Voor de meeste wintersportfanaten is het skiseizoen voorbij. Maar voor Stephan Wijnkamp, Nederlands advocaat in Oostenrijk en specialist in ski- en bergsportrecht, is het sluiten van de pistes het startsignaal voor zijn seizoen.
‘Het aantal ongevallen afgelopen seizoen was opvallend, dankzij het zeer goede weer. Het was extreem zonnig met weinig sneeuwval. De pisten waren daardoor hard. En die combinatie met goed zicht, perfect geprepareerde ski‘ s en het ergste, relatief slechte skiërs, was een echte ongelukscocktail.’ Stephan Wijnkamp weet maar al te goed waar hij het over heeft. De in Imst, Oostenrijk gevestigde specialist in ski- en bergsportrecht is behalve parttime skileraar ook lid van de Oostenrijkse Bergrettung. En zijn vrouw, die arts is, vliegt als Notartztin regelmatig mee met de reddingshelikopter. Die ervaringen komen zijn praktijk zeer ten goede, aldus Wijnkamp.
‘Mondelinge behandelingen van skizaken vinden vaak plaats op plek des onheils , de piste zelf. Tolken, deskundigen, getuigen ,advocaten en de rechter zijn dan aanwezig om de zaak ter plaatse te kunnen beoordelen en tegelijkertijd te behandelen.’ Logisch, aldus Wijnkamp, ‘want op een foto in de rechtszaal zie je vaak niet of er bijvoorbeeld een kleine heuvel is waardoor een getuige iets niet heeft kunnen zien.’
De door de rechtbank benoemde deskundige vervult een zeer belangrijke rol in de Oostenrijkse procedure. Deze Skitechnisch-Sachverständige kan aan de hand van de beschadigingen aan materiaal, getuigenverklaringen, de waarneming ter plaatse en het letsel het ongeval reconstrueren. Men kan deze waarneming natuurlijk proberen te beïnvloeden maar dat vereist skitechnische kennis. Zo herinnert Wijnkamp zich een voorval waarbij hij de beklaagde verzocht vooruit te skiën naar de plaats van het ongeval. Zij deed dit opvallend langzaam maar haar skihouding verraadde haar goede techniek. ‘De zaak werd dan ook gewonnen.’
Geen Wild West
Dat er zoveel ongelukken plaatsvinden, verbaast Wijnkamp niet. ‘Vele pistegebruikers denken dat de piste een vrije ruimte is waar men alles kan doen en men zich alles kan permitteren. Niets is minder waar. Tussen pistegebruikers gelden wel degelijk regels die betrekking hebben op de onderlinge rechtsverhouding, namelijk de reglementen van de Fédération Internationale de Ski . Dit zijn zorgvuldigheidsnormen waar pistegebruikers zich aan hebben te houden. Hoewel ze geen wettelijke grondslag hebben, gebruikt het Oberste Gerichtshof (de Oostenrijkse Hoge Raad) ze vaak in het kader van de zorgvuldigheidsvoorwaarde bij onrechtmatige daad.’
Vindt er een ongeluk tussen skiërs plaats dan volgt bijna altijd een strafrechtelijk onderzoek en een civiele procedure. De behandeling daarvan vereist dermate veel specialistische kennis dat er bij de rechtbank Innsbruck zelfs een aparte afdeling is voor ski- en bergsportongevallen. Zijn er bij een ongeluk alleen Nederlanders betrokken, dan kan de zaak volgens IPR voor de Nederlandse of de Oostenrijkse rechter worden beslecht. Een makkelijke keuze, zegt Wijnkamp. ‘Ik zou altijd voor Oostenrijk kiezen. Niet omdat ik voor eigen parochie preek maar omdat hier de noodzakelijke deskundigheid aanwezig is.’
Schmerzengeld
Schadevergoeding is een belangrijk facet van zijn werk, zegt Wijnkamp. ‘De schade-uitkeringen zijn hier relatief hoog en er is een stijgende tendens waarneembaar. Zo bestaat bijvoorbeeld Schmerzengeld uit verschillende componenten en die worden door een medische deskundige vastgesteld. En voor elke dag pijn wordt een vergoeding betaald.’
Een ander onderscheid met de Nederlandse rechtsgang zijn de proceskostenveroordelingen, zegt Wijnkamp. ‘De hoogte is onder andere afhankelijk van het belang van de zaak en van het aantal en soort proceshandelingen. En hiervan zijn dan weer zowel de advocaatkosten als de griffierechten afhankelijk.’ Verliezers dragen uiteindelijk alle kosten. Bij zaken vanaf 10.000 euro komt dit gemiddeld uit op een vergoeding van de daadwerkelijke advocaatkosten, zegt Wijnkamp, ‘tenminste wanneer de werkzaamheden op normaal uurbasis worden verricht. Bij goede proceskansen kiest de cliënt dus liever voor procederen in Oostenrijk. Bij slechte proceskansen raad ik procederen in Nederland aan, alhoewel het dan eigenlijk beter is helemaal niet te procederen.’
Mark Maathuis