omdat:
1. de door mr. X gemaakte honorariumafspraak een verboden afspraak is, nu de vergoeding die in geval van verlies van de zaak verschuldigd zou zijn – te weten € 500 exclusief btw en verschotten – niet als een reëel kostendekkend tarief kan worden aangemerkt;
2. mr. X in geval van het winnen van de zaak naast een aanzienlijk percentage van de opbrengst ook aanspraak maakt op vergoeding van zijn buitengerechtelijke kosten.
Overwegingen raad
Ten aanzien van klachtonderdeel sub 1:
de beantwoording van de vraag of de door mr. X met klager gemaakte honorariumafspraak al dan niet nietig is, is voorbehouden aan de civiele rechter. De raad dient enkel te beoordelen of mr. X al dan niet heeft gehandeld in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt door de gewraakte honorariumafspraak te maken. De raad overweegt dat het bedrag van € 500 niet als een reëel kostendekkend tarief kan worden beschouwd, hetgeen ook voor mr. X duidelijk had moeten zijn, nu hij blijkens de urenspecificatie op het moment van het maken van de afspraak reeds gedurende twee jaar een groot aantal uren aan de behandeling van de zaak had gespendeerd. De gemaakte honorariumafspraak is niet toegestaan. Het klachtonderdeel is gegrond.
Ten aanzien van klachtonderdeel sub 2:
het is niet toelaatbaar om naast een aanzienlijk percentage van de opbrengst te bedingen dat ook aanspraak wordt gemaakt op vergoeding van buitengerechtelijke kosten. Ook dit klachtonderdeel is gegrond.
Beslissing
Verklaart de klacht gegrond en legt ter zake aan mr. X op een berisping.