De kranten worden er al jaren door geplaagd: de ‘alles moet gratis’-trend. En nu heeft het gratis-spook ook de advocatuur aangedaan. Althans, die kant lijkt het op te gaan.
Aernout Zappey, advocaat bij Levenbach in Amsterdam, was onlangs op een congres in de Verenigde Staten, waar ook social media-experts spraken. ‘De teneur van veel verhalen was toch dat het standaardwerk steeds minder geld oplevert. Standaardwerk wordt geoutsourcet naar India en computers kunnen al een gedeelte van een due dilligence uitvoeren. De Verenigde Staten zijn meestal ons voorland. En nu zie je het hier ook. Op internet is ongelooflijk veel te vinden op juridisch gebied. Niet allemaal even goed, maar het is er en dat heeft gevolgen voor de bereidheid van het publiek om ervoor te betalen.’
Bij Levenbach bestaan daarom plannen om sommige zaken waarvoor nu nog geld wordt gevraagd, gratis ter beschikking te stellen. ‘Niet voor hogeschool juridisch werk, maar wel voor zaken als bijvoorbeeld eenvoudige arbeidsovereenkomsten. Die moeten constant bijgewerkt worden naar de laatste jurisprudentie, en toch is mijn indruk dat het publiek steeds minder bereid is het volle pond te betalen voor dat soort relatief eenvoudige werkzaamheden.’
Dergelijke juridische ‘content’ gratis weggeven? Zappey: ‘Het is nog toekomstmuziek, maar we denken daar zeker aan. Klanten kunnen dan inloggen op hun persoonlijke domein, waar alle overeenkomsten staan die we ooit voor ze hebben opgemaakt, keurig in pdf’jes. Daar zou je ook eenvoudige actuele arbeidscontracten bij kunnen zetten die je gratis ter beschikking stelt. En dan hopen we natuurlijk dat ze na het invullen nog even met ons bellen omdat ze een wat gecompliceerdere arbeidsovereenkomst nodig hebben, maar dat hoeft niet – ze kunnen er ook zo mee aan de slag. We doen dit natuurlijk in de hoop dat ze voor ingewikkelder zaken ook bij ons komen.’
Kennis delen
Het Arnhemse en Nijmeegse kantoor Dirkzwager is inmiddels begonnen met het delen van kennis. In Nederland loopt het kantoor op dit gebied voorop. ‘We willen een partner in kennis voor onze cliënten zijn’, zegt Pieter Sonneveld, manager marketing en communicatie bij Dirkzwager. ‘We geven al kennis weg en dat gaan we nog flink uitbreiden.’
Op de website partnerinkennis.nl staan duizenden documenten, gerangschikt naar rechtsgebied. Vooralsnog geen contracten, maar wel artikelen van de advocaten, waarop veranderingen op juridisch gebied kort en helder uitgelegd worden.
Voor de distributie van nieuwe artikelen zijn speciale apps ontwikkeld; eerst een voor de iPhone, maar inmiddels zijn er ook BlackBerry- en Android-versies. Wie de app downloadt, krijgt vanzelf een bericht wanneer er een nieuw bericht op partnerinkennis staat. Daarbij kan de gebruiker zelf kiezen van welke rechtsgebieden hij de laatste ontwikkelingen wil volgen.
Andere kanalen waarop nieuws wordt gedistribueerd zijn Twitter, Facebook, LinkedIn en Foursquare. En bovendien heeft Dirkzwager gespecialiseerde sites, zoals dirkzwagerarbeidsrecht.nl en dirkzwageroverheid.nl.
Andere kanalen waarop Dirkzwager de artikelen verspreidt zijn Twitter, Facebook, LinkedIn en Foursquare. Met al dit geschut won Dirkzwager 25 maart jl. de Gouden zandloper voor de meest innovatieve kennisdeler van 2011 en is het kantoor genomineerd voor de KNB Innovatieprijs 2011. Behalve 95 advocaten telt het kantoor namelijk ook 22 (kandidaat-)notarissen.
Het doel is ook hier een zo sterk mogelijke klantenbinding. ‘We geven uiteraard niet al onze kennis weg’, licht Sonneveld toe. ‘Daar bestaan we immers van. We willen onze cliënten en potentiële cliënten helpen met het voorkomen van problemen door ze tijdig te informeren met direct bruikbare informatie. Daarmee versterken we onze reputatie als kennisorganisatie en vergroten we onze naamsbekendheid.’
Partnerinkennis.nl groeit flink. In 2010 zijn 794 artikelen geplaatst. En de belangstelling is groot. Meer dan tienduizend keer werd de site geraadpleegd. De app voor de iPhone werd drieduizend keer gedownload.
Investeren
De site en apps zijn allemaal in eigen huis ontwikkeld, zodat de kosten meevielen. Sonneveld: ‘Het kostte vooral veel tijd en energie.’
Ook het opzetten van een online klantenportaal bij Levenbach zal het kantoor niet veel geld kosten, maar vooral tijd. Zappey: ‘Het vergt een eenmalige investering, daarna is het zaak om het goed bij te houden.’
Helemaal zonder risico is het beschikbaar stellen van bijvoorbeeld contractmodellen niet, erkent Zappey. ‘Je geeft de controle uit handen. Als cliënten het contract verkeerd invullen en het gaat mis, kun je wellicht aansprakelijk gesteld worden.’ Maar veel zorgen maakt hij zich niet. ‘Je moet zorgen dat het juridisch en technisch goed doortimmerd is, zodat contracten met nietige bepalingen erin onmogelijk zijn.’
Ondanks alle haken en ogen die er nog aan zitten, denkt Zappey dat nieuwe manieren van kennisdistributie er onvermijdelijk aankomen. ‘Ik ben absoluut geen ziener of zoiets. Elk kantoor heeft wel iemand die het leuk vindt om hierover na te denken. Alleen neemt niemand echt het voortouw. Maar bedrijven zijn steeds kritischer over tarieven en het traditionele verdienmodel en ze willen op andere manieren gebruikmaken van onze kennis. Hoe de advocatuur er over vijf jaar uitziet, weet niemand, maar het zal anders zijn.’
Arnoud Veilbrief