Wie in 1970 zou hebben gevraagd: hoe ziet de advocatuur er over vijf jaar uit, zou niet-begrijpende blikken hebben geoogst. Afgezien van de komst van een groep in spijkerpak of corduroy gestoken sosjale advokaten, veranderde er weinig. De advocaat had verstand van het recht en de onwetende, onmondige cliënt kwam naar hem toe. Of, zoals Joost Linneman van Kennedy Van der Laan het in dit nummer zegt: ‘Je haalde de kennis uit de bibliotheek en stuurde een rekening.’
In 2011 is die vraag naar de toekomst van de advocatuur een hoogst interessante. Cliënten zijn stukken mondiger geworden. De nieuwe bedrijfsjurist is niet meer, zoals een landelijk bekende bedrijfsjurist het off the record uitdrukte, niet meer de ‘gesjeesde advocaat’, maar een volwaardige gesprekspartner, die zich zelfverzekerd en kritisch durft op te stellen tegenover de advocatuur.
Maar pas echt een black box is de invloed van steeds intelligentere computers. In februari speelde de computer Watson van IBM gelijk tegen menselijke tegenstanders in het spelletje Jeopardy. De contouren van de als een mens denkende computer waarover al vanaf het begin gefantaseerd wordt, beginnen nu echt zichtbaar te worden. Nu al kan een groot deel van een due dilligence door computers uitgevoerd worden. Waar houdt dit op?
Met zoveel onzekerheden moet je sterk in je schoenen staan. Misschien is een intervisie dan niet zo’n slecht idee, waar Bob Heeren van RWV gepassioneerd over vertelt. Allerminst een zwever, vertelt deze spiritueel geïnteresseerde advocaat hoe meer zelfinzicht en een open houding de dienstverlening aan de cliënt kan verbeteren.
Al die veranderingen zijn natuurlijk ook leuk. Voor journalisten die over de advocatuur schrijven, maar ook voor ondernemende kantoren die steeds creatievere manieren vinden om cliënten binnen te halen en binnen te houden. In dit nummer vertellen zij over het geheim van hun succes. Laat u zich erdoor inspireren.
(Red.)