Hof van Discipline 12 juli 2010, LJN: YA1169
Raad van Discipline 24 november 2009,
LJN: YA 0179

Voor de advocaat van een gedetineerde aan wie alle beperkingen zijn opgelegd, geldt de absolute verplichting zich te onthouden van iedere gedraging die in strijd is met het doel van deze beperkingen. Deze beperking is niet in strijd met art. 6 EVRM.

–    Art. 46 Advocatenwet (2.3 Gedragingen in strafzaken)

Feiten
Mr. X treedt op als advocaat van A. A zit in voorlopige hechtenis en aan hem zijn alle beperkingen opgelegd wegens collusiegevaar. Mr. X belt de moeder van A en vertelt haar ‘heel erg op zoek te zijn naar de neven van A’ en dat hij hoopt dat zij hem daarbij kan helpen. Op de vraag van A’s moeder ‘welke neven,’ noemt mr. X twee namen: B en C. Mr. X zegt te hopen dat ze bij hem op kantoor willen komen, omdat hij graag met hen over de zaak wil praten. Mr. X vertelt de moeder van A dat hij haar niet mag vertellen waarover het gaat. Mr. X vraagt de telefoonnummers van B en C voor hem te achterhalen en laat zijn mobiele telefoonnummer achter. Hij vraagt A’s moeder B en C te vragen hem te bellen. Mr. X, die net zijn stage heeft afgerond, heeft voorafgaand aan dit telefoongesprek bij een ervaren kantoorgenoot nagevraagd of hem dit vrij stond. Die meende dat dat het geval was.

Klacht
De klacht houdt in dat mr. X in strijd met art. 46 Advocatenwet heeft gehandeld door in strijd met aan zijn cliënt opgelegde beperkingen zaakinhoudelijke informatie met diens moeder te bespreken.

Overwegingen raad

Door (de inhoud van) het contact met de moeder van A, heeft mr. X de norm overschreden dat een advocaat, indien zijn cliënt in alle beperkingen zit, de absolute verplichting heeft zich te onthouden van iedere gedraging die met het doel van de oplegging van de beperkingen in strijd is, te weten dat geen contact ontstaat tussen de verdachte en de buitenwereld. Mr. X heeft immers namen gekregen van zijn cliënt en heeft die kenbaar gemaakt aan diens moeder. Het wettelijk systeem voorziet in mogelijkheden om beperkingen op te heffen, maar laat niet toe dat een raadsman op dat systeem zelf uitzonderingen maakt.

Beslissing raad
Verklaart de klacht gegrond en legt mr. X de maatregel van enkele waarschuwing op.

Overwegingen hof
Volgens mr. X heeft hij de beperkingen niet geschonden. Hij heeft alleen tegen de moeder van A gezegd dat hij graag met de neven van zijn cliënt over de zaak wilde praten. Mr. X beroept zich voorts op art. 6 EVRM. Dat de beperkingen meebrengen dat de advocaat niet met de buitenwereld mag communiceren over de inhoud van de zaak, mag er niet toe strekken dat eigen onderzoek door de raadsman geheel onmogelijk wordt. Dat zou schending van de equality of arms betekenen.
    Voorts voert mr. X aan dat hem ten onrechte een maatregel is opgelegd, omdat hij heeft gehandeld in de overtuiging dat wat hij deed niet in strijd was met de norm van art. 46 Advocatenwet. Hij heeft integer gehandeld en tevoren advies gevraagd aan een ervaren kantoorgenoot.

Het hof is met de raad van oordeel dat mr. X de beperkingen van zijn cliënt heeft geschonden. Door de vraagstelling van mr. X aan de moeder van A, zouden ook de neven ervan op de hoogte raken dat zij door A in verband werden gebracht met de zaak. Dat alles betreft informatie over de inhoud van de zaak, die door het optreden van mr. X naar buiten is gebracht, terwijl zijn cliënt in alle beperkingen zat.
    Nu het hier een tijdelijke inperking van de mogelijkheden tot effectieve rechtsbijstand betreft, onder rechterlijke controle, is geen sprake van strijd met art. 6 EVRM. In de periode dat een verdachte in beperkingen zit, is niet iedere rechtsbijstand uitgesloten: bespreking van de zaak, voorbereiding voor verhoor, bijstand aan ontredderde verdachten en controle op detentieomstandigheden blijven ook tijdens beperkingen mogelijk.
    Anders dan de raad, ziet het hof geen aanleiding mr. X een maatregel op te leggen. Hij heeft daarover destijds advies aan een kantoorgenoot gevraagd, volstaan met de vraag die hij en die kantoorgenoot toelaatbaar achtten, onder de uitdrukkelijke mededeling dat hij in verband met de opgelegde beperkingen niets over de zaak mocht zeggen.

Beslissing hof
Bekrachtigt de beslissing van de raad, voor zover de klacht daarbij gegrond werd verklaard, en vernietigt deze, voor zover daarbij aan mr. X een maatregel werd opgelegd.

Advertentie