Advocaten voor Advocaten vierde onlangs haar 25-jarig jubileum. (Bij een organisatie met zo’n serieus doel is ‘stond stil bij’ misschien passender.) Dat evenement kreeg in het vorige Advocatenblad al ruim aandacht; ik spoor u graag aan om ook de website van L4L te bezoeken. Laat u daardoor tot verdere betrokkenheid inspireren. Daar is meer reden toe dan om vrolijk van te worden.
    De belangrijkste jubileumgebeurtenis was een zeer beschaafde conferentie in de zeer beschaafde omgeving van een zeer beschaafd Zuidas-kantoor en ook alle aanwezigen waren reuze beschaafd. De rauwe verhalen die letterlijk getormenteerde advocaten zeer beschaafd vertelden over hun ongelijke juridische strijd en over hun brute en rechteloze staatsbejegening vormden daarmee een schrijnend contrast. Dat kreeg je met een zeer beschaafde borrel niet weggespoeld.
    In die verhalen viel op, naast de kalmte, onwankelbaarheid en waardigheid waarmee deze frontsoldaten van de advocatuur ze vertelden, dat in landen waarin advocaten onderdrukt en vervolgd worden, en hun leven niet zeker zijn, vaak heel serieuze en behoorlijke wetgeving bestaat.
    Het is dus vaak niet de wetgeving, maar het feit dat de overheid zich daar zelf boven plaatst, waardoor staatswillekeur ontstaat waarvan burgers en in hun kielzog advocaten die hen bijstaan, doelwit en slachtoffer zijn.
Een advocaat die gevangen genomen en gemarteld wordt; een advocaat wiens vrouw gegijzeld wordt om hem op het matje te dwingen en vervolgens om het land te verlaten; een advocaat die, ver over de 70, jarenlang in het cachot wordt opgeborgen en mishandeld; een advocaat wiens kantoor met van overheidswege ingegooide ruiten wordt ‘gewaarschuwd’ – al die advocaten kunnen hun rechtsbijstand verlenen binnen het kader van de tenminste goeddeels deugdelijke wetgeving.
    We noemden onszelf wel eens de ‘helden van de rechtsstaat’. Dat is niet onwaar maar verbleekt wel bij de heroïek van de zojuist ten tonele gevoerde advocaten en hun al te vele lotgenoten. Door steun te geven aan L4L met onze morele – en financiële – bijstand steken wij deze collega’s niet alleen een hart onder de riem; onze zichtbare aandacht en steun verschaffen hun soms ook een zekere bescherming. De geschiedenis leert dat.

Betekent ons gerelativeerde heldendom nu dat wij ons maar niet druk moeten maken omdat het in Nederland eigenlijk wel meevalt? Dat nu ook weer niet. De Nederlandse Staat gedraagt zich naar de wet maar rukt soms wel zachtkens aan zijn ketenen. De ongeknechte Nederlandse advocatuur heeft daarom als taak die ongeknechtheid steeds te bewaken, niet ter wille van zichzelf, maar voor een hoger doel.

Advertentie