Al bijna drie maanden bivakkeert de Jemenitische advocaat Khaled Al-Anesi in een tentje op het plein voor de universiteit van de Jeminitische hoofdstad Sana’a. Hij vertrekt niet voordat president Saleh is afgetreden. ‘We hebben geen keus. Hij moet weg.’
Khaled Al-Anesi kán ook niet van het plein af. Hij wordt vrijwel dagelijks bedreigd, zegt hij aan de telefoon vanuit zijn tent: ‘Ik wordt gebeld door mensen die zeggen dat ze mij en mijn kinderen zullen vermoorden. Mijn kinderen zijn bij mijn ouders, maar ook mijn familie wordt lastig gevallen. Mijn vader gaat niet meer naar de moskee omdat hij wordt uitgescholden.’
Mensenrechtenadvocaat Al-Anesi kreeg internationale bekendheid toen hij in 2005 opkwam voor de rechten van de 104 Jemenieten die in Guantánamo Bay werden vastgehouden. Naast zijn commerciële praktijk verdedigt hij veel journalisten en mensenrechtenactivisten, onder wie journaliste Tawakol Karman, het gezicht van de Jemenitische protestbeweging.
De protesten in Jemen begonnen op 16 januari, daags na de verdrijving van de Tunesische president Ben Ali. De demonstranten eisen het vertrek van de Jemenitische president Saleh.
Karman werd op 22 januari door de veiligheidsdiensten ontvoerd. Daarop trok Al-Anesi met een groep betogers naar het gebouw van het Openbaar Ministerie om haar vrijlating te eisen. Hij werd zelf opgepakt, en 70 uur vastgehouden. Beiden werden na hevige straatprotesten vrijgelaten. Nog geen week later werd Al-Anesi opnieuw gearresteerd. ‘Ik werd ge-taserd, maar na vier uur lieten ze me weer vrij. Ze zeiden: ga naar huis, voor we je gezicht weer in de media zien.’
In door de overheid gecontroleerde media wordt Al-Anesi afgeschilderd als staatsgevaarlijk. ‘Het is een probleem,’ zegt Al-Anesi. ‘Ze schrijven dat ik haram ben, iedereen kan mij aanvallen. Ik kan mijn werk niet meer doen, ik moet me verontschuldigen tegenover mijn cliënten. Vorige maand in de rechtbank zei een gerechtsbewaker tegen me: “Jij bent het grootste probleem van deze regering. Ik snap niet dat ze je niet doden.”’
(TS)