Het kabinet wil 18 miljard bezuinigen en daar moet ook staatssecretaris Fred Teeven natuurlijk zijn stenen aan bijdragen. Hij liet zijn oog op de bedrijfstak van de rechtspraak vallen en zo zal ook de advocatuur deze dans niet ontspringen. Het meest direct zullen we geraakt worden door de bezuinigingen op de gefinancierde rechtsbijstand: er loopt een bezuinigingsproject van 50 miljoen euro en daar zal het nodige aan nieuwe bezuinigingen bij komen. En dat terwijl het volume van de gefinancierde rechtshulp met name door Salduz juist zal toenemen.
Het is dan een schrale troost dat ook de Raad voor de Rechtsbijstand – noodgedwongen – op een high trust bejegening overgaat in de gefinancierde rechtshulp. Per zaak zal daardoor aan de administratie wat minder tijd dan voorheen besteed hoeven worden, maar deze tijdsbesparing zal de tariefkorting niet goedmaken.
Een ander voornemen is om tot kostendekkende griffierechten te komen. Daarvan wordt een vermindering van de zakeninstroom (en dus van advocatenwerk) verwacht van misschien wel tot 20 procent. En dan is er ook nog het plan om echtscheidingen nog minder tot rechtbankbelasting te laten leiden. Zo wordt wel duidelijk welke kant de plannen uitgaan. De concrete uitwerking is er echter nog niet.1
Anticiperend zijn we als Orde druk doende met overleg op het ministerie, met parlementariërs en met de VSAN, de vereniging voor strafrechtadvocatuur en de Raad voor de Rechtsbijstand (en de Raad voor de Rechtspraak en de Vereniging voor Rechtspraak). Daarbij moeten wij als Orde – en ook u dus als lid van de Orde – steeds voor ogen houden dat wij een publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie zijn die het publieke belang van deugdelijke rechtsbedeling bevordert. Het is ten behoeve van dát doel dat wij het goede functioneren van de advocatuur in Nederland dienen te bevorderen. Uw algemeen deken is dus geen Agnes Jongerius.
Wij dienen tenminste zo gemotiveerd op te komen voor de belangen van met name de zwakkere rechtzoekenden in onze samenleving als voor die van onze leden. En als volgens de staatssecretaris een euro moet worden gevonden door te kiezen tussen een korting op het advocatentarief en de verhoging van de eigen bijdrage van de cliënt, dan zal ons standpunt daarover dus genuanceerd moeten zijn en te billijken in de ogen van het publiek. De advocaten-specialistenverenigingen bijvoorbeeld kunnen meer dan de Orde opkomen voor de advocatenbelangen. Die verwaarloost de Orde zeker niet – als afgeleide van het publieke belang wil en kan de Orde die belangen ook wel degelijk bevorderen. Zo kan een drastische bezuiniging zo’n ingrijpende en unfaire aanslag op de sociale advocatuur betekenen, dat daarmee ook het algemeen belang van de goede gang van zaken in onze bedrijfstak geweld wordt aangedaan. En daar komt de Orde tegen op.
Jan Loorbach
Noot
1. Op 9 maart jl. heeft de staatssecretaris uitgesproken dat hij beseft dat advocaten een goede boterham behoren te verdienen. Even daarvoor kondigde hij een nieuwe bezuiniging aan van ruim 50 miljoen euro.