De politie mag veel, maar niet alles inzetten tegen fietsendiefstal. Lokfietsen moeten daarom voldoen aan strenge eisen om niet te verworden tot uitlokfietsen.

Het klassieke middel, de lokfiets, is dankzij moderne technieken als gps zo ‘succesvol’ dat een opmars van creatieve andersoortige middelen niet kon achterblijven. Entree de lok(vracht)auto, lokgraffiti, lokhomo, lokoma, lokwoning en lokzak. Ook agenten blijven niet achter en verkleden zich als lokhoer of lokjood. Maar het grensgebied tussen lokken en uitlokken is diffuus en geen alledaagse problematiek in de rechtszaal. Voor wie in aanraking komt met lokfietsen of andere middelen, wees alert. Het inzetten van lokmiddelen blijft namelijk mensenwerk.

De praktijk
Bij inzet van een lokfiets plaatst de politie een (onafgesloten) fiets op een druk punt en houdt deze vervolgens van gepaste afstand in de gaten. Met behulp van een gps-zender kan de lokfiets zelfs op de mobiele telefoon worden gevolgd. Wordt zo’n hypermoderne lokfiets verplaatst, dan volgt een seintje naar de telefoon. Lokfietsen met gps rouleren onder korpsen in den lande, omdat de oorspronkelijke lokfiets eigendom was van de politie en dus snel bekend onder ‘geïnteresseerden’. Bij wegneming van de lokfiets volgt aanhouding op heterdaad. Afhankelijk van de persoon en opgebouwde justitiële documentatie heeft vervolging plaats.

Lokrechtspraak
In gepubliceerde rechtspraak treft men enkele uitspraken over lokfietsen aan. Zo oordeelde de Hoge Raad eind 2008 dat het inzetten van een lokfiets om fietsendieven op heterdaad te kunnen betrappen door de politie in beginsel is toegelaten, ook al steunt dit niet op een wettelijke regeling.1
De politie mag personen echter niet tot handelingen aanzetten die ze eigenlijk niet van plan waren. Een lokfiets moet er daarom ‘natuurlijk’ uitzien om juridisch door de beugel te kunnen. Niet de impuls, maar de opzet moet bij de verdachte aanwezig zijn voor veroordeling voor diefstal. Per lokmiddel vergt dit een eigen beoordeling. Zo is bij de inzet van lokauto’s van belang de mate waarin de lokspullen bedekt liggen. Moet een potentiële dief eerst in de auto turen om de spullen te zien liggen, dan is eerder aan te tonen dat de verdachte ‘wat van plan’ was en overtuigender over aanwezige opzet te spreken. Bij lokfietsen speelt de uitstraling een rol.
Recent verscheen op de website Rechtspraak.nl een ‘Zutphense lokfietszaak’. Voor de verdediging bleek het onmogelijk te worden geïnformeerd over details van de lokfiets. Er kon niet worden beoordeeld of er een bovenmatige uitlokkende werking van de fiets was uitgegaan. De rechtbank constateerde dat over de lokfiets onvoldoende gegevens beschikbaar waren; in het dossier ontbrak een foto. Uiteindelijk bleek dat de fiets niet alleen niet langer in bezit van de politie was; hij was zelfs niet meer te traceren. Een beroep op niet-ontvankelijkheid werd afgewezen, maar de rechtbank sprak de verdachte wel vrij.2

Lokken mag, uitlokken niet
De lokmiddelen die de politie inzet, lokken ook de strafadvocaat uit door zowel het juridisch gehalte van dit soort zaken als de vaak flinke strafeis van het OM. Wees daarom scherp, anders wordt iemand zomaar betiteld als draaideurcrimineel en gaat hij twee jaar de gevangenis in voor het stelen van één lokfiets. De Hoge Raad waakt ervoor dat de politie niet (on)bedoeld daders produceert en zo de criminaliteit bevordert door uitlokking. Dat gaat immers de opsporingstaak te buiten. Strijd met zogeheten beginselen van een behoorlijke procesorde kan aan de orde zijn. Indien die beginselen ernstig en ‘doelbewust of met grove veronachtzaming van rechten van de verdachte’ worden geschonden, kan dat leiden tot niet-ontvankelijkheid van het OM. In de regel volgt deze zwaarste sanctie niet (meer). Eerder kan worden gekomen tot vrijspraak, als de rechter de verkregen resultaten van het ingezette lokmiddel beschouwt als onder regie van de politie tot stand gekomen uitlokking. De ‘Zutphense lokfietszaak’ leert dat vrijspraak ook volgt indien bepaalde vragen in het dossier rondom het lokmiddel onbeantwoord blijven.

Bij inzet van een lokmiddel is uitlokking niet uit te sluiten. De mate waarin de politie mag lokken met een fiets zijn in de rechtspraak begrensd. Over andere lokmiddelen, zeker wanneer undercover-agenten het lokmiddel zijn, zal ongetwijfeld rechtspraak volgen. De advocaat dient daarom scherp te blijven bij totstandkoming én opbouw van het dossier en zo de grenzen te bewaken. Waar nodig dienen uitdrukkelijk onderbouwde verzoeken en standpunten naar het OM en de rechtbank te worden ingenomen. De Hoge Raad zal in de toekomst ongetwijfeld opnieuw arrest wijzen.

Alrik de Haas, advocaat te Nijkerk3

Noten
1. HR 28 oktober 2008, LJN: BE9817, 01826/07, odd. 2.3-2.4.
2. Rechtbank Zutphen 24 november 2010, LJN: BO4767, o.a. 06/460127-09.
3. Advocaat bij OMVR Lunenberg Advocaten.

Advertentie