Deken Karel Frielink van de Orde van Advocaten Curaçao wil niet dat het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties cliëntdossiers kan inzien om de naleving van de meldingsplicht te controleren. Met een beroep op de aanbeveling van Arthur Docters van Leeuwen pleit hij ervoor het toezicht in handen te geven van een interne toezichthouder. De Curaçaose Orde is bereid samen met het meldpunt een alternatief te ontwikkelen. Daarin zouden kantoren een systeem moeten hebben ‘waarin de meldingsplicht wordt gesignaleerd en wordt nagekomen’. De Curaçaose Orde controleert dan of het kantoor inderdaad zo’n systeem heeft. Frielink rept niet van steekproeven om te controleren of het systeem goed werkt. Volgens het nieuwe Nederlandse stelsel houden de lokale dekens feitelijk toezicht, onder meer door dossiers te onderzoeken. Een nieuw landelijk Orde-orgaan zonder advocaten gaat toezien op het toezicht door de dekens.
Frielink pleit verder voor een verlichting van de identificatie- en onderzoeksplicht van cliënten. Als de cliënt al klant is van een instelling die onder toezicht staat van de Centrale Bank of van een buitenlandse dienstverlener of instelling voor wie vergelijkbare verplichtingen gelden, zou een verklaring van die dienstverlener of instelling moeten volstaan.