In zijn artikel ‘Het muiltje van Assepoester’ in Advocatenblad 2003-14, p. 594-596 verdedigde W.A. Verbeek dat Spong en Hammerstein met hun haatzaaiaangifte niet onbetamelijk handelden. ‘Ook wie het muiltje niet past mag streven naar een huwelijk met de prins.’ Nu het Hof Den Haag besliste dat het beklag van Spong en Hammerstein tegen de beslissing om niet te vervolgen niet–ontvankelijk is, zet Verbeek uiteen waarom volgens hem ‘het hof het muiltje zelfs niet laat passen’ en waarom de beslissing in strijd is met art. 14 EVRM.