Griffierechten ‘kostendekkend’
Minister Opstelten geeft geen duimbreed toe aan Kamerfracties en beroepsorganisaties. Rechtspraak en geschillenbeslechting moeten zichzelf bedruipen, vindt de regering.
CDA-Kamerlid Madeleine van Toorenburg moet zich tijdens het Kameroverleg op 9 maart over de toegankelijkheid van de rechtspraak gebruuskeerd gevoeld hebben door minister Opstelten (Veiligheid en Justitie). Ze wilde zoeken naar alternatieven voor het omstreden kabinetsplan om de griffierechten in het civiel en bestuursrecht te verhogen. De bezuiniging van 240 miljoen die dit plan de schatkist moet opleveren, zou volgens het Kamerlid ook gerealiseerd kunnen worden met vereenvoudigingen van procedures. ‘De commotie die het kabinetsplan heeft doen ontstaan, is begrijpelijk’, zei de oud-advocate. Ze deelde de angst dat de toegang tot de rechtspraak voor de burger door het plan in het geding komt. Ze pleitte daarom voor een ‘integrale aanpak’, waarbij het kabinet niet alleen mikt op verhoging van de griffierechten, maar ook op kostenbesparingen in de procedures.
Opstelten vond het heel mooi als er ‘innovaties’ kwamen in de geschillenbeslechting, maar hield tijdens het Kameroverleg onomwonden vast aan de voorgenomen verhoging van de griffierechten met 240 miljoen euro. ‘Het één kan niet voor het ander in plaats komen’, zei hij. Van Toorenburg en de andere kritische fractiewoordvoerders moesten begrijpen dat de verhoging van de griffierechten en de voorstellen om de gerechtelijke procedures te vereenvoudigen ‘twee processen naast elkaar’ zijn.
Opstelten toonde zich niet alleen ongevoelig voor de bezwaren van Kamerfracties tegen de griffierechtverhogingen, maar negeerde ook de protesten die beroepsorganisaties een week eerder tijdens een hoorzitting in de Kamer hadden laten horen. De Nederlandse Orde van Advocaten, de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie, de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders wezen toen al op kostenbesparingen die nog mogelijk zijn in de geschillenbeslechting. De Orde pleitte er voor dat eindelijk eens serieus werk wordt gemaakt van de elektronische indiening van stukken.
Boos vermoeden
De Raad voor de rechtspraak kwam tijdens de hoorzitting met een berekening waaruit bleek dat, mocht het kabinetsplan doorgaan, de griffierechten in een arbeidszaak stijgen van 210 naar 1540 euro. In echtscheidingszaken zouden de kosten voor burgers oplopen van 70 naar 1000 euro. Opstelten reageerde in het Kameroverleg dat in zijn uiteindelijke wetsvoorstel de griffierechtverhogingen in dit soort zaken ‘substantieel’ lager zijn. Volgens hem loopt de toegankelijkheid van de rechtspraak voor de burger dan ook geen gevaar. In één adem voegde hij eraan toe dat de griffierechtverhogingen wel zullen leiden tot twintig procent minder rechtszaken.
Opstelten vond dat van burgers verwacht mag worden dat ze op verantwoordde wijze gebruikmaken van de rechtspraak, zonder de belastingbetaler op kosten te jagen. ‘Uitgangspunt van het kabinet is daarom dat niet de belastingbetaler maar de gebruiker van de rechtspraak moet betalen.’ De minister bevestigde met deze woorden het boze vermoeden van voorzitter Reinier van Zutphen van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak. Die verklaarde tijdens de hoorzitting in de Kamer dat het kabinet met zijn plannen afkoerst op een privatisering van de rechtspraak.
Genoteerd
De Tweede Kamer boog zich tijdens het overleg ook over de bezuinigingen van het kabinet van 52 miljoen euro op de gesubsidieerde rechtsbijstand. Kamerlid Jeroen Recourt van de PvdA maakte zich zorgen over de verlaging van de tarieven voor de advocatuur met vijf procent. ‘Als je leeft van een praktijk met voornamelijk toevoegingen is het geen vetpot’, zei hij. Teeven antwoordde dat hij ervoor wil zorgen dat strafpleiters in de toekomst een ‘fatsoenlijke boterham’ blijven verdienen. Hij laat zijn ambtenaren uitzoeken of een leenstelsel voor verdachten een nieuwe financieringsbron kan vormen voor de rechtsbijstand.
Verder bestudeert de staatssecretaris of de experimenten met een vaste advocaat op een cellenblok, die verdachten kunnen bijstaan vóór hun eerste politieverhoor, uitgebreid kunnen worden. Daarmee wil hij de extra belasting voor de advocatuur, voortvloeiend uit het Salduz-arrest, ondervangen.
Algemeen deken Jan Loorbach was na afloop van het Kameroverleg positief over de toezegging van Teeven dat de advocatuur lonend moet blijven: ‘Dat staat in ieder geval genoteerd’. Teleurgesteld was hij over de weigering van minister Opstelten om de kostenbesparingen die nog gerealiseerd kunnen worden in de geschillenbeslechting, mee te tellen in het bezuinigingsbedrag van 240 miljoen euro.
Maarten Bakker, journalist